De Brug 27, volledig gewijd aan (de gevaren van) inentingen !

De Europese vereniging voor vrijheid van vaccinatie vind je hier.

Opgelet! Dit is een relatief groot bestand, ongeveer 135 kB, het duurt eventjes voor je kan verder gaan.

Inhoudstafel van Brug 27:

 
Editoriaal 2
Het fysieke lichaam bedreigd 3
Het medisch-farmaceutisch complex 4
De katholieke erfenis in de wetenschap 9
Is antroposofie tegen inentingen ? 11
Mythen rond inenting 13
Polio 19
Hoe maak ik reclame voor inentingen ? 25
Desinformatie over hepatitis A, B en C 26
desinformatie over het poliovirus en AIDS 28
Slot 30

 

 

Beste lezer,

 

In Klaas' commentaar van 6 februari beschrijft Jos Verhulst hoe de Westerse traditie van het Vrije Woord beetje bij beetje ondergraven wordt. De Staat schrijft voor wat een historische waarheid is, en het ontkennen of nuanceren van de officiële visie wordt bestraft. Het gaat met name over de holocaust. In Brussel mogen individuele postbodes brochures beoordelen op hun inhoud en weigeren ze te bedelen, met toestemming van de overheid. Dat zijn praktijken die tot voor kort alleen in communistisch China of in andere totalitaire staten gebruikelijk waren, maar sinds het verdwijnen van het IJzeren Gordijn zijn die methodes blijkbaar doorgedrongen en overgenomen in het zgn. vrije Westen.

Het erge daarbij is dat deze reactionaire houding voorgesteld wordt als zijnde zeer progressief.

Ook daar heeft Jos Verhulst al op gewezen (in de 'Witte Werf' 8/99).

Trouwe lezers van dit tijdschrift zullen onmiddellijk door hebben welke tegenmacht op die manier zijn werkzaamheden ontplooit, wij hebben er al vaak over geschreven.

Deze tegenmacht kan maar werkzaam zijn zolang de mensen zich niet bewust zijn van zijn activiteit. Voor antroposofen komt het er dus op aan om deze tegenmacht, deze leugengeest te ontmaskeren. In dit nummer van De Brug willen we terug een poging in die zin ondernemen. We zullen een licht werpen op een terrein waar deze geest van onwaarachtigheid ook zijn kans schoon ziet, namelijk de medische wetenschap.

In de moderne medische wetenschap is al lang geen plaats meer voor het Vrije Woord. Er bestaat ook daar een correct denken, en wie er durft van afwijken, wordt gestraft, en als het moet, zeer zwaar gestraft.

Zoals de Staat een bepaalde geschiedkundige versie onderschrijft en de andere verbiedt, zo bepaalt hij ook welke therapie voor welke ziekte de juiste is. In beide gevallen overschrijdt hij zijn grenzen. We komen terug aan bij de sociale driegeleding: de Staat moet alleen de rechtsgelijkheid tussen de burgers garanderen. Wat een waarheid is op geschiedkundig of medisch of op een ander gebied, dat wordt in onze tijd bepaald door het vrije uitwisselen van gedachten en argumenten, in het geestesleven.

Op dit ogenblik bestaat er nog altijd een ongezonde verstrengeling tussen de drie gebieden, en vooral: er is geen inzicht in het noodlottige van deze situatie. Een gebrek aan klaarheid dat uitstekend past in de doelstellingen van de ons welbekende leugengeest, de tegenmacht die de mensheid wil doen afwijken van de ontwikkelingsweg die voorzien is.

We kunnen vandaag niet anders vaststellen dan dat hij zeer sterk staat. Een groot deel van de menselijke zielen zijn al in de ban geraakt van zijn 'ideologie' en leven met het idee dat er buiten het fysiek-waarneembare niets bestaat.

Met deze aflevering van De Brug hopen we een beetje terrein terug te winnen, of tenminste de plannen van deze tegenmacht te dwarsbomen door de inzichten die anderen ontdekt hebben verder te verspreiden.

 

 

François De Wit.

De fysieke drager van de geest wordt belaagd_

 

Ehrenfried Pfeiffer, een pionier van de biologisch-dynamische landbouw, stelde eens de volgende vraag aan Rudolf Steiner:

"Hoe komt het dat, ondanks uw talrijke en precieze aanwijzingen, de geestelijke impuls zo weinig werkzaam wordt in de individuele mens, vooral waar het de innerlijke scholingsweg betreft ? Ondanks hun inspanningen kunnen de mensen die het proberen maar weinig resultaten voorleggen. Hoe komt het toch dat ondanks theoretisch inzicht de wil tot de daad, tot het succesvol doorzetten van de geestelijke impulsen zo zwak is ?"

Rudolf Steiner gaf ongeveer het volgende antwoord:

" Dat is een voedingsprobleem. Zoals het voedsel vandaag geteeld wordt geeft het de mens niet meer de kracht om het geestelijke te laten werkzaam worden in het fysieke. De brug van denken naar het willen en handelen kan niet meer geslagen worden. De voedingsgewassen bevatten al niet meer de krachten die ze de mensen zouden moeten geven."

 

Ingo Hagel citeert het bovenstaande in het nummer 4/92 van het tijdschrift 'Lebendige Erde'. Hij gaat dan verder:

 

" Men kan het als onbelangrijk beschouwen om spirituele arbeid te willen bevorderen door een voeding die aangepast is aan de mens. Maar het is een feit dat vandaag de dag de mensen ook op andere gebieden, politiek, cultuur, economie enz. enorme moeilijkheden ondervinden om hun inzichten om te zetten in daden. Nog veel minder is de neiging voorhanden om actief nieuwe ideeën, die het zintuiglijke overstijgen, te ontwikkelen of op te nemen. Reeds bij jonge mensen, die van oudsher de fakkeldragers waren van idealistische impulsen, verdwijnen deze en maken plaats voor een pragmatisch-economische levensplanning. Sinds enkele jaren stelt men vast dat de interesse van studenten voor antroposofische arbeid vermindert, hoewel het aantal studenten stijgt. Anderzijds vinden de mensen het alsmaar moeilijker om de werken van Rudolf Steiner te lezen en te verstaan."

 

Volgens Rudolf Steiner verbindt de geestelijke kracht van het stikstof de etherische krachten van de aarde met de vormende kracht van de koolstof en zo ontstaat de fysieke plant. Verhoogt men nu de verbindende kracht van de stikstof, door kunstmest bvb., dan is er een snellere groei en grotere planten. We mogen concluderen dat wat de plant wint in het fysieke, hij verliest aan etherische kracht.

Voor de mens heeft dat grote gevolgen. Enkele generaties slechts zijn gevoed met té mineraal voedsel, en het lijkt erop dat zich in de mens afspeelt wat ook met de plant gebeurt: de mensen worden uiterlijk alsmaar groter, maar aan innerlijke kracht boeten ze in.

Het resultaat is dan wat we nu zien en wat nog erger is dan wat Ingo Hagel hierboven beschreef. Want van een geestelijk plus zijn we niet alleen naar een nulpunt gegaan (onverschilligheid voor geestelijke zaken), maar ronduit naar een geestelijk negatief ( depressies, geestesziekten ).

Als de nood het hoogst is, is de redding nabij, zegt het spreekwoord. De eerste tekenen zijn er al. We stellen een verhoogde wakkerheid bij de mensen vast omtrent de kwaliteit van de voeding. Dioxinerampen en dollekoeienziekten hebben aan de biologische landbouw een serieuze impuls gegeven. Meer en meer boeren weigeren genetisch gemodificeerde maïs te kweken omdat de consument er niet wil van weten ...

Maar het element van verharding, van verstarring, van sclerotisering, leeft zich uit op meerdere terreinen.

Wanneer de mens door gezonde voeding de mogelijkheid zou hebben om interesse te voelen voor het geestelijke in de wereld, dan zijn er nog andere manieren om hem dit te beletten.

Rudolf Steiner in GA 177, de voordracht van 7 oktober 1917.

[ ... ] " En de tijd zal komen, misschien zelfs in een niet zo verre toekomst, dat men zal zeggen: het is toch een ziekte bij de mens wanneer hij aan geest en ziel denkt. Gezonde mensen, die spreken alleen van het lichaam. - Men zal het als een symptoom van een ziekte beschouwen wanneer de mens zich dusdanig ontwikkelt dat hij tot het begrip kan komen: er is een geest of een ziel. Die zal men als een ziek mens beschouwen. En men zal het gepaste geneesmiddel vinden - daar kunt u heel zeker van zijn- waardoor men kan ingrijpen. Toentertijd (op het Concilie van Constantinopel in 869 - fdw) heeft men de geest afgeschaft. De ziel zal men afschaffen door een farmaceutisch product. Vanuit een 'gezonde' levensbeschouwing zal men een vaccin vinden waardoor in het organisme dusdanig ingegrepen wordt, liefst zo jong mogelijk, als het kan na de geboorte, zodat dit menselijk lichaam niet tot de gedachte kan komen: er is een ziel en een geest.

Zo scherp zullen de twee wereldbeschouwingen tegenover elkaar komen te staan. De ene zal erover nadenken hoe begrippen en voorstellingen moeten gevormd worden om bruikbaar te zijn in de reële werkelijkheid, de geestelijke en de zielewerkelijkheid.

De anderen, de opvolgers van de materialisten van nu, zullen een vaccin zoeken dat het lichaam 'gezond' maakt, t.t.z. dat het lichaam zo verandert dat het door zijn constitutie niet meer van zo'n dwaze dingen praat als 'ziel' en 'geest', maar op een 'gezonde' manier praat over de krachten die in machines en in de scheikunde leven, die in het heelal planeten en zonnen doen ontstaan. Dat gaat men door lichamelijke procedures bewerkstelligen. Men zal het aan de materialistische geneeskunde overlaten om de zielen uit de mensheid uit te drijven.

Ja, wie gelooft dat men met speelse begrippen in de toekomst kan zien, die is er ver naast. Met ernstige, grondige, diepe begrippen moet men in de toekomst kijken. Geesteswetenschap is geen spielerei, is niet zomaar een theorie, maar geesteswetenschap is een werkelijke plicht tegenover de ontwikkeling van de mensheid. [ ... ]

 

We gaan nu even kijken hoe het met die 'anderen' zit. We namen een tekst over van Eric Krebbers.

Dit artikel verscheen in een extra nummer van Kleintje Muurkrant in 1998. Daarvoor verscheen het als Gebladerte-brochure nr. 10 'Repressieve Hulpverlening'. We kregen de toestemming van de redactie om het over te nemen.

De visie van de auteur is 'links-radicaal', wij zullen een en ander nuanceren als nawoord.

Het medisch-farmaceutisch complex

Er leven meer mensen van kanker dan er dood aan gaan

De belangenverstrengeling tussen de medische wereld en de farmaceutische industrie wordt wel het medisch-farmaceutisch complex genoemd. Een machtige combinatie van wetenschap en kapitaal. Een tourtje door de commerciële wereld van de medische wetenschap met uitstapjes naar de DES-affaire, de Leidse biotechnologiebedrijven Centocor en Introgene en de kindermoordenaars van het Alphense chemische bedrijf Vos.

"Voor grotere en sterkere baby's", dat is de slogan waarmee de farmaceutische industrie in de jaren 50 en 60 inspeelt op het sentiment van het gelukkige gezinnetje, dat streeft naar grotere auto's, grotere huizen, grotere gezinnen en grote stevige baby's. DES wordt gepresenteerd als wondermiddel. DES staat voor DiEthylStilbesterol. Het is het eerste kunstmatig gemaakte hormoon.

"Baat het niet, dan schaadt het niet", wordt er in de reclames gezegd, en "men kan te weinig geven, nooit teveel". Wereldwijd krijgen tot begin jaren 90 naar schatting 6 miljoen vrouwen DES voorgeschreven. Ook vrouwen die prima gezond zijn krijgen het kunstmatige vrouwelijk hormoon aangesmeerd. En nog steeds groeit dat cijfer, met name in de Derde Wereld. In Nederland komen tussen de 400 en 800 duizend moeders, dochters en zonen in aanraking met DES.

In 1971 liggen in Boston in de VS 7 jonge vrouwen in het ziekenhuis met een zeer zeldzame vorm van vagina-kanker. Hun moeders blijken DES gebruikt te hebben. In de loop der jaren blijken enorm veel van die DES-dochters kanker te ontwikkelen. Het is de eerste soort kanker die veroorzaakt wordt door gif, ingenomen door de vorige generatie. Later komt aan het licht dat 70 tot 90 procent van alle DES-dochters slijmvormende cellen in de vagina hebben. Veel van hen verdwijnen direct onder het mes. Totdat bekend wordt dat die cellen "goedaardig" zijn. Dit direct snijdend ingrijpen is kenmerkend voor het huidige medische denken. Verder hebben DES-dochters 50% meer kans op borstkanker, hebben ze vaker miskramen, vroeggeboorten en buitenbaarmoederlijke zwangerschappen. Later blijken ook zonen regelmatig misvormd aan de geslachtsdelen. Nog steeds worden nieuwe problemen bekend in de DES-affaire.

Pas in 1976 wordt het in Nederland verboden DES voor te schrijven bij zwangerschappen. De overheid, de medische maffia, de media en de chemische en farmaceutische industrie staan niet trappelen om de DES-dochters voor te lichten, laat staan financieel te steunen.

New Oil

In de jaren 60 van de vorige eeuw brengt "Old Bill" Rockefeller flesjes pure petroleum op de markt onder de naam Nujol. Dat staat voor New Oil. Hij verkoopt het aan kankerpatiënten als medicijn tegen hun ziekte. De petroleum kost hem één vijfde dollarcent per flesje, dat hij verkoopt voor 21 cent. Als blijkt dat zijn klanten er nogal van aan de schijterij raken besluit hij dat het een middel tegen verstopping is. Regelmatige gebruikers krijgen echter last van vitaminegebrek, waarna hij er caroteen aan toevoegt en het nog duurder maakt: "Vernieuwd, nu nog beter!"

Nu, 5 of 6 generaties verder, produceert Stanco Inc. nog steeds Nujol. Stanco is onderdeel van het imperium van de rijke olie-familie Rockefeller. Zij worden wel de keizerlijke familie van Amerika genoemd, en zijn de eigenaren van het grootste oliebedrijf ter wereld: Exxon, vroeger Standard Oil. Daarnaast bezitten ze een van de machtigste banken ter wereld: de Manhattan Chase Bank. Ze bezitten verder honderden en honderden grote en kleine concerns op die gebieden van olie en banken, maar ook in de media, de wapenindustrie en ga zo maar door. Een van de belangrijkste hoekstenen van hun imperium is de chemische industrie. De Rockefellers hebben ook in deze hoek honderden bedrijven, waaronder een flink aantal van de allergrootste: Dow Chemical, Du Pont, Hoffman LaRoche en Bristol Myers. In 1948, nog voor de explosie op het gebied van medicijnen' en andere chemicaliën, bedraagt hun omzet in deze industrie alleen al 10 miljard dollar per jaar.

De Rockefellers staan tot aan de Eerste Wereldoorlog bekend als enorme schoften. In hun fabrieken in de VS vinden soms maandenlange stakingen plaats, die uitlopen op regelrechte veldslagen tussen stakers en politie. Nadat het privéleger van de Rockefellers in 1914 op zeer bloedige wijze en ten koste van 45 doden een einde maakt aan een staking besluit John D. Rockefeller aan zijn imago te gaan werken. Hij koopt diverse mediaconcerns en neemt langzamerhand de macht over bij andere mediabedrijven. Hij maakt hen eenvoudigweg afhankelijk van advertenties van zijn bedrijven. Daarnaast richt hij fondsen op, de Rockefeller Foundations, die er via belastingtrucs in slagen miljoenen weg te geven' aan goede doelen zonder dat het hem een cent kost. De goede doelen zijn ziekenhuizen en universiteiten die nieuwe dokters opleiden in het gebruik van door Rockefeller geproduceerde medicijnen'. Centra voor de meer alternatieve geneeskunde krijgen niets. De familie besteedt door de jaren heen miljarden aan reclame voor zichzelf. Ze creëren een beeld van zichzelf als "de weldoeners van de mensheid." Dat staat letterlijk in de Encyclopedia Brittannica, eigendom van de familie. Deze controle over de media bewijst de Rockefellers grote diensten. Negatieve en kritische verhalen over hun daden en producten, over DES bijvoorbeeld, kunnen eenvoudigweg uit de kranten geweerd worden door te dreigen met het beëindigen van de reclame-inkomsten. Overal ter wereld lopen de DES-dochters hier tegenaan. Zo duurde het in het informatietijdperk bijvoorbeeld ruim 10 (!) jaar voordat het slechte nieuws over DES tot de Spaanse media doordrong. Niet dat de familie alle media in alle landen daartoe hoeft te beheersen. Verre van dat, in andere landen doen soortgelijke industriële monopolies dat voor hen. De elite weet wel wat klassensolidariteit is. In Duitsland onderdrukt IG Farben de onwelgevallige informatie. Voor de oorlog was dat chemische concern in Duitsland oppermachtig. Zelfs tijdens de oorlog werkten de Amerikaanse Rockefellers nog erg nauw samen met de IG Farben. Na de oorlog werd IG Farben op last van de geallieerden opgesplitst in kleinere bedrijven. Maar toch vormt het tot op heden, onder duizenden namen verscholen, nog steeds een machtsblok. Ook in andere West-Europese landen hebben zich deze eeuw gigantische chemische machtsblokken ontwikkeld. Deze tak van industrie is op de voedselproductie na de grootste.

De productie van kanker

De chemische industrie produceert naast steeds nieuwe medicijnen onder andere enorme hoeveelheden cosmetica, kleurstoffen, verf, conserveermiddelen en andere troep die aan ons voedsel wordt toegevoegd, reinigingsmiddelen, lijmen, olieproducten, wasmiddelen, synthetische vezels, kunstmest, landbouwgif, gassen, plastics, smeermiddelen, kunstrubber en nucleaire reactoren. Chemische bedrijven zijn zo verantwoordelijk voor zowat elke vorm van vervuiling die wij kennen. Ze verdienen in feite goudgeld aan de milieu-vernietiging die ook ons mensen langzaam kapot maakt. Ook het interne milieu van de mens, onze gezondheid, wordt immers vernietigd door alle chemische troep, en niet in de laatste plaats via ons voedsel. Zo krijgen vleeseters bijvoorbeeld nog steeds DES binnen via hun voedsel. Het wordt namelijk als groeihormoon aan koeien gegeven. Wereldwijd neemt kanker dan ook nog steeds toe. Net als suikerziekte en een hele reeks andere welvaartsziekten'.

Via de bijzonder winstgevende verkoop van 'medicijnen' en 'medische technieken' voor de 'bestrijding' van deze ziekten spekt de chemische industrie zichzelf nogmaals! Ze creëren zo letterlijk hun eigen markt. Maar ook op bewustzijnsniveau produceert de chemische industrie haar eigen vraag. Door bijvoorbeeld de zwangerschap steevast als een ziekte te benaderen. De chemische industrie wil zo een behoefte aan 'medicijnen' opwekken bij zwangere vrouwen. DES is zo'n middel. De nieuwe geboortetechnieken zijn dat ook. De chemische industrie levert daarbij de arts de illusie de zwangerschap volledig te kunnen beheersen.

Al deze 'medicijnen' maken de mensen echter nog zieker. Al in 1953 bleek uit onderzoek dat DES een negatief effect op de zwangerschap heeft en juist meer miskramen veroorzaakt. Om die reden is DES nu op de markt als morning-afterpil!

'Medicijngebruik' kostte in 1978 in de VS 140 duizend doden. In dat jaar moesten ook nog eens anderhalf miljoen mensen in het ziekenhuis worden opgenomen door het gebruik van 'medicijnen'. En een derde daarvan werd door de behandeling daar nóg zieker. En tot slot loopt één op de vijf in het ziekenhuis een besmetting op. Ook worden er ontzettend veel mensen onnodig geopereerd. Met alle risico's van dien. Zo verliezen heel veel vrouwen hun baarmoeder omdat artsen geloven dat vrouwen boven de 40 die toch niet meer nodig hebben.

Bijna dagelijks zijn er overal ter wereld schandalen, als blijkt dat er ten gevolge van het gebruik van dat-en-dat medicijn' zoveel mensen zijn gestorven of verminkt. Een paar voorbeelden uit een lange reeks: Thallidomide verminkte in Duitsland 10 duizend kinderen, Isoproterenol doodde 35 honderd mensen, Phenformix doodde 18 duizend suikerpatiënten en Oxychinol maakte duizenden Japanners blind. En wie herinnert zich niet het dalkonschildje en Softenon? Het is opvallend dat in de regel bij artsenstakingen de sterftecijfers dalen.

De kankerbestrijdingsindustie is tegenwoordig zo groot dat er wellicht meer mensen leven van kanker dan dat er dood aan gaan. De aanpak van kanker is typerend voor de handelwijze van de gevestigde medische maffia. Men gaat vrijwel uitsluitend uit van producten van de chemische industrie: bestraling en chemotherapie. Zelfs DES wordt vandaag de dag nog gebruikt als middel tegen kanker, en wel prostaatkanker. Bestraling, vergiftiging met DES en andere chemicaliën, en iemand in een shocktoestand brengen middels zware operaties: het zijn de meest effectieve manieren om mensen een kanker te bezorgen. Alle drie de ingrepen, snijden, bestralen en vergiftigen, zorgen ervoor dat het natuurlijke afweersysteem van de mens het begeeft. Meestal worden alle drie de methoden ook nog eens tegelijk toegepast. De levensverhalen van de DES-dochters die in handen zijn gevallen van de medische maffia spreken wat dit betreft boekdelen. Hun lijdensweg is werkelijk misselijkmakend: de ene ingreep na de andere, hup baarmoeder eruit, en ga zo maar door. Het steeds langer door-behandelen van stervende patiënten is wat dat betreft erg voordelig voor bedrijven als die van Rockefeller. En dat terwijl blijkt dat mensen die deze behandelingen weigeren bij sommige kankers gemiddeld nog vier keer langer leven dan zij die doorgaan met de operaties. De overlevingskansen bij borstkanker zijn even groot ongeacht of de vrouw behandeld wordt of niet, namelijk 50 procent.

Verplicht slikken

Jaarlijks komen er 15 duizend nieuwe 'medicijnen' op de markt, waarvan er na verloop van tijd 12 duizend weer verdwijnen. Er zijn er nu zo'n 60 tot 80 duizend in gebruik in West-Europa. Een VN onderzoek wees echter uit dat er maar 26 nodig zijn, waarvan 9 écht. Dat zijn eenvoudige en goedkope middelen. De rest is ontwikkeld puur vanwege de winst.

Toen de linkse president Allende in Chili begin jaren 70 het aantal in zijn land verkrijgbare medicijnen drastisch wilde verminderen, was dat één van de redenen voor de door de VS opgezette coup. De nieuwe machthebber Pinochet maakte Allende's maatregelen direct ongedaan. Toen Sri Lanka eind jaren 70 Allende's voorbeeld wilde volgen, dreigde de VS alle voedselhulp te beëindigen. De Derde Wereld is namelijk een belangrijke afzetmarkt voor Westerse medicijnen, en vooral afgekeurde medicijnen. Pillen waarvan de plaatselijke bevolking vaak de gebruiksaanwijzing niet eens kan lezen. Op de Philippijnen zijn er maar liefst 5 duizend pillen verkopende apothekers tegen maar 15 duizend artsen. Een wanverhouding voor Nederlandse begrippen.

 

Uit De Standaard van 4 maart 2000 - kopie van het knipsel aanvragen bij debrug@online.be

De chemische industrie gaat ook in de Derde Wereld letterlijk over lijken. Alphense bedrijf Vos BV heeft bijvoorbeeld in 1996 meegewerkt aan de moord op minstens 88 Haïtiaanse kinderen. Vos leverde een zwaar vergiftigde partij glycerine aan het Haïtiaans bedrijf Pharval dat er een hoestdrankje van maakte. Echt veel ophef wordt er over de massamoord niet gemaakt. Maar wat was er gebeurd als Vos BV een halve school blanke Alphense kinderen over de kling had gejaagd?

Vos kocht 2 jaar geleden in China 1800 kilo zwaar verontreinigde glycerine. Er zat 20% antivries doorheen gemengd, een goedje dat bij inname onder meer je nieren, hersenen en lever kapot maakt. Vos sloeg het spul 2 maanden op in een Rotterdamse loods en laadde het vervolgens over in 72 vaten. Volgens de International Dispensary Association, een non-profit organisatie in Amsterdam die medicijnen inkoopt voor Artsen zonder Grenzen, was een blik op de glycerine daarbij voldoende geweest om te zien dat het troep was: "een laboratoriumproef was niet nodig geweest."

Ook de Chinese keuringscertificaten, die aangaven dat het spul geschikt was voor medische toepassingen, voldeden niet aan de daarvoor geldende eisen. Toch besloot Vos dat herkeuring niet nodig was en plakte op de vaten Nederlandse stickers die aangaven dat het spul geschikt was voor medicijnproductie. Een eerste lading werd doorverkocht aan Pharval. Een tweede lading werd kort daarna verkocht aan een Nederlandse kunststoffenproducent. Die trok na ontvangst direct aan de bel. Er was iets niet in orde met de glycerine. Vos heeft toen eenvoudigweg besloten niets te zeggen tegen het Haïtiaanse bedrijf, dat de glycerine toen hoogstwaarschijnlijk nog niet verwerkt had in de koortswerende hoestdrankjes Afebril en Valodon.

Volgens Vos-directeur E. Huisman en minister Borst van Volksgezondheid valt Vos BV niets te verwijten. Het bedrijf had volgens hen niet kunnen weten dat het spul in medicijnen gestopt zou worden. Een absurde bewering: Vos heeft nota bene zelf "geschikt voor medicijnproductie"-stickers op de vaten geplakt.

Ook het Verbond van Handelaren in Chemische Producten neemt Vos automatisch in bescherming: "Vos is een serieus bedrijf, en als het klopt dat Vos zwaar vergiftigde grondstoffen heeft geleverd, dan is het toch vreemd dat deze niet zijn gecontroleerd alvorens ze in een koortswerend middel zijn verwerkt." Kortom: eigen schuld. Had het Haïtiaanse bedrijf maar niet op de stickers van de serieuze Vos moeten vertrouwen.

Volgens M. Raijmakers van de organisatie voor ontwikkelingssamenwerking Wemos hanteren sommige Europese chemische bedrijven een dubbele standaard. Stoffen die hier van de markt worden geweerd, brengen ze alsnog in de Derde Wereld op de markt. "De handel in grondstoffen is namelijk vrij. Er kan dus gemakkelijk met de regels gesmokkeld worden. In Nederland zou dit medicijn nooit in de handel gekomen zijn."

Nieuw is de "medicijndumping" waarbij chemische bedrijven, onder het mom van hulp, verlopen, afgekeurde en onduidelijk gelabelde medicijnen naar arme landen sturen. Een goedkope manier om er vanaf te komen. In Litouwen werden in 1993 bijvoorbeeld 11 vrouwen blind nadat ze een middel gebruikt hadden dat uitsluitend voor dieren bestemd was. Men dumpt ook letterlijk. Bij de Bosnische stad Mostar ligt bijvoorbeeld een berg met 340 ton medicijnen die als chemisch afval beschouwd wordt en gevaar oplevert voor het milieu. De herkomst is niet te achterhalen. Raijmakers van Wemos zei eufemistisch dat hij niet durft te garanderen dat er geen Nederlandse medicijnen tussen zitten. Ook aan Rwanda en Zaïre worden nu op grote schaal gevaarlijke medicijnen geschonken.

Ook DES blijft in gebruik in het Zuiden, ook bij zwangere vrouwen. In Soweto gebruiken vrouwen het om de productie van moedermelk te stoppen, zo bleek op een vrouwenconferentie. En dat wil de familie Rockefeller graag zo houden. Het is voor hen geen probleem in te grijpen als hun handelsbelangen in de Derde Wereld worden geschaad. Bijkomend voordeel is dat er aan de ingrijpen ook weer goed valt te verdienen. Nelson A. Rockefeller was bijvoorbeeld een groot voorstander van de oorlog in Vietnam en niet in de laatste plaats vanwege de lucratieve handel in napalm. Hij strooide kwistig met geld om de oorlog gaande te houden. Zo bleek in 1978 dat hij de oorlogshitser minister Kissinger zomaar 50 duizend gulden had gegeven. De keizer zorgt goed voor zijn getrouwen. Ook ex-president Bush verdient goed met z'n 145 duizend dollar aandelen in de farmaceutische gigant en Rockefeller-dochter Eli Lilly, het bedrijf dat trouwens als eerste een schadevergoedingsproces verloor tegen een DES-dochter.

De medische maffia

Vrijwel alle producten van de chemische industrie, en dus ook de medicijnen, worden door wetenschappers op dieren getest. Als die er niet ziek van worden of er dood aan gaan wordt het middel goedgekeurd, en is de producent wettelijk verzekerd tegen schadeclaims van de gebruikers. De wet zegt dat dierproeven voldoende zijn om de veiligheid te garanderen. In werkelijkheid zegt een dierproef niets. Elke diersoort, inclusief de mens, reageert weer anders op elk middel. Zo zijn diverse soorten paddestoelen bijzonder gezond voor konijnen en doet arsenicum schapen niets, maar zijn beide extreem dodelijk voor de mens. Morphine kalmeert de mens, maar windt muizen en katten op. DES werd op dieren getest en veilig verklaard. Toen de Wereld Gezondheids Raad na hertesting in 1973 meldde dat DES bij dieren geen slechte gevolgen had, terwijl vrouwen kanker ontwikkelen door DES, besloot men de testen te intensiveren. Er kon eenvoudigweg niet geconcludeerd worden dat dierproeven niet wetenschappelijk zijn en niet deugen. Er kon niet gezegd worden dat ze slechts voor de wet gedaan worden, als argument achteraf om schadevergoedingen te ontlopen.

Er staan voor de vivisectoren enorme belangen op het spel. Heel wat gerenommeerde en gesettelde wetenschappers hebben er een goede baan aan. Een gevolg daarvan is dat goedgekeurde medicijnen' als DES in werkelijkheid als het ware jarenlang getest worden op mensen. Dat een middel schadelijk is blijkt meestal pas als de gebruikers ervan in opstand komen. Of als het 'medicijn' vervangen wordt door een 'verbeterde' versie, waarbij het de industrie loont om sommige nadelen van de vorige versie te openbaren. Dit wil natuurlijk niet zeggen dat er vaak openlijk op gewone mensen getest wordt. Hoewel er recentelijk wel enige schandalen boven water zijn gekomen die in die richting wijzen. Wel wordt er veel getest op gekken, krijgsgevangenen, armen en foetussen.

De Rockefellerclan is de grootste sponsor van de Food & Drugs Administration (FDA). Deze 'onafhankelijke' Amerikaanse instantie bepaalt in feite of een medicijn in de Westerse landen mag worden verkocht. Alternatieve middelen, zoals homeopathische, worden afgekeurd. De machtige artsen-vereniging American Medical Association (AMA) krijgt ook geld. Iedere arts die zich in Amerika uitlaat tegen de huidige medische praktijk wordt de vereniging uitgezet en afgedaan als kwakzalver. Pikant detail: de Rockefellers zelf gebruiken uitsluitend homeopathische middelen en worden er erg oud mee. Ieder land heeft zo zijn eigen medisch machtsblok, maar de Amerikaanse is internationaal erg invloedrijk.

De medische stand is overigens pas in de vorige eeuw tot de huidige status opgeklommen. De beroepsgroep bestond toen louter uit mannen wier eerste doel was status te verwerven. Dat probeerden de heren voornamelijk door zich op te houden in hun eigen klasse, en hun medische blik vooral te richten op de vrouwen in hun omgeving. Ze hielden zich over het algemeen verre van de arbeidersklasse, maar ook van het verstrekken van medicijnen en het snijden in mensen. Daarmee was pas eer te behalen toen de medische wetenschap ontstond en ze die konden gaan gebruiken als rechtvaardiging voor hun status en daarbij behorende macht. Het streven naar macht en aanzien is altijd een erg in het oog springende eigenschap van de medische stand geweest. Een van de eerste en grootste overwinningen voor hen is geweest dat niet-artsen uitgesloten werden van het verrichten van medische handelingen.

Het machtsmonopolie van artsen is sindsdien ongeëvenaard. Artsen bepalen bijvoorbeeld wie in de WAO gaat en wie in de psychiatrie. De medische macht breidt zich steeds verder uit over ons leven. Ouderdom, zwangerschap, geboorte en psychische problemen worden door hen tegenwoordig gezien als medische problemen, die in aanmerking komen voor medische begeleiding. Via de zwaar gepropageerde massale inentingscampagnes en preventieve bevolkingsonderzoeken belanden steeds meer mensen in medische handen.

Het AMA pleitte vroeger met veel succes voor de verplichte inenting tegen polio in de VS. Rockefeller leverde het serum. Daarvan was in andere landen al bekend dat het schadelijk was. Al snel bleek die inenting zelf de grootste bron van polio te zijn, zoals bij inentingen vaak het geval is. De meeste serums voor inentingen zijn ontwikkeld nadat de betreffende ziekte al vrijwel uitgewoed was, wat dan heel slim op het conto van het nieuwe middel bijgeschreven werd. De epidemieën bleken veelal hun kracht te verliezen door betere hygiëne, gezonder voedsel, betere behuizing en gezonder werk. In 1985 bleek dat alle 98 miljoen verplicht tegen polio ingeënte Amerikanen een flink verhoogde kans hebben op hersenkanker.

Vandaag de dag pleit de Nederlandse medische maffia voor een min of meer voor alle vrouwen verplichte doorstraling in verband met borstkanker. Eerst werden met de aantallen vrouwen met kanker via DES en andere troep enorm opgeschroefd, daarna worden de vrouwen via straling nog zieker gemaakt, waarna opname volgt in het ziekenhuis voor een nog ziekmakender behandeling, waarvoor de vrouwen weer behandeld moeten worden.

Verder beheren artsen steeds meer dossiers over vrijwel iedereen, grijpen ze steeds vaker medisch in en verstrekken ze vaker en meer medicijnen. Artsen worden door artsenbezoekers bezocht en omgekocht om dit gedrag nog te stimuleren. De enige rem had de overheid kunnen zijn die tevergeefs via de ziekenfondsen nog enige invloed probeert uit te oefenen. Erg ver komt men er niet mee, want voor haar beleid inzake medische zaken is de overheid volledig afhankelijk van de kennis van de medische stand zelf.

Genezen

De nieuwe biotechnologische ontwikkelingen in de medische wetenschap zijn symptomatisch voor het denken in die sector. Als we de jubelverhalen over biotechnologie mogen geloven is het snel gebeurd met vele ziekten en problemen in de wereld. Ook de Leidse hoogleraar Valerio spreekt de hoop uit dat de door hem ontwikkelde genentechniek het leed van vele mensen zal doen verdwijnen. Voor de genenwetenschappers staat het vast: als

Uit De Morgen van 3 maart 2000- kopie van het knipsel aanvragen bij debrug@online.be

eenmaal het geheim van de menselijke genen is ontrafeld kunnen mens en maatschappij beter gemaakt worden. Critici laten echter een geheel ander geluid horen. "De fixatie op genen neemt de aandacht weg van allerlei maatschappelijke factoren en de verschillende manieren waarop mensen daarop reageren. We weten allemaal dat

voedsel, milieuvervuiling, werken met chemische stoffen, stress, vrije tijd, noem maar op, van grote invloed zijn op allerlei vormen van ziekte en gezondheid", aldus de wetenschapster Harmsen.

In de medische wetenschap is de reductionistische zienswijze nu overheersend. Organismen worden beschouwd als machines die men kan leren kennen door de afzonderlijke delen te bestuderen. De wisselwerking tussen de delen onderling en hun omgeving blijft daarbij nagenoeg buiten beschouwing. Ook bij erfelijke ziekten geldt dat de omstandigheden grotendeels bepalen of de in aanleg aanwezige ziekte tot ontwikkeling komt.

Artsen kijken naar mensen alsof het machines zijn die een technische opknapbeurt door de dokter nodig hebben. Dat is zeer onwetenschappelijk. Het menselijk lichaam geneest zichzelf of het geneest niet. Het functioneert uit zichzelf, het leeft zelf, of het leeft niet. Medische zorg zou erop gericht moeten dat zelfgenezend vermogen te stimuleren door er beste omstandigheden voor te creëren. En medicijnen hoeven daarin maar een zeer beperkte rol te spelen.

 

Uit De Morgen van 26 januari 2000.- kopie van het knipsel aanvragen bij debrug@online.be

 

De katholieke erfenis in de wetenschap

 

We mogen na de lectuur van het vorige artikel wel besluiten dat de 'anderen' zeer ver staan. Maar het feit dat een dergelijk artikel kan verschijnen, dat mensen het kunnen lezen, betekent ook dat we niet weerloos staan tegenover machtige belangengroepen. Belangengroepen verdedigen hun belangen, burgers en consumenten moeten dat ook doen. Wie zijn die belangengroepen, wie verdedigt hun belangen ? Dat wordt door (een deel van) dezelfde burgers en consumenten gedaan ! In feite zijn wij in het Westen als beschaving allemaal schuldig aan dit soort fenomenen. In de medische wereld zijn dezelfde principes werkzaam die in onze ganse Westerse wereld werkzaam zijn. Men zou ze typische kenmerken van onze cultuur kunnen noemen. Ze vormen een algemene, gemeenschappelijke, mentale laag in de zielen van de Westers-denkende mens.

Een eerste principe luidt: "Eerst geloven, dan denken"

In tegenstelling met wat algemeen aanvaard wordt, is er in de wetenschap, zeker in de medische, weinig ruimte voor kritisch denken, bijna zo weinig als tijdens de middeleeuwen, toen men eerder voor waar aannam wat de Bijbel zei of wat Aristoteles of Galenus schreven, dan te vertrouwen op het eigen onderzoek. Zoals het christendom katholiek is geworden toen het de vorm van het Romeinse Rijk overnam, zo heeft de wetenschap het monopolie op het geloof overgenomen van de katholieke kerk. Nu moet er niet meer geloofd worden aan de maagdelijke geboorte van Jezus, maar wel bvb. dat de mensen van apen afstammen.

In de geneeskunde bestaat bvb. het dogma dat de mens eeuwig zou leven indien

a) er geen ziektekiemen van buitenaf zijn gezondheid belaagden, en

b) alle versleten organen konden vervangen worden door nieuwe.

Vanuit dit dogma komt men automatisch tot een bepaalde aanpak of remedie.

Dat dit principe zo algemeen geldend geworden is was onvermijdelijk sinds de katholieke kerk op het Concilie van Constantinopel in 869 de geest heeft afgeschaft. Toen werd bepaald dat de mens niet bestond uit lichaam, ziel en geest, maar alleen uit een lichaam en een ziel ... met enkele geestelijke eigenschappen. Daarmee was het licht op groen gezet voor het verder ontwikkelen van een materialistische cultuur.

Een cultuur waar geen plaats is voor de geest kan niet tot een juist weten omtrent het denken komen. Er is dan ook veel gefilosofeerd en geschreven rond het bewustzijn, maar zeer weinig over het denken. Men beschouwt dikwijls als denken wat in feite maar een voortborduren op traditionele denkschema's is, het verder uitwerken van geloofsartikelen. Dit geloof wordt dan nog dikwijls voorgesteld als kritisch denken. Zo hebben we in Vlaanderen ene prof. Vermeersch, aanvoerder der verlichte geesten. Toen onlangs in de kranten een bericht verscheen dat bidden een gunstige invloed zou hebben op de genezing, reageerde hij daarop in de zin van: hoe dat het toch mogelijk is dat mensen dergelijke nonsens kunnen geloven. Nochtans is het verband tussen bidden en genezen al lang wetenschappelijk onderzocht, en met dubbelblind proeven is aangetoond dat er wel degelijk een gunstige invloed van het gebed uitgaat. Deze studies zijn er, Larry Dossey verwijst ernaar in zijn boek "Healing Words, the power of prayer". Maar ja, wat het gangbare dogma niet bevestigt wordt niet ter kennis genomen. Zo kan men natuurlijk bij zijn geloof blijven dat er niets geestelijks actief is in de wereld.

Een lezersbrief onthulde in dezelfde periode hoe het met het denkvermogen van de heer Vermeersch gesteld is. Als antwoord op een aantijging had deze laatste gerepliceerd: "Dat kan ik niet gezegd hebben om de eenvoudige reden dat het onwaar is." De opmerkzame lezer maakte erop attent dat uit deze repliek logischerwijze volgt dat al wat de heer Vermeersch wél zegt een absoluut waarheidsgehalte heeft !

Achter dit zgz. kritische denken schuilt nog altijd de geesteshouding van de katholieke kerk: een hogere instantie bepaalt wat er dient geloofd te worden. Dat geldt zowel voor de wetenschap ("de wereld is opgebouwd uit elementaire deeltjes" ) als de politiek ( "voorstanders van strengere immigratiewetten zijn racisten" ).

Dit gebrek aan zelfstandig denken is schrijnend in de geneeskunde omdat door het blind geloof aan dogma's vele levens ten gronde gericht worden, zoals u verder in dit boekje kunt lezen.

Een tweede principe:

"Zonder technische productie kan er geen probleem opgelost worden."

Een voorbeeld.

Vorig jaar werden in België ongeveer 400 gevallen van meningitis C vastgesteld. Hoeveel mensen eraan stierven is niet bekend. In het Verenigd Koninkrijk stierven er 210, voor België zou dat dan neerkomen op zo'n 40-tal. Dit probleem schijnt alleen maar opgelost te kunnen worden door een gepast vaccin te produceren en te verkopen, en iedereen te vaccineren. (Belang van Limburg van 16 feb 00)

In hetzelfde vorig jaar stierven er in België in het verkeer 1356 mensen, meer dan 70.000 werden gewond (HLN van 22 feb 00). Dit zou kunnen verholpen worden door het individueel vervoer drastisch te beperken, maar dat zou een vermindering van de autoproductie en de benzineverkoop betekenen. Dat kán dus geen oplossing zijn. Het probleem blijft bestaan en wordt als onvermijdelijk beschouwd. Meer productie van allerlei veiligheidsartikelen zoals gordels, airbags, reflecterende strips enz. is mooi meegenomen.

Dit tweede principe willen we illustreren aan de hand van een huishoudelijk voorbeeld dat iedereen die kinderen heeft goed zal herkennen.

Een materialistische denkende mens stelt vast dat het toilet regelmatig verstopt geraakt. Hij vindt een materiële oorzaak. Dikke proppen papier verstoppen de afvoer. Zijn materialistische oplossing: ik koop ontstopper en giet dat in het toilet, telkens er zich verstoppingen voordoen. Economisch gezien een geweldige meerwaarde: de productie van papier moet niet verminderd worden, en de productie van ontstoppingschemicaliën neemt zelfs toe.

De verstopping heeft, naast een materiële oorzaak, ook een oorzaak die echter niet te wegen, te meten of te tellen valt: het zijn de slechte gewoontes van de kinderen om meer papier te gebruiken dan nodig is. Als men erin slaagt om deze gewoonte te veranderen, dan is ook het probleem van de verstoppingen opgelost.

Nog niet zo lang geleden was in een gezin de laatste oplossing vanzelfsprekend. Nu zouden we dat niet meer durven beweren. Reeds in 1960 schreef Vance Packard zijn klassieker "The Waste Makers" (de grote verkwisters), maar het schijnt een kenmerk van onze Westerse cultuur te zijn: oplossingen worden systematisch gezocht in functie van wat het productie-apparaat kan verwezenlijken.

J.K. Galbraith in zijn boek "Armoede" uit 1979, over de houding van het Westen t.o.v. de Dede Wereld:

" Er waren in het algemeen gesproken maar twee dingen die we konden verschaffen om de armoede te verlichten: kapitaal en -in principe nuttige- technische kennis. De oorzaken van de armoede werden vervolgens uit deze twee mogelijkheden afgeleid - armoede werd beschouwd als resultaat van kapitaalgebrek, van gebrek aan technische kundigheid. De oplossingen die we daarvoor hadden hielden voor ons tevens de diagnose in. We stelden pokken vast omdat we over het desbetreffende vaccin beschikten. Zo'n therapie kan alleen bij toeval tot goede resultaten leiden. Maar van zo'n toeval was helaas geen sprake."

Zonder dat ze zich daarvan bewust is, bouwt de medische wetenschap verder op de erfenis van de katholieke kerk: in de wereld is er goed en kwaad, God en de duivel. Het komt erop aan het kwaad te vernietigen, dan blijft alleen het goede over.

De moderne mens, die er zo prat op gaat dat hij zich uit de greep van het traditionele geloof heeft losgemaakt, blijft toch onbewust met dit denkbeeld verder leven, of hij nu een linkse progressieveling is ("Schaf het Vlaams Blok af") of een medicus ("Bestrijd de ziekte, dan blijft alleen gezondheid over").

Voor de antroposofie bestaat er geen absoluut kwaad. Het kwade is het goede dat op een verkeerde plaats of een verkeerd tijdstip actief is. Aldus bestaat er geen tegenstelling tussen een moedig mens en een lafaard. Moed is gewoon het midden tussen overmoed en lafheid. Zo bestaat er ook geen tegenstelling tussen gezondheid en ziekte. Gezondheid is het midden tussen twee tegengestelde ziektemogelijkheden. De gezonde mens bewaart een dynamisch evenwicht tussen 'warme' ziektes die met koorts gepaard gaan, en 'koude' ziektes die sclerotiserend, verhardend werken.

Dat is een eerste uitgangspunt.

Verder beschouwt antroposofie ziektes als leerprocessen, het zijn dus belangrijke ontwikkelingsmogelijkheden voor de mens, die natuurlijk met een zeker gevaar verbonden zijn. Dat is het geval met alle leermogelijkheden: er is de kans dat men zijn onvermogen om iets te leren moet vaststellen. Kunnen zwemmen is voor de mens een bron van ontspanning, van lichamelijke ontwikkeling, een nieuwe vaardigheid. Wie het geleerd heeft, en daarvoor eerst zijn schrik voor water heeft moeten overwinnen, voelt zich achteraf sterker, autonomer, zelfzekerder als mens. Volgens de logica van de huidige geneeskunde zou dat moeten verboden worden: statistieken wijzen uit dat er ieder jaar x aantal mensen verdrinken, voor het grootste deel mensen die konden zwemmen; niet-zwemmers gaan immers gewoonweg niet in het water !

Zo wil de geneeskunde ook kinderziektes uitroeien. Positieve effecten van overwonnen ziektes worden niet beschouwd, de negatieve des te meer benadrukt.

Net zoals de katholieke kerk ervan overtuigd was dat alleen het rechtgeaarde geloof zou overblijven, eens dat alle ketters verbrand zouden zijn, zo gelooft de huidige geneeskunde dat algemene gezondheid zou zegevieren wanneer

men alle ziekteverwekkers uitgeroeid heeft, of tenminste alle mensen ertegen heeft immuun gemaakt. Het katholieke denkbeeld is een illusie gebleken, en bij meer en meer dokters begint het geloof eveneens te wankelen.

Maar voorlopig blijven de oude dogma's overeind. Daarom is het begrijpelijk dat men liever tien miljoen mensen vaccineert tegen een bepaalde ziekte dan het risico te lopen dat er bvb. 40 mensen aan die bepaalde ziekte sterven. We kunnen deze reflex zeer goed begrijpen, en we zouden er niets tegen in te brengen hebben indien er niet het volgende was:

- de sterke aanwijzingen dat er meer mensen sterven door de vaccinaties dan door de ziektes zelf;

- het farmaceutisch industrieel-commercieel complex dat belang heeft bij het voortbestaan van heersende mistoestanden.

Over het tweede hebben we het hierboven al gehad. Op het eerste gaan we nu in.

Uit De Morgen van 12 februari 2000.

 

Is antroposofie tegen inentingen ?_

 

Helemaal niet, indien tenminste ...

Maar laten we Rudolf Steiner zelf aan het woord (uit GA 120, Werkingen van het karma ). De moderne geneeskunde kan niet verklaren hoe het komt dat de ene mens wel, en de andere niet ziek wordt wanneer ze beide in contact komen met dezelfde ziekteverwekker. Volgens de antroposofie heeft dat te maken met karma. Bepaalde daden, van een moreel lager gehalte, kunnen tot gevolg hebben dat men in een volgend leven gevoeliger wordt voor infectieziektes. Het doormaken van die ziekte verwijdert terug de slechte neerslag van die daden op onze eeuwige wezenskern. Verhindert men op een of andere manier dat die mens die ziekte doormaakt, dan wordt iets in het karma niet vereffend, het blijft bestaan tot een volgend leven tenzij de mens bewust zijn karma in orde brengt.

Volgens Rudolf Steiner zal bvb. liefdeloosheid in een bepaald leven zich in een volgend leven lichamelijk manifesteren als een aanleg tot pokken

 

[ ... ] "Laten we aannemen dat een mens zich, door bepaalde invloeden te volgen, in de richting van liefdeloosheid heeft ontwikkeld; dan treedt die liefdeloosheid in een volgend leven als karmische uitwerking op en ontwikkelt ze in zijn organisme bepaalde krachten.

Nu kunnen we twee dingen doen, bewust of ook niet bewust; want onze cultuur is nog niet zover dat we het bewust kunnen. Bij zo iemand zullen we voorzorgsmaatregelen kunnen treffen om die eigenschappen in zijn organisme, die van de liefdeloosheid komen, uit te bannen. We kunnen dan iets doen dat een tegenmiddel is tegen die uitwerking in zijn lichamelijk organisme die op liefdeloosheid wijst; maar daarmee zal nog niet altijd alle liefdeloosheid in de ziel zijn opgeheven, alleen het orgaan, het lichamelijke uitdrukkingsmiddel van de liefdeloosheid zal zijn weggenomen. Want als we verder niets doen, hebben we maar half werk gedaan, of misschien nog minder. We hebben die mens misschien fysiek, uiterlijk geholpen, maar in zijn ziel hebben we hem niet geholpen. Doordat we uit zijn uiterlijke lichamelijkheid het orgaan van de liefdeloosheid verwijderd hebben, kan hij die liefdeloosheid nu niet uitleven; hij moet haar in zijn innerlijke gesteldheid bewaren tot een volgende incarnatie.

Laten we eens aannemen dat een groot aantal mensen zich wegens liefdeloosheid tegenover andere mensen gedrongen zou voelen om bepaalde infectiestoffen op te nemen en het slachtoffer te worden van een epidemie. Laten we verder aannemen dat we iets tegen die epidemie zouden kunnen doen. We zouden dan in zo'n geval de uiterlijke lichamelijkheid ervoor behoeden de liefdeloosheid tot uitdrukking te brengen, maar we zouden daarmee nog niet de innerlijke neiging tot liefdeloosheid hebben weggenomen. Nu kunnen we ons de zaak echter zo voorstellen dat we, als we het uiterlijke orgaan van de liefdeloosheid wegnemen, de verplichting op ons nemen om zodanig op de ziel in te werken dat we de neiging tot liefdeloosheid ook uit de ziel wegnemen.

Het orgaan van de liefdeloosheid wordt bij uitstek gedood -in lichamelijke zin- door de pokkeninenting.

Nu blijkt uit het geesteswetenschappelijk onderzoek bvb. het volgende. In een bepaalde cultuurperiode zijn de pokken opgetreden omdat toen de algemene neiging bestond om in verhoogde mate egoïsme, liefdeloosheid te ontwikkelen. Toen traden, ook in het uiterlijke organisme, de pokken op. Dat is zo, wij zijn in de antroposofie nu eenmaal verplicht de waarheid te zeggen.

Nu kunnen we begrijpen dat men in onze tijd tot inenting is overgegaan. We kunnen echter ook iets anders begrijpen, namelijk dat er bij de beste geesten van onze tijd een zekere weerzin tegen inenting bestaat. Dat heeft met iets innerlijks te maken; het is de uiterlijke zijde van iets innerlijks. En we kunnen nu zeggen: als we aan de ene kant het orgaan doden, hebben wij ook de verplichting, als tegengewicht hiertegen, bij deze mens de materialistische inslag door een passende spirituele opvoeding een andere wending te geven. Dat zou de noodzakelijke tegenhanger zijn. Anders doen we maar half werk. Ja, we doen iets waarvoor de mens zelf in een latere incarnatie op de een of andere manier de tegenhanger moet scheppen, als hij het pokkengif in zich draagt en hem zo de eigenschap is ontnomen waardoor hij in feite tot de pokziekte wordt aangetrokken. Hebben we zijn bevattelijkheid voor pokken weggenomen, dan hebben we alleen de uiterlijke kant van de karmische werkzaamheid aangevat. Als we aan de ene kant hygiëne bedrijven, moeten we anderzijds de verplichting voelen de mensen wier organisme we veranderd hebben, ook iets voor hun ziel mee te geven.

Inenting zal geen mens kwaad doen die in de jaren daarna een spirituele opvoeding krijgt.

[ ... ]

Laten we nu eens veronderstellen dat veel epidemieën, gemeenschappelijke ziekteoorzaken, eenvoudig zijn terug te voeren op het feit dat de mensen die deze ziekteoorzaken opzoeken, willen opruimen wat ze zichzelf karmisch hebben aangekweekt, zoals bij een pokkenepidemie organen van liefdeloosheid. Als we het zouden klaarspelen om deze organen uit de weg te ruimen, dan zou toch de oorzaak ervan, de liefdeloosheid, blijven bestaan, en de betrokken zielen zouden dan in deze of een andere incarnatie de noodzakelijke vereffening op een andere manier moeten zoeken.

Tegenwoordig worden inderdaad nogal wat uiterlijke invloeden en oorzaken uit de weg geruimd die anders zouden zijn opgezocht om bepaalde karmische dingen te vereffenen die de mensheid in vroegere tijdperken op zich heeft geladen. Maar daardoor nemen we alleen de mogelijkheid weg dat de mens door uiterlijke invloeden wordt getroffen. We maken hem het uiterlijke leven aangenamer of gezonder. Daar bereiken we echter alleen mee dat de karmische vereffening die de mens in de vorm van een bepaalde ziekte zou hebben opgezocht, nu langs een andere weg moet worden gevonden.

De zielen die langs deze weg tegenwoordig wat hun gezondheid betreft worden gered, worden er nu toe veroordeeld op een andere manier deze karmische vereffening te zoeken. En dat zullen zij inderdaad in tal van de beschreven gevallen moeten doen.

Terwijl de mensen door een gezonder leven een groter fysiek welbehagen wordt geboden, terwijl hun het fysieke leven lichter wordt gemaakt, wordt de ziel daardoor in tegenovergestelde richting beïnvloed; zij wordt zodanig beïnvloed dat ze na verloop van tijd een zekere leegte, een onvrede, een onvervuldheid gaat ervaren. Als het zo verder zou gaan dat het uiterlijke leven steeds aangenamer, steeds gezonder zou worden, zoals het volgens de algemene voorstellingen in het zuiver materialistische leven zijn kan, dan zouden deze zielen steeds minder een aansporing voelen om innerlijk verder te komen. Een soort verdorring van de zielen zou hiermee parallel gaan.

Wie nauwkeurig in het leven rondkijkt, kan dat nu al merken (dit zegt Rudolf Steiner in 1910 ! - fdw). Er is nauwelijks een tijd geweest waarin zovele mensen in zo aangename materiële omstandigheden leefden, maar met zo lege, onvervulde zielen rondliepen als nu het geval is. Deze mensen haasten zich daarom van sensatie naar sensatie; als de financiën ernaar zijn, reizen ze van stad naar stad om iets te zien, of als ze in dezelfde stad moeten blijven, rennen ze iedere avond van het ene vertier naar het andere. De ziel blijft daarom niet minder leeg, ze weet op het laatst zelf niet meer wat ze nog kan opzoeken in de wereld om zich mee bezig te houden. Met name wordt door een leven in zuiver uiterlijke, fysiek aangename omstandigheden de hang gewekt om alleen over het fysieke na te denken. En als niet al lang de neiging bestond om zich alleen met het materiële bezig te houden, dan was ook de neiging tot theoretisch materialisme niet zo sterk geworden als nu het geval is. Zo worden de zielen lijdender, terwijl het uiterlijke leven gezonder wordt gemaakt.

[ ... ]

Als antroposoof zouden we ons ertoe kunnen beperken om te zorgen voor een gepaste spirituele opvoeding van gevaccineerde kinderen. Maar, enerzijds zijn onze mogelijkheden daartoe zeer bescheiden omdat er zo weinig Steinerscholen zijn, en anderzijds zouden we al vlug moeten vaststellen dat we de kinderen niet meer kunnen bereiken omdat hun ziel en geest afgesloten is, opgesloten als het ware in hun té harde lichamen.

Daarom kunnen we niet anders dan de strijd aanbinden met de zucht tot inenting die in onze maatschappij bestaat. Gelukkig staan we daarin niet alleen. In Vlaanderen is er bvb. de vzw Zelfhulpgroep Vaccinatieziekten

Maar we beginnen met een van de vele artikels die we op het internet vonden. Het origineel in 't Engels vind je opdit adres

Mythen en sagen rond inenting_

 

Onderstaand arikel is van Alan Philips, directeur van "Citizens for Healthcare Freedom" (Durham, North Carolina). Het verscheen in april 1996 in 'Wildfire Magazine'.

De auteur verwijst natuurlijk naar Amerikaanse instituten. De voornaamste zijn:

- FDA, Food and Drug Administration, een dienst die beslist of een product, bestemd voor menselijk gebruik, op de markt mag komen.

- CDC, Centers for Disease Control and Prevention, een soort centra van het Ministerie van Volksgezondheid.

Voor wie niet vertrouwd is met de materie:

DKT staat voor difterie, kinkhoest, tetanus. Deze drie inentingen worden meestal samen gegeven, evenals MBR, mazelen, bof, rode hond. In ´t Engels is dat resp. DPT en MMR.

Sabin en Salk zijn twee verschillende poliovaccins, genoemd naar de uitvinders.

Inleiding

Toen mijn zoon aan zijn eerste reeks inentingen begon, hij was twee maand oud, wist ik niet dat daar risico's aan verbonden waren. Maar in de informatie die het hospitaal verstrekte vond ik een tegenstrijdigheid: de kans dat het kind verkeerd reageert op het DKT-vaccin (difterie, kinkhoest, tetanus) was 1 op 1750, terwijl de kans om te sterven door kinkhoest slechts 1 op miljoenen was. Toen ik een dokter daar op wees, werd die boos, hij sprak dat tegen en stoof de kamer uit, mompelend: "Dat moet ik toch eens nagaan ..."

Kort daarna hoorde ik dat er een kind voor altijd gehandicapt was ten gevolge van een inenting, en ik besloot om de zaak zelf eens na te gaan. Mijn bevindingen waren zo alarmerend dat ik mij verplicht voelde om ze openbaar te maken. Daarom dus: dit rapport.

De medische wereld wijt de vermindering van ziektes aan inentingen en verzekert ons dat ze veilig en effectief zijn. Toch worden deze beweringen, die ondertussen als het ware dogma's geworden zijn, openlijk tegengesproken door overheidsstatistieken, medische studies, rapporten van de FDA en CDC, en door gereputeerde onderzoekers van overal ter wereld. Het is zo dat infectieziektes aan 't verdwijnen waren tientallen jaren vóór er inentingen waren. Dokters in de V.S. signaleren duizenden ernstige tegenreacties per jaar, waarbij honderden doden vallen en levenslange handicaps; er doen zich epidemieën voor bij volledig ingeënte bevolkingsgroepen; onderzoekers schrijven ettelijke chronische immunologische en neurologische afwijkingen toe aan de massale inentingscampagnes.

Honderden medische studies zijn er al gepubliceerd over het falen van inentingen en over negatieve reacties, tientallen boeken geschreven door dokters, onderzoekers en onafhankelijke researchers leggen serieuze leemtes bloot in de theorie en de praktijk van inentingen. Maar, ironisch genoeg zijn de meeste kinderartsen en ouders niet op de hoogte van deze bevindingen. Nochtans begint dit de laatste jaren te veranderen; een groeiend aantal ouders en zorgverstrekkers beginnen de problemen onder ogen te zien en durven de alomtegenwoordige, verplichte inentingen in vraag stellen.

Ik ben er niet op uit om de mensen te vertellen of ze al dan niet moeten inenten, maar ik wil wel zeer dringend de aandacht vestigen op enkele goede redenen waarom iedereen de feiten zou moeten kennen vooraleer hij besluit tot inenting. Als kersverse vader was ik geschokt toen ik ontdekte dat kinderartsen noch door de wet, noch door deontologie verplicht worden om volledig geïnformeerd te zijn, en toen ik zag hoe de overgrote meerderheid van de dokters ingrijpen op basis van incomplete -en in sommige gevallen totaal verkeerde- informatie.

Hoewel dit rapport maar een summiere inleiding is, bevat het toch genoeg bewijzen om verder onderzoek te stimuleren door om 't even wie zich betrokken voelt. Je zult zien dat dit de enige manier is om een objectief zicht op de zaak te krijgen, vermits deze discussie zeer emotioneel verloopt.

Een kleine waarschuwing: wees voorzichtig wanneer je over dit onderwerp gaat discuteren met een kinderarts. De meesten hebben al zo lang de zgz. veiligheid en effectiviteit van inentingen verdedigd dat hun identiteit en reputatie ermee versmolten zijn. Ze hebben het zeer moeilijk om bewijzen van het tegendeel te aanvaarden. De eerste arts aan wie ik mijn bevindingen probeerde mee te delen, begon kwaad te schreeuwen toen ik kalm over dit onderwerp begon. De verkeerde ideeën zijn zeer diep geworteld.

Mythe nummer een : "Vaccins zijn ongevaarlijk."

Bij het FDA is er een dienst waar alle negatieve reacties op inentingen moeten gemeld worden. Per jaar komen er zo'n 11.000 rapporten binnen van serieuze negatieve reacties, ongeveer 1 % met dodelijke afloop (meer dan 112). Het grootste deel van deze rapporten worden door dokters opgemaakt en het grootste aantal doden wordt toegeschreven aan de kinkhoestinenting . Alleen dit cijfer al is alarmerend, en toch is het maar het topje van de ijsberg. Het FDA schat dat slechts 10 % van negatieve reacties gemeld worden, hetgeen bevestigd wordt door twee studies van het National Vaccine Information Center (NVIC). Het is zelfs zo dat volgens het NVIC in New York slechts één dokter op 40 bevestigde dat hij een overlijden of een complicatie na inenting rapporteerde. We gaan even niet in op de integriteit van de medici (dokters zijn wettelijk verplicht om ernstige bijwerkingen te melden), maar deze bevindingen zouden er kunnen op wijzen dat er per jaar wel meer dan 1000 sterfgevallen aan inenting te wijten zijn.

Bij kinkhoest is het zo dat er veruit meer kinderen sterven door de inenting dan door de ziekte. Volgens het CDC stierven er de laatste jaren ongeveer 10 kinderen jaarlijks, slechts 8 in 1993, het laatste piekjaar (kinkhoest treedt op in een cyclus van 3-4 jaar). Simpel gezegd: de inenting is 100 keer dodelijker dan de ziekte. Neem de vele gevallen waar de ziekte optrad bij nagenoeg volledig ingeënte populaties en daarbij het feit dat de ziekte aan 't verdwijnen was vóór de verplichte inenting (het dodenaantal zakte met 79 % vóór de inentingscampagnes), dan kunnen we toch moeilijk het enorme aantal sterfgevallen beschouwen als een noodzakelijk offer voor een ziektevrije gemeenschap.

Spijtig genoeg is het hiermee nog niet gedaan. Zowel nationale als internationale studies hebben aangetoond dat inenting een oorzaak is van wiegedood, een zeer algemene diagnose die gesteld wordt wanneer de specifieke doodsoorzaak onbekend is. Schattingen variëren van 5.000 tot 10.000 gevallen per jaar in de V.S. één studie vond een piek van wiegedood op de leeftijd van 2 en 4 maand in de V.S., net wanneer de eerste twee routine-inentingen gegeven worden, een andere studie vond een duidelijk verband tot drie weken na de inenting. Nog een andere studie stelde vast dat ieder jaar in de V.S. 3.000 kinderen sterven binnen de vier dagen na een inenting (verbazend is dat de onderzoekers geen melding maken van een verband tussen inenting en wiegedood). Ten slotte concludeerde nog een andere studie dat de helft van de gevallen van wiegedood door inentingen wordt veroorzaakt - voor de V.S. betekent dat 2500 tot 5000 kinderen per jaar.

Er bestaan studies die beweren dat ze geen relatie met wiegedood vinden, maar vele van deze studie werden door weer een andere studie waardeloos bevonden: er werd een vooringenomenheid vastgesteld en die had hun resultaat beïnvloed ten gunste van inentingen (6). Als er al twijfel is, zouden we dan niet beter kiezen voor voorzichtigheid ? Als er op een geloofwaardige manier uitgemaakt wordt dat er een verband tussen wiegedood en inenting bestaat, zouden we dan niet nauwkeurig en op grote schaal moeten bijhouden of kinderen die een wiegedood stierven al dan niet ingeënt waren ?

In het midden van de jaren 70 bracht Japan de leeftijd om in te enten van 2 maand naar 2 jaar; de gevallen van wiegedood daalden onmiddellijk zeer sterk. Ondanks dit gegeven blijft de medische clan in de V.S. ontkennen. Dokters die de doodsoorzaak moeten vaststellen ("coroners") weigeren na te gaan of slachtoffertjes van wiegedood ingeënt waren, en nietsvermoedende families blijven de prijs betalen, ze kennen de gevaren niet en het recht om zelf een keuze te maken wordt hun ontzegd.

De lage rapporteringscijfers van negatieve lichamelijke reacties kunnen erop wijzen dat er jaarlijks veel meer dan 100.000 (in de V.S. - fdw) zijn. Omdat de dokters toch niets melden weet niemand hoeveel er blijvend gehandicapt worden, maar statistieken wijzen in de richting van enkele keren het aantal sterfgevallen. Dit vermoeden wordt versterkt door een studie die onthulde dat 1 kind op 175 dat de volledige serie DKT kreeg, af te rekenen had met "ernstige tegenreacties"(7). Een rapport voor openbare aanklagers stelde dat 1 op 300 inentingsgevallen resulteerde in stuipen(8).

In Engeland zag men inderdaad een vermindering van sterfgevallen door kinkhoest toen de graad van inenting zakte van 80 % naar 30 % in het midden van de jaren '70.

De Zweedse epidemioloog Trollfors over de effectiviteit van de kinkhoest inenting: "Sterfgevallen ten gevolge van kinkhoest zijn tegenwoordig zeer zelden in de geïndustrialiseerde landen en er kan geen verschil vastgesteld worden tussen landen met een hoge, lage of geen inentingsgraad".

Hij vond tevens dat er in Engeland, Wales en West-Duitsland meer kinkhoest-doden waren in 1970 toen er veel ingeënt werd, dan van 1985-1989, toen er minder tegen kinkhoest werd ingeënt.(9)

Inentingen kosten ons meer dan de levens en de gezondheid van onze kinderen. In de V.S. betaalde een speciaal fonds (NVICP) meer dan 724 miljoen dollars (belastinggeld) aan ouders van kinderen die gestorven of gehandicapt waren na inentingen. Deze instelling ontving meer dan 5000 aanvragen sinds 1988, waaronder 700 voor inentingsdoden, en er zijn nog altijd 2800 zaken hangende die misschien nog jaren kunnen aanslepen(10).

Ondertussen beschikken de farmaceutische firma's over een lucratieve markt: in de 50 staten van de V.S. zijn inentingen wettelijk verplicht, maar toch zijn deze firma's "immuun" voor de aansprakelijkheid voor de gevolgen van hun producten. Daarenboven kunnen ze in rechtszaken informatie achterhouden die zgz. bedrijfsgeheim is. Zo'n regeling is duidelijk onethisch. Het Amerikaanse publiek wordt gedwongen om tegen zijn zin te betalen voor de fouten van fabrikanten, en tegelijkertijd doen deze fabrikanten alles opdat hetzelfde publiek niet zou te weten komen welk gevaar er verbonden is met de producten.

Het is interessant om weten dat verzekeringsmaatschappijen (die verstand hebben van kansberekening) weigeren om iemand te verzekeren tegen mogelijke fatale gevolgen van inentingen. Zowel farmaceutische als verzekeringsfirma's schijnen zich alleen maar door winstbejag te laten leiden.

Mythe nummer twee : "Inentingen zijn zeer effectief."

In de medische literatuur vind je een verbazingwekkend aantal studies over het falen van inentingen. Binnen gevaccineerde populaties zijn er epidemieën voorgevallen van zowel mazelen, bof, waterpokken, polio als Hib. (11, 12, 13, 14, 15)

In 1989 meldde het CDC: " Bij scholieren zijn er mazelen opgedoken in scholen waar meer dan 98 % van de kinderen ingeënt waren(16). Dit deed zich voor in alle streken van het land, ook in gebieden waar er sinds jaren geen mazelen meer waren geweest."(17) Het CDC maakt zelfs melding van een mazelenbesmetting in een populatie waarvan bewezen was dat ze voor 100 % ingeënt was.(18)

Een studie over dit fenomeen concludeerde: "Hoe paradoxaal het ook is, het lijkt erop dat wanneer de inenting tegen mazelen een hoog cijfer bereikt binnen een bevolkingsgroep, dat mazelen dan een ziekte wordt van ingeënte personen;"(19)

Een meer recente studie vond dat inenting tegen mazelen een onderdrukking van het afweersysteem veroorzaakt waardoor de mens gevoeliger wordt voor andere infecties.(19a)

Deze studies wijzen ons erop dat het doel van een totale inenting eigenlijk contraproductief werkt. Dit wordt bevestigd door het feit dat er epidemieën uitgebroken zijn na het totaal inenten van een volledig land. Na het invoeren van de verplichte inenting tegen pokken in 1872 stelde men in Japan jaarlijks een stijging van het aantal ziektegevallen vast. Tegen 1892 waren er al 29.979 doden terwijl IEDEREEN ingeënt was.(20)

In het begin van de 20ste eeuw kenden de Filippijnen de grootste pokkenepidemie nadat 8 miljoen mensen 24,5 miljoen vaccin-doses hadden gekregen; het aantal dodelijke gevallen verviervoudigde.(21)

In 1989 brak er in Oman polio uit, zes maand nadat er een complete vaccinatie doorgevoerd was(22). In de V.S. waren in 1986 90 % van de kinkhoestpatiënten in Kansas "degelijk ingeënt"(23). In 1993 werd in Chicago vastgesteld dat 72% van de kinkhoestgevallen voor kwam bij patiënten die op tijd en stond gevaccineerd waren.(24)

Mythe nummer drie:" Dank zij inentingen zijn er nu zo weinig ziektes."

Volgens de Britse Vereniging ter Wetenschapspromotie verminderden kinderziektes met 90 % tussen 1850 en 1940. Deze vermindering viel samen met de verbetering van sanitaire en hygiënische gewoontes. Verplichte inentingen bestonden toen nog niet(25). Sterfgevallen ten gevolge van infectieziekten namen af in Engeland en de V.S. in de 20ste eeuw met 80 %, dodelijke slachtoffers van mazelen verminderden zelfs met 97 %, voordat er ingeënt werd. In Groot Brittannië was er een polio-piek in 1950, maar in 1956, toen begonnen werd met de vaccinatie was die al met 82 % verminderd.

In het beste geval kunnen we dus maar een luttel percentage van het kleiner aantal dodelijke slachtoffers van kinderziektes toeschrijven aan inentingen. En zelfs dit kleine percentage staat niet eens vast, want we zien dat de verminderingstrend bleef aanhouden nadat inentingen ingevoerd werden. Daarenboven zag men in Europese landen waar niet werd ingeënt dat de epidemieën van polio en pokken stopten op hetzelfde ogenblik als in de landen waar er wél werd ingeënt. De inentingscampagnes tegen pokken en polio werden in 't begin gevolgd door een serieuze stijging van het aantal ziektegevallen. Tijdens de pokken inentingscampagne bleven de andere infectieziekten een dalende tendens vertonen zonder vaccins. In Engeland en Wales verminderden zowel de ziektegevallen als de inentingen gelijktijdig, en dat over een periode van verschillende tientallen jaren (26).

Het is dus onmogelijk om uit te maken of het aantal sterfgevallen verminderde door de inentingen, of dat de oorzaken die lang tevoren voor een vermindering zorgden -verbeterde sanitaire voorzieningen, hygiëne, betere voeding, natuurlijke ziektecycli- gewoon niets beïnvloed werden door de inentingsmaatregelen. Deze conclusie wordt bevestigd door een recent rapport van de WHO (World Health Organization) dat vaststelde dat er geen direct verband bestaat tussen ziekte en sterftecijfers in de Derde Wereld en inentingen of medische behandeling. Er is wel een nauw verband met de hygiëne en het dieet (27). De goede naam die inentingen hebben om ziektes te verminderen is gewoon sterk overdreven en waarschijnlijk volledig ten onrechte.

Voorstanders van inentingen wijzen liever naar statistieken die een vermindering van het aantal ziektegevallen registreren dan naar sterfgevallen. Nochtans vinden statistici zelf dat de statistiek van sterfgevallen een betere meter is van het aantal ziektegevallen, gewoon omdat dodelijke gevallen zo goed als altijd in de statistiek terecht komen, terwijl veel ziektegevallen gewoon niet gerapporteerd worden (28).

Zo bvb. onthulde een recente enquête in New York City dat slechts 3,2 % van de kinderdokters gevallen van mazelen rapporteerden aan de bevoegde instanties. In 1974 waren er volgens het CDC slechts 36 gevallen van mazelen in Georgia, terwijl het officiële meldingscentrum er 660 genoteerd had (29). In 1982 schreven de verantwoordelijken van de Volksgezondheid in Maryland een epidemie van kinkhoest toe aan een televisieprogramma dat gewaarschuwd had voor de kwalijke uitwerking van inentingen; achteraf analyseerde een toponderzoeker-viroloog de 41 gevallen en vond dat er maar in 5 gevallen sprake was van kinkhoest, de 5 patiënten waren ingeënt geweest ! (30)

Deze voorbeelden illustreren de onbetrouwbaarheid van de cijfers van het aantal ziektegevallen, waar voorstanders zo hoog met oplopen.

 

Mythe nummer vier: "Inenting is gebaseerd op een degelijke theorie en praktijk van immunisatie."

 

Het klinisch bewijs voor inenting is dat ze de productie van antistoffen activeren, dat wordt niet betwist. Wat er evenwel niet duidelijk is, is de vraag of die productie van antistoffen immuun maakt.

Een voorbeeld: kinderen met agamma-globuline-anemie kunnen geen antistoffen maken, maar toch herstellen ze na infectieziekten bijna even vlug als andere kinderen(31). Een studie uit 1950 gepubliceerd door de British Medical Council tijdens een difterie-epidemie kwam tot de slotsom dat er geen verband was tussen het aantal antilichaampjes en het krijgen van de ziekte, de onderzoekers vonden gezonde mensen met extreem weinig antilichamen en zieke mensen met hoge aantallen(32). Natuurlijke immunisatie is een complex fenomeen dat van vele organen en systemen afhangt, men kan dat niet volledig imiteren door kunstmatige opwekking van antistofproductie.

Onderzoek wees eveneens uit dat afweercellen bij inenting op een specifieke antistof in het vaccin gaan reageren en niet meer op andere infecties kunnen reageren. Aldus zou het afweersysteem verzwakt worden doordat onze immuniteitsreserve vermindert. (33)

Een ander onderdeel van de immunisatie-theorie is de "kudde-immuniteit" : wanneer er genoeg mensen in een gemeenschap immuun zijn, is iedereen beschermd. Zoals we bij mythe twee zagen, zijn er vele voorbeelden die precies het tegenovergestelde demonstreren, volledig ingeënte populaties werden toch ziek. Voor mazelen schijnt dat zelfs het gevolg te zijn van een hoge inentingsgraad (19). Een epidemioloog van de staat Minnesota concludeerde dat het Hib-vaccin het risico op de ziekte verhoogt toen een studie onthulde dat ingeënte kinderen vijf keer meer kans maakten om meningitis te krijgen dan niet-ingeënte.

Een andere basis voor inentingsprogramma's zijn zeer bepaalde epidemiologische studies. Vele van deze studies zijn niet betrouwbaar genoeg om er conclusies uit te trekken. Een voorbeeld: wanneer 100 mensen ingeënt zijn en vijf ervan krijgen de ziekte, dan wordt het vaccin voor 95 % effectief verklaard. Maar indien van die 100 er slechts 10 blootgesteld zijn geweest aan besmetting, dan is de effectiviteit maar 50 % ! Bij wijze van proef gaat niemand een groep mensen opzettelijk blootstellen aan besmetting, zelfs niet wanneer al die mensen ingeënt zijn, maar men ziet dat er redenen zijn om de cijfers te wantrouwen.

Wat ook verbazingwekkend is in de praktijk van de immunisatie : men gaat er van uit dat alle kinderen, zonder onderscheid van leeftijd, zo goed als identiek zijn. Een boreling van twee maand met een gewicht van vier kilo krijgt dezelfde dosis als een kleuter van vijf jaar die 20 kilo weegt. Zeer jonge kinderen met een onrijp, onontwikkeld immuunsysteem krijgen soms vijf of meer keer ( afhankelijk van het lichaamsgewicht) de dosis van oudere kinderen. Daarenboven, hoe werden het aantal "units" in een dosis vastgesteld ? Door willekeurig te testen, het kan van 0,5 tot 3 keer afwijken van de maat op het etiket. Blijkbaar laat de kwaliteitscontrole in de productie een dusdanige foutenmarge toe.

De NVIC heeft meermaals het bestaan van zgn. "Hot Lots" kunnen vaststellen, vaccin-loten die meer dan normaal sterfgevallen en handicaps veroorzaakten, maar de FDA weigert tussen te komen om verder onnodige trauma's en doden te voorkomen. In feite is er nog nooit een lot vaccins teruggeroepen omdat er teveel negatieve reacties op waren. Sommigen zouden hier spreken van kindermoord.

Als laatste punt: de praktijk van de inenting gaat ervan uit dat al de in te enten personen op dezelfde manier reageren, ongeacht ras, cultuur, dieet, woonplaats of andere omstandigheden. Waarschijnlijk werd dit uitgangspunt nergens dramatischer weerlegd dan in Australië, een paar jaar terug, in het Northern Territory waar een doorgedreven immunisatiecampagne leidde tot een ongelooflijke sterfte van 50 % onder de kinderen van de aboriginals (34). Onderzoeker A. Kalokerinos ontdekte dat een kritieke factor het ontbreken van vitamine C in het dieet van de aboriginals was. (Door de invloed van de blanke cultuur eten deze mensen meestal "junk food". Studies hadden vroeger al aangetoond dat inenting de lichaamsreserve aan vitamine C uitput; kinderen in shock of collaps herstellen vaak na enkele minuten wanneer ze een inspuiting met vitamine C krijgen.)

Hij was verbaasd dat er nog zovele overleefden, en stelde zich vragen over de gezondheid van de overlevenden, want als de ene helft dood ging, dan zal de gezondheid van de andere helft ook serieus geleden hebben.

Bijna even alarmerend is een zeer recente studie in het New England Journal of Medicine die onthulde dat een fors aantal Roemeense kinderen polio kregen door het vaccin, wat in meer ontwikkelde landen minder voorvalt. Er werd een verband gevonden met injecties van antibiotica: één enkele inspuiting met antibiotica binnen een maand na de vaccinatie verhoogde het risico op polio 8 keer, 2 tot 9 injecties verhoogden het risico 27 keer, en 10 of meer injecties verhoogden het risico 182 keer. (Washington Post, 22 februari 1995).

Welke andere factoren zullen er nog opduiken waar de vaccinatie-theorie tot hiertoe geen rekening heeft mee gehouden ? Welke onvoorziene gevaren en gevolgen waar men niet op gelet heeft ? Maar hoe groot het gevaar is zullen pas kunnen onder ogen zien wanneer onderzoekers gaan beginnen met uit te kijken en eerlijk te rapporteren. Ondertussen zijn volledige bevolkingsgroepen onwetend gokkers in een spel waaraan ze hoogstwaarschijnlijk niet zouden deelnemen indien ze op voorhand inzage kregen in de "regels".

Mythe nummer vijf: "Kinderziektes zijn zeer gevaarlijk"

De meeste kinderinfectieziektes hebben vandaag de dag weinig ernstige gevolgen. Zelfs de conservatieve CDC-statistieken voor kinkhoest voor de jaren 1992-1994 tonen een herstel van 99,8 %. Toen er in de herfst van 1993 in Ohio en Chicago honderden gevallen opdoken van kinkhoest, verklaarde een specialist van het Cincinnati Kinderhospitaal dat de ziekte zeer onsschuldig was, niemand stierf of werd in de intensieve opgenomen.

In het merendeel van de gevallen zijn infectieziekten tijdens de kinderleeftijd goedaardig en beperkt. Daarenboven kunnen ze immuniteit voor het ganse leven nalaten, terwijl de immuniteit door een inenting slechts tijdelijk is. Eigenlijk is die tijdelijke immuniteit zelfs gevaarlijk. Een voorbeeld: het nieuwe waterpokken-vaccin blijft zo'n 6 tot 10 jaar werkzaam. Als het al effectief is, dan wordt het kind opnieuw vatbaar wanneer het een jonge volwassene is, maar dan heeft het al 20 keer meer kans om aan deze ziekte te sterven.

Halverwege de jaren '80 verschenen er terug mazelen. In ongeveer de helft van de gevallen was dat bij adolescenten en volwassenen van wie de meeste als kind ingeënt waren(35) en de aanbevolen na-inenting geeft maar bescherming voor minder dan zes maand (36). Daarenboven vrezen sommige gezondheidsspecialisten dat het virus van het windpokkenvaccin "later in het leven kan reactiveren in de vorm van herpes zoster (gordelroos) of andere stoornissen van het afweersysteem (37)".

Dr. Lavin van de kinderafdeling van het St. Luke's Medical Center in Cleveland, Ohio, was geweldig tégen het toelaten van het nieuw vaccin, "Tot we zeker weten ... welke risico's er verbonden zijn met het injecteren van gemuteerd DNA (herpes virus) in een gast genoom (de kinderen). (38) De waarheid is dat NIEMAND het weet, maar ondertussen is het vaccin toch toegelaten en aanbevolen door de overheid.

Niet alleen zijn de meeste infectieziekten zelden gevaarlijk, ze kunnen integendeel een vitale rol spelen in de ontwikkeling van een sterk, gezond afweersysteem. Bij personen die nooit mazelen hebben gehad ziet men meer bepaalde huidziekten, ontaardingsziektes van been en kraakbeen, en bepaalde tumoren. Vrouwen die geen bof hebben doorgemaakt, vertonen een hoger risico op kanker van de eierstokken.

 

Mythe nummer zes: "Polio was overduidelijk een van de grote successen van inenting".

Zie het artikel op blz. 19.

Mythe nummer zeven:

"Mijn kind vertoonde geen reactie op korte termijn, dus is er niets om ongerust over te zijn ... "

 

Wat betreft de negatieve effecten van inenting op lange termijn zijn er studies over chronische immunologische en neurologische afwijkingen zoals autisme, hyperactiviteit, concentratiestoornissen, dyslexie, allergieën, kanker en andere afwijkingen die dertig jaar geleden, voor de massale inentingen, nauwelijks voorkwamen. De bestanddelen van vaccins bevatten gekende kankerverwekkende stoffen zoals thimersol, aluminiumfosfaat en formaldehyde (het Australisch anti-gifcentrum stelt dat er GEEN aanvaardbare veilige hoeveelheid formaldehyde is die zou kunnen ingespoten worden in een levend menselijk lichaam).

Harris Coulter, Ph.D., is onderzoeker en schrijver, hij houdt zich bezig met de geschiedenis van de geneeskunde. Zijn uitgebreid onderzoek bracht aan het licht dat inentingen bij kinderen

" ... een lichte graad van encefalitis veroorzaakt bij kleine kinderen op een veel grotere schaal dan de diensten van Volksgezondheid willen toegeven, bij zo'n 15 tot 20 % van alle kinderen."

Hij wijst erop dat in de nasleep van encefalitis (= ontsteking van de hersenen, een gekend neveneffect van inenting) kunnen optreden:

autisme, leerstoornissen, minimale en minder minimale hersenbeschadiging, stuipen, epilepsie, slaap- en eetstoornissen, sexuele stoornissen, astma, wiegedood, diabetes, zwaarlijvigheid, neiging tot impulsief geweld. Het zijn precies de kwalen die in de moderne maatschappij algemeen zijn geworden. Veel van deze afwijkingen waren vroeger relatief zeldzaam, maar werden algemeen naarmate de kinderinentingsprogramma's uitbreidden.

Coulter vernoemt ook dat " ... het toxisch bestanddeel van het kinkhoestvaccin gebruikt wordt om encefalitis te doen optreden bij laboratorium proefdieren."

Een Duitse studie vond een verband tussen inenting en 22 neurologische afwijkingen waaronder verminderde concentratie en epilepsie.

De virale elementen in de vaccins verblijven jaren in het menselijk lichaam en kunnen daar muteren, zonder dat iemand de gevolgen daarvan kan inschatten. Miljoenen kinderen nemen dus deel aan een enorm, wreed experiment en de medische gemeenschap doet geen serieuze georganiseerde inspanning om de negatieve neveneffecten op te volgen of om de gevolgen op lange termijn te onderzoeken.

Mythe nummer acht: "Vaccins zijn de enige preventie-mogelijkheid".

De meeste ouders voelen zich verplicht om voor hun kinderen iets te doen om ziektes te voorkomen. Hoewel er nooit een 100 % garantie is, zijn er toch goede alternatieven. Historisch gezien is homeopathie effectiever gebleken in de behandeling en het voorkomen van ziektes dan de gangbare allopathische geneeskunde.

Toen in 1849 cholera uitbrak in de V.S., zag de allopathische geneeskunde een sterftegraad van 48-60 %, terwijl homeopathische hospitalen er slechts 3 % optekenden. Dit is gedocumenteerd (40). Dit is ook vandaag nog geldig voor cholera (41). Recente epidemiologische studies tonen aan dat homeopathie even goed of beter scoort om ziektes te voorkomen. Er zijn rapporten over populaties die homeopathisch behandeld werden en die na blootstelling aan de besmetting een 100 % succes kenden, niemand van de behandelden kreeg de ziekte (42).

Homeopathische kits ter ziektevoorkoming zijn beschikbaar (43). Men kan de homeopathische middelen ook nemen alleen tijdens periodes van verhoogd risico (een lokaal optreden, reizen enz.) en in dergelijke gevallen blijken ze heel effectief te zijn. Omdat deze middelen geen giftige bestanddelen bevatten, veroorzaken ze ook geen neveneffecten. Daarenboven is homeopathie al nuttig geweest om bepaalde slechte gevolgen van een inenting ten goede te keren, ook bij chronische stoornissen waaraan allopathische geneeskunde weinig kon verhelpen.

Mythe nummer negen: "Inentingen zijn wettelijk verplicht, en dus onvermijdelijk."

In de V.S. zijn er drie mogelijkheden om te ontsnappen aan de wettelijke verplichting:

1) Om medische redenen. Alle 50 staten laten hier een uitzondering toe.

2) Om godsdienstige redenen. In bijna alle staten mogelijk.

3) Om filosofische of persoonlijke redenen. Meer en meer staten houden er rekening mee dat inentingen omstreden zijn, en dat wettelijk verplichte inenting de vrijheid van het individu schendt.

In tegenstelling tot de V.S. is in België alleen de inenting tegen polio wettelijk verplicht. Met een beetje vindingrijkheid kan men zich aan die verplichting onttrekken ...

Hou er wel rekening mee dat het bewijs van inenting ook in kinderdagverblijven gevraagd wordt. Wees dan nogmaals vindingrijk !

Op zijn minst kan men de verplichte inenting uitstellen tot 18 maand zonder de wet te overtreden.

De staat heeft de macht om inentingen verplicht te maken. Heeft hij ook het recht ? Daarover in de volgende Brug. (fdw)

Mythe nummer tien: "Voor de minister van Volksgezondheid staat gezondheid op de eerste plaats."

De geschiedenis van inentingen staat bol van goed gestaafde voorbeelden hoe men bedrieglijk inentingen voorgesteld heeft als almachtige ziektebedwingers, terwijl ze eigenlijk dikwijls het verdwijnen van een ziekte uitgesteld en zelfs tegengewerkt hebben. In Engeland gaf het Ministerie van Volksgezondheid toe dat diagnosen gesteld werden in functie van de inentingen, m.a.w. patiënten met een ziekte waartegen ze ingeënt waren kregen een andere diagnose. De cijfers in de hospitalen werden vervalst en de doodsoorzaken eveneens. Ook vandaag zijn er nog veel dokters weigerachtig om een ziekte bij een kind te diagnosticeren wanneer dat kind ertegen ingeënt is. Zo blijft de mythe natuurlijk bestaan.

De schuld treft niet zozeer de individuele dokters. Als student weten ze niet beter dan dat de informatie die hun aangereikt wordt correct is (waarmee nog eens de nefaste rol van de Staat in het onderwijs aangetoond wordt - fdw).

Ironisch genoeg is geneeskunde een terrein waar conformiteit heerst, er is weinig tolerantie voor opinies die afwijken van de status-quo. Dokters kunnen je niet waarschuwen voor wat ze zelf niet weten, eens ze een eigen praktijk hebben is er ook weinig tijd voor verdere studie. Ze zijn a.h.w. gegijzeld door een systeem dat onafhankelijk onderzoek en het vormen van een eigen opinie ontmoedigt. De weinigen die de status-quo durven in vraag stellen worden vaak gebroodroofd, er is immers de Orde van Geneesheren die door de wetgever gesteund wordt.

 

Besluit

In de Medical Post van december 1994 verklaarde Guylaine Lanctot, auteur van de bestseller "Medische Maffia" : "De medische autoriteiten blijven liegen. Inentingen zijn catastrofaal voor het immuunsysteem. Ze veroorzaken ziektes. We veranderen feitelijk onze genetische code door vaccinatie ... Over 10 jaar zullen we weten dat de grootste misdaad tegen de mensheid inentingen waren."

Na een uitgebreide studie van de medische literatuur over inentingen concludeerde Dr. Viera Scheibner: "Er is geen enkel bewijs dat inentingen ziektes kunnen voorkomen. Integendeel, er zijn massa's bewijzen dat ze serieuze neveneffecten veroorzaken."

John B. Classen, M.D., M.B.A., verklaart: " Mijn gegevens tonen aan dat de studies die gebruikt werden om inentingen aan te bevelen zo vol fouten zitten dat het onmogelijk te zeggen is of inentingen een netto winst voor een individu of voor de maatschappij betekenen. Deze kwestie kan alleen uitgemaakt worden door gepaste studies die tot dusver nooit werden verricht. De fout bij vroegere studies is dat er geen opvolging op langere termijn was en er niet gezocht werd naar chronische vergiftiging. De American Society of Microbiology heeft mijn onderzoek ondersteund ... en aldus de nood voor serieus onderzoek erkend."

Sommigen zullen dit misschien radicale standpunten vinden, maar ze zijn gefundeerd. Het blijven ontkennen van de bewijzen houdt alleen maar de mythes in stand, samen met de negatieve gevolgen voor onze kinderen en de maatschappij. Agressief en veelomvattend wetenschappelijk onderzoek is zeker gerechtvaardigd, want zolang dat er niet is blijven de inentingsprogramma's uitbreiden. De winsten voor de producenten zijn gegarandeerd omdat ze toch niet aansprakelijk zijn voor de negatieve effecten. Dit is vooral treurig omdat er nu al veilige en effectieve alternatieven bestaan.

Ondertussen gaat de race verder. Volgens het NVIC zijn er op dit ogenblik zo'n 250 nieuwe vaccins in ontwikkeling, gaande van oorpijn, contraceptie tot diarree. Ongeveer 100 daarvan worden al klinisch getest. Onderzoekers werken aan inentingsmethodes via neussprays, via muskieten (inderdaad, muskieten), en via de vruchten van transgene planten waarin de vaccin-virussen groeien. Aangezien ieder kind (en dus volwassene) op de planeet een mogelijke afnemer is van verschillende doses, en ieder gezondheidssysteem en regering een mogelijke koper, hoeft het niet te verbazen dat ontelbare miljoenen dollars geïnvesteerd worden in de groeiende multi-biljoen dollar vaccin-industrie. Zonder massaal publiek protest zal men ons en onze kinderen altijd maar nieuwe inentingen laten ondergaan (zie blz. 27 in deze Brug over hepatitis C - fdw). De winsten, die kunnen al berekend worden, de reële menselijke kost wil men niet weten.

Wat ook je persoonlijke beslissing zij omtrent inentingen, wees op de hoogte. Je hebt het recht en de verantwoordelijkheid om geïnformeerd te zijn. Het is een moeilijke kwestie, maar er staat meer dan genoeg op het spel om de tijd en de energie te rechtvaardigen

Over polio_

 

Van alle kinderziektes is polio de meest gevreesde omdat de gevolgen zo zwaarwegend zijn, de zgn. kinderverlamming. De inenting tegen deze ziekte is in België de enige verplicht. Maar zelfs zonder die wettelijke dwang zouden de meeste ouders hun kind(eren) laten vaccineren. Velen herinneren zich nog de polio-epidemie in het Nederlandse Staphorst waar een geloofsgemeenschap inenting geweigerd had en een aantal kinderen door de ziekte verlamd werden. Ondertussen weet natuurlijk niemand al lang meer om hoeveel gevallen het ging en of het inderdaad polio was. Met de informatie uit het vorige artikel hebben we zeker redenen om een en ander in vraag te stellen.

Het onderstaand artikel toont aan dat men op dit ogenblik meer kans maakt om polio te krijgen met inenting dan zonder. Voor een beter begrip beginnen we met een uittreksel uit de brochure van de vzw Zelfhulpgroep Vaccinatieziekten:

 

"Polio of kinderverlamming is een aandoening veroorzaakt door een virus, waarin drie types onderscheiden worden. Besmetting gebeurt langs de mond, meestal via besmet drinkwater. Gedurende de eerste maand na besmetting wordt het virus langs de stoelgang uitgescheiden. Via de darmen bereikt het tenslotte de bloedbaan. Van daar uit kan het, in een klein percentage van besmette patiënten, het ruggemerg aantasten en aanleiding geven tot verlammingsverschijnselen of ademhalingsproblemen.

Besmetting geeft levenslange immuniteit tegen dat bepaalde type virus, en een gedeeltelijke bescherming tegen de beide andere types. Vaak echter gaat de besmetting onopgemerkt voorbij, vaker nog bij kinderen dan bij volwassenen.

De ziekte is zeer zeldzaam geworden. Zowel in gevaccineerde als in niet-gevaccineerde landen daalt het aantal snel. In gans Europa kwamen er in 1983 nog welgeteld 52 gevallen voor.

Er bestaan twee vaccins tegen polio.

In België wordt het Sabin-vaccin gebruikt. Dit bevat levende, afgezwakte virussen. Het wordt langs de mond ingenomen, als vloeistof of op een klontje suiker. Iemand die op die manier gevaccineerd is, is de eerste tijd zelf besmettelijk, en kan dus het virus aan anderen doorgeven.

In Nederland gebruikt men het Salk-vaccin. Dit bevat gedode virussen, en wordt ingespoten, meestal samen met de vaccins tegen difterie, kinkhoest en tetanus (DKTP-cocktail)."

Het Engelse origineel van onderstaand artikel vind je op http://www.whale.to/

 

Het aantal sterfgevallen door polio was reeds aan 't afnemen toen het vaccin geïntroduceerd werd, en er is geen geloofwaardig wetenschappelijk bewijs dat het vaccin de ziekte deed verdwijnen. Gevallen van polio vermeerderden na de massale inentingen.

Het United States Centre for Disease Control (CDC) gaf toe dat het vaccin vandaag in de V.S. de voornaamste veroorzaker is van polio, het veroorzaakte 87 % van de gevallen tussen 1973 en 1983. In de periode van 1980 tot 1989 werd ieder geval door het vaccin veroorzaakt. Dokters en wetenschappers in de staf van het National Institute of Health in de jaren '50 waren er zich goed van bewust dat het Salk-vaccin ineffectief en gevaarlijk was. Sommigen verklaarden openlijk dat het waardeloos was als preventie en gevaarlijk om te nemen. In het Salk-vaccin, op basis van een inactief of dood virus mocht nog altijd 5000 levende virussen per miljoen doses.

Een groot vaccin-proces in 1955 bracht de totale mislukking van het Salk-vaccin aan het licht. Tijdens een epidemie in Massachusetts hadden 77,5 % van de getroffenen 3 of meer doses van het ongeactiveerde vaccin.

In 1956, tijdens de beruchte Francis Fields processen ontdekte men een groot aantal kinderen die polio kregen na de inenting. In plaats van het vaccin uit de omloop te halen werd er besloten om alle poliogevallen uit de statistiek te halen die opdoken binnen 30 dagen na de inenting onder het voorwendsel dat er al polio aanwezig was vóór de inenting.

In 1958 veroorzaakte massale inenting een catastrofale toename van polio, het maximum was een toename met 700 % in Ottawa, Canada. De hoogste pieken in de V.S. kwamen voor in de staten die de inenting verplicht hadden gemaakt. (1)

Vier van de vijf bedrijven die het Salk-vaccin produceerden stopten ermee omdat het niet werkte en wegens de gerechtszaken die eruit voortvloeiden.

"Het gebruik van het Salk of Sabin-vaccin verhoogt de kans dat uw kind de ziekte zal krijgen. Het lijkt erop dat de meest effectieve manier om je kind te beschermen tegen polio is ervoor te zorgen dat het niet ingeënt wordt." - Dr. Mendelsohn M.D. (1984)

Het bedrog van de polio-definitie

De statistieken over polio werden gemanipuleerd. Een manier is om de ziekte anders te omschrijven, ze een andere naam te geven "virale of aseptische meningitis" of "coxsackie virus".

Een voorbeeld: in juli 1955 werden er in een U.S. county ( een soort kanton) 273 gevallen van polio gemeld en 50 gevallen van aseptische meningitis. In 1966 waren dat slechts 5 gevallen van polio en 256 van aseptische meningitis. Deze nieuwe richtlijnen voor de diagnose werden uitgegeven door het CDC.

Als je tegen inenting bent, en je krijgt polio, dan wordt het gewoonlijk "polio" genoemd. Maar als je ingeënt bent en je krijgt polio, dan noemt men het meningitis. (2)

Coxsackie en echovirussen kunnen verlammingsverschijnselen veroorzaken die klinisch niet te onderscheiden zijn van poliomyelitis. (John H. Menkes, Handboek van Kinderneurologie, 5de editie, blz. 420)(a)

Dr. Ratner, vroeger een gezondheidsinspecteur, verklaarde dat juist vóór de introductie van het polio-vaccin de National Foundaton For Infant Paralysis 25 dollar betaalde aan dokters voor ieder gemeld poliogeval. "Stel dat er een patiënt binnenkomt, hij hinkt een beetje door een ongeval. Hij zegt dat hij enkele dagen ervoor koorts heeft gehad ... Raad eens wat de diagnose werd ... "

Men wist heel goed dat polio vanzelf genas in 50 % van de gevallen binnen de 60 dagen. Na de invoering van het Salk-vaccin werd de definitie van polio door het CDC gewijzigd. Om nu nog polio te hebben moest je het langer dan 60 dagen hebben (16).

Omdat het Salk-vaccin aangeprezen werd, het kon onmogelijk polio veroorzaken, werden alle gevallen die optraden na inenting ontkend en aldus uit de statistiek van negatieve reacties op vaccins gehouden. (4)

Vele dokters weigeren negatieve reacties te rapporteren. Van de meer dan 200 families die de zelfhulpgroep contacteerden was maar in 3 % van de gevallen de schade door de dokter gemeld. In de V.S. geeft het FDA toe dat 90 % van inentingsschadegevallen niet gerapporteerd worden.(4)

Dr. Bernard Greenberg is een expert in biostatistiek, tevens voorzitter van het Committee on Evaluation and Standards of the American Public Health Association in de jaren vijftig. Hij getuigde tijdens een paneldiscussie die gebruikt werd als bewijs voor hoorzittingen van het Congres over het polio-vaccin in 1962. Tijdens deze hoorzittingen weidde hij uit over de problemen met de polio-statistieken en betwistte hij de effectiviteit van het vaccin. Volgens hem was de drastische afname van polio te wijten aan een veranderde praktijk van rapporteren door dokters. Na de inenting werden minder gevallen gemeld als polio, om welbepaalde redenen.

"Vóór 1954 bewees iedere dokter zijn patiënt een dienst wanneer hij paralytische polio meldde omdat de kost van de hospitalisatie dan betaald werd; tegelijk toonde hij zijn burgerzin door een besmettelijke ziekte te melden. Het criterium voor de diagnose toentertijd in de meeste gezondheidsdiensten volgde de definitie van de WHO (Wereld Gezondheids Organisatie):

"Spinale paralytische poliomyelitis: tekenen en symptomen van niet-paralytische poliomyelitis maar met gedeeltelijke of volledige verlamming van een of meer spiergroepen, vastgesteld tijdens twee verschillende onderzoeken met een tussenpoos van minstens 24 uur."

U ziet "twee onderzoeken met een tussenpoos van minstens 24 uur" was de enige vereiste. Bevestiging door een laboratorium en het aanwezig zijn van residuele verlamming was niet nodig. In 1955 werden de criteria gewijzigd om meer de definitie te benaderen die in de beperkte proeven van 1954 gebruikt werd: er moest residuele verlamming opgetreden zijn, 10 tot 20 dan na het uitbreken van de ziekte en opnieuw 50 tot 70 dagen daarna ... Deze wijziging in de definitie betekende dat er vanaf 1955 eigenlijk een nieuwe ziekte gemeld werd, namelijk paralytische poliomyelitis met een langerdurende verlamming. Sindsdien werden de diagnostische procedures altijd maar verfijnd. Men begon Coxsackievirale infecties en aseptische meningitis te onderscheiden van polio. Vóór 1954 werden grote aantallen van deze ziekten ongetwijfeld verkeerdelijk polio genoemd. Zodoende, eenvoudig door de diagnose-criteria te veranderen, moest het aantal gevallen van verlamming wel dalen in de jaren 1955-1957, of er wel of geen vaccin gebruikt werd.

"Officiële gegevens tonen dat inentingen op grote schaal gefaald hebben om bescherming te geven tegen de ziektes waarvoor ze bedoeld waren" - Dr. Sabin, die het polio-vaccin ontwikkelde.

Mensen van de gezondheidsdienst overtuigden de Chinezen om het merendeel van hun poliogevallen de naam van Guillain-Barr Syndroom (GBS) te geven. Een studie vond dat de nieuwe ziekte (het Chinees Paralytisch Syndroom) en het GBS in feite polio waren (41). Na massale inenting in 1971 werden er minder gevallen van polio gemeld maar GBS steeg met 1000 %.

"De WHO voerde een campagne om polio uit te roeien in Midden en Zuid-Amerika, er waren 930 gevallen van een verlammende ziekte - ze werden allemaal polio genoemd. Vijf jaar later, toen de campagne afgelopen was, deden zich grofweg 2000 gevallen voor - maar slechts 6 ervan werden polio genoemd (41). Het aantal verlammingsziekten verdubbelde, maar de definitie van polio werd zo drastisch gewijzigd dat men nauwelijks nog kon spreken van polio". - Greg Beattie

Chronisch Vermoeidheidssyndroom: een andere naam voor polio; kijk eens op

http://www.sonic.net/melissk/polio1.html

 

Besmetting door het poliovaccin: AIDS, kanker, Guillain-Barre-Syndroom & leukemie.

"Iedere inenting bewerkt dat de drie waarden van het bloed in of naar de zone gaan die karakteristiek is voor kanker en leukemie ... Vaccins scheppen de voorwaarden voor kanker en leukemie." - Prof. L. Vincent, uitvinder van de bio-electronica.

In de jaren '50 en '60 werden miljoenen mensen besmet met kankerverwekkende apenvirussen van SV1 tot SV40 (simian virus) door poliovaccins omdat er nieren van resusapen gebruikt waren voor de aanmaak ervan.

Het SV40, dus het veertigste dat gevonden werd, is het meest onderzocht. Het wordt algemeen gebruikt om genetische veranderingen in andere virussen te bewerkstelligen. Bij dieren veroorzaakte het grote aantallen sarcomen (kanker), het vermindert de aanmaak van proteïnen, wat tot spieratrofie leidt - symptomen van AIDS. Het toedienen van het Salk-vaccin in Nieuw-Zeeland (1956-1966), met SV40 ging gepaard met het verschijnen van SSPE, 100 keer meer dan verwacht (1).

Een studie van 58.000 vrouwen die het IPV (dode virus) gekregen hadden op het ogenblik dat dat besmet was met SV40 (1959-1965) toonde een verhoogd risico op hersentumor in hun kinderen met een factor 13.

Een ander apenvirus - respiratory syncytial (RS) - werd in 1956 gevonden in het polio-vaccin; een verband werd aangetoond met een ziekte van het ademhalingssysteem.

Dat apenvirussen dodelijk kunnen zijn was al bewezen omdat 10 vaccinonderzoekers stierven na een beet van een aap, aan het apen B-virus, een herpesvirus. Een van hen was een collega van Sabin in 1932.

In 1976 ontdekten onderzoekers van het US Bureau van Biologie dat 3 stalen van het Lederle polio-vaccin tussen 1000 en 100.000 apenvirussen per ml bevatten, een veel hogere concentratie dan later door veiligheidsvoorschriften werd toegelaten (Kyle, 1992).

" Enkele jaren na het gebruik van het polio-vaccin deden zich enkele merkwaardige fenomenen voor. Voordat de eerste 300.000 doses uitgereikt werden in de V.S. hadden we nooit gezien dat leukemie optrad bij kinderen onder de twee jaar. Een jaar na de eerste campagne zagen we de eerste gevallen van kinderen onder de twee jaar die stierven aan leukemie ... Dr. Herbert Radnor stelde vast dat in deze kleine stad, een gebied waar geen gevallen te verwachten waren, of, volgens vroegere statistieken, maar één geval van leukemie om de vier jaar, dat er nu plotseling een kleine epidemie binnen enkele woonblokken uitbrak." Dr. Snead.

Een factor voor het ontstaan van leukemie is kwik. De kwikoplossing Thimerosal zit in DKT, mazelen en hepatitis-B-vaccins. Dr. Pinto, een tandarts, genas een meisje van leukemie door haar kwikamalgaamvullingen te verwijderen. Om dit te bewijzen aan een sceptische dokter plaatste hij de vullingen terug, en de leukemie keerde ook terug. Hij verwijderde de vullingen opnieuw en de leukemie verdween eveneens opnieuw. (17)

Thimerosal wordt in sommige labo's gebruikt om ziektes van het auto-immuunsysteem op te wekken bij konijnen (17). Formaldehyde is een gekend kankerverwekkend middel, het zit in de polio, hepatitis B, en DKT-vaccins. Het DKT bevat daarnaast ook NaCl, Na OH, HCl en Al. Het MMR (tegen bof, mazelen en rode hond) bevat neomycine, een antibioticum.

In de V.S. krijgen baby's vóór hun vierde maand drie inspuitingen van al deze chemicaliën en metalen plus bacteriën en virussen: de vaccins tegen difterie, kinkhoest, tetanus, influenza type b, hepatitis B, 3 types van polio. Dan het MMR op 12 - 18 maand, dan weer op hun vierde jaar. Eenentwintig vaccincocktails vóór hun vijfde jaar !

" Zelfs vandaag nog weigert de regering, de FDA om gesofistikeerde biotechnologie te gebruiken om besmetting van vaccins te onderzoeken. Ik denk dat de mensen gewoon paf zouden staan als ze wisten dat in sommige van de vaccins die tegenwoordig toegediend worden nog virussen zitten." - Leonard Horowitz, D.M.D., M.A., M.P.H.

Letsels door het polio-vaccin

In het "Polio Network News" van 1992 werd gemeld dat al 4.236 klachten ingediend zijn bij het U.S. Claims Court voor letsels en dood door de polio-inenting (18).

Een vrouw in Nieuw-Zeeland moest in 1983 haar beide benen laten amputeren na een besmette dosis vaccin (met SV40), en dit na een lijdensweg van 10 jaar (14).

De FDA liet onlangs toe dat vaccin met levend polio-virus gebruikt werd hoewel het niet conform de veiligheidsnormen was. Nadat ze een rechtszaak verloor, herschreef ze de voorschriften zodanig dat dergelijke vaccins nu wel beantwoordden aan de "norm" (4).

Na een lichamelijk letsel zal de regering van het Verenigd Koninkrijk daar nog een geestelijk letsel aan toevoegen, want vooraleer ze haar verantwoordelijkheid opneemt, laat ze je een lange lijdensweg doorlopen en dan biedt ze als schadevergoeding een belachelijk laag bedrag aan, en dan nog alleen als je meer dan 80 % gehandicapt bent. Al de "experten" die een verslag moeten schrijven zijn allopathen, en aangezien inenting één van de steunpilaren van de allopathie is, zijn zij niet bepaald onpartijdig.

In de V.S. telde de FDA van 1990 tot 1993 54.072 negatieve reacties na inenting. Zelf geeft de FDA toe dat maar 10 % gerapporteerd wordt, dat brengt het echte cijfer op meer dan 500.000.

Sinds 1961 zijn er ten gevolge van polio-inenting naar schatting meer dan 3000 sterfgevallen geweest.

Onze nieuwsgierigheid was geprikkeld en we bestelden een OPV-vaccin-rapport. Dit rapport dat we ontvingen was ontluisterend. Het gaat over een periode van iets minder dan 5 jaar. Een samenvatting:

Aantal gevallen van reacties op inentingen: 13.641

Waarbij opname in de spoedafdeling nodig was: 6.364

Levensgevaarlijk: 236

Opname in een ziekenhuis nodig: 1726

Geen gegevens over herstel: 1695

Blijvend letsel: 133

Sterfgevallen: 540

Met deze cijfers kunnen we de officiële versie als zouden er jaarlijks maar 8 tot 10 gevallen zijn van polio, veroorzaakt door het vaccin, ontkrachten. We vragen ons af hoe men tot dergelijk getal komt wanneer er over vijf jaar 1.695 gevallen zijn waarvan niets geweten is over genezing (330 per jaar). Hoe kan een getal geldigheid hebben met zoveel onbekenden ?

De oorzaak of uitlokkende factoren van polio

1) Slechte voeding

Stephen Cooter vond dat de beschrijving van een acute poliovirusinfectie bijna identiek is aan de gevolgen van een tekort aan vitamine B1, Beri-Beri dus. Dit wordt gewoonlijk veroorzaakt door dextrose en alcohol en het eten van witte rijst.

Klenner, Southern Medicine & Surgery, April 1951:

Onderzocht de resultaten van McCormick in 50 bevestigde gevallen van polio in en rond Toronto, Canada, tijdens de epidemie van 1949. Families die bruin brood aten en polio kregen, vertoonden geen verlamming, terwijl in de families die wit brood aten vele kinderen verlamd werden.

Bruin brood bevat 28 keer meer vitamine B1 dan wit brood. Het lijkt er dus op dat de verlamming die met de acute poliomyelitis optreedt te wijten is aan B1-avitaminose. Zie:

http://www.seanet.com/~alexs/ascorbate/

Dr. Sandler waarschuwde de inwoners van Noord-Carolina om hun consumptie van ijsroom, soda-pop en kunstmatig gezoete producten te verminderen bij warm weer. Polio kwam 90 % minder voor (20).

Dr. McCormick wees erop dat het eerse geval van polio gemeld werd in Wenen, één jaar nadat de eerste industrieel gemalen bloem daar verkocht werd. Hij noemt polio een vorm van beri-beri die volgt op het gebruik van uitgebuilde bloem (2).

Dr. George Starr beweerde dat ieder geval van kinderverlamming dat hij kon onderzoeken een slachtoffer was van gedenaturiseeerde (gepasteuriseerde) melk. Volgens hem is er nooit een kind verlamd geraakt door polio wanneer zijn moeder fruitsap dronk in plaats van melk en op dezelfde manier heeft geen kind ooit kinderverlamming gekregen wanneer het fruitsap in plaats van melk dronk ( het gaat hier dan natuurlijk om vers geperst sap - fdw).

"Het (industrieel) malen van tarwe vernietigt 40 % van de Chroom, 86 % van het kobalt, 68 % van het koper, 78% van het zink en 48 % van de molybdeen. Wanneer de tarwe volledig geraffineerd is, zijn ook het grootste deel van de fosfor, ijzer, riboflavine en alle vezels verdwenen. Uit de tarwebloem zijn vitamine E, belangrijke olien en aminozuren verwijderd. Wit brood wordt even vlug in glucose omgezet als witte suiker.

Verrijkt voedsel, versterkt met vitamines, dat is gewoon oplichterij ... na verrijking bevat witte bloem toch nog minder dan de helft van calcium, een derde fosfor en kalium. Bij wijze van experiment werden ratten 90 dagen op een dieet van verrijkt wit brood gezet: twee derden stierf voor het experiment beëindigd was. De 8 vitamines die gewoonlijk op de meeste 'versterkte' ontbijtgranen verneveld worden vertegenwoordigen slechts een kleine portie van de voedende stoffen die er oorspronkelijk inzaten - om maar te zwijgen van de vezels, die bijna volledig verwijderd zijn." - Paul Stitt, voedseldeskundige.

Dr. Melvin Page D.D.S. ontdekte dat degeneratieve ziektes verdwenen wanneer hij bij zijn patiënten een verhouding calcium-fosfor kon bewerkstelligen van 2,5. De hoofdoorzaken van een verstoord cacium-fosfor-evenwicht zijn dierlijke producten (vlees heeft een 20-1 verhouding), suiker en frisdranken. Iedere Amerikaan verbruikt jaarlijks 55 kilo suiker, per dag gemiddeld 1 tot 2 blikken frisdrank. Frisdrank is zeer zuur, ongeveer 2,5 pH. Om een glas cola te neutraliseren heeft men 32 glazen basisch water nodig met een pH van 10.

Dr. Gordon Stewart, Professor in Epidemiologie en Pathologie, stelt dat men polio- en andere virussen maanden, zelfs jaren kan dragen, zonder gevolgen. Volgens Dr. Dennis Geffen vertonen 90 % van de mensen die drager zijn van het poliovirus geen symptomen; slechts 9 % ontwikkelen lichte tekens van de ziekte zoals stijfheid of een pijnlijke keel, terwijl maar 1 % echt verlamd geraken.

2) Polio uitgelokt door inentingen, antibiotica en pesticiden zoals DDT

"Het orale poliovaccin is geen diepe steekwonde (zoals de injectie), maar het gebruikte virus, dat ironisch genoeg kwaadaardiger is dan het wilde virus, samen met de begeleidende toxische stoffen en de wisselwerking met de darmflora, valt eveneens het afweersysteem aan en schijnt het organisme gevoelig te maken voor de ziekte in plaats van te beschermen. Als we verder weten dat er inenting nodig was om polio te laten uitbreken (de eerste uitbarsting vond plaats na de massale inenting tegen pokken 100 jaar geleden), dan beseffen we dat het vermijden van andere inentingen bijna volledig de dreiging van polio doet verdwijnen." - Bronwyn Hancock.

Niet alleen had het poliovaccin niets te maken met het afnemen van paralytische polio (of polio in 't algemeen), er zijn bewijzen dat inentingen voor polio en andere ziektes, namelijk difterie, kinkhoest, tetanus en pokken -verantwoordelijk waren voor een toename van deze ziektes. De afname van het aantal gevallen dat niet veroorzaakt werd door de inenting zelf begon in het Westen met de verbetering van de hygiëne en het sanitair; de ziektes waren al bijna verdwenen toen de inentingen begonnen.

Onderstaande informatie van de National Anti-Vivisection Society (U.K.) verschaft inzicht in de relatie tussen difterie en DKT-cocktail en polio:

" Het is aangetoond dat de eerste DKT-cocktailmengsels zeker polio hebben veroorzaakt bij een aantal kinderen. Statistisch gezien komt polio meer voor bij kinderen die ingeënt zijn tegen difterie dan bij niet-ingeënte kinderen, de symptomen verschenen in het gevaccineerde lichaamsdeel binnen de 28 dagen na de injectie. Een schandaal barstte los in Engeland in 1949, een epidemiejaar voor polio; andere rapporten volgden uit Australië. Er is een overvloed aan publicaties over dit onderwerp.

Een ervan, Brits, geeft details van 17 gevallen van polio die volgden binnen de 28 dagen na het toedienen van verscheidene injecties.

Een ander, Australisch, geeft details van 340 gevallen van polio, waarvan 211 voordien ingeënt waren tegen kinkhoest en/of difterie. Van deze laatste waren er 35 minder dan 3 maand daarvoor ingeënt, en nog eens 30 in het voorafgaande jaar. Dr. Geffen meldde gelijkaardige bevindingen in de St. Pancraswijk in London, waar 30 kinderen onder de 5 jaar polio kregen binnen de 4 weken na een inenting tegen difterie of kinkhoest of de twee; de verlamming trof het lichaamsdeel waar de injectie gegeven was.

Twee medisch-statistici van de London School of Hygiene and Tropical Medicine bestudeerden deze rapporten en concludeerden:

"Tijdens de polio-epidemie in dit land in 1949 deden zich gevallen van kinderverlamming voor waarbij een verband bestond met inentingsprocedures die uitgevoerd waren in de maand voorafgaand aan het uitbreken van de ziekte."

Dr. Arthur Gale van het Ministerie van Volksgezondheid rapporteerde 65 gevallen uit de Midlands, waarbij verlamming optrad ongeveer twee weken na een injectie; in 49 daarvan trad de verlamming op in het lichaamsdeel waar de injectie gegeven was.

De uitbarsting van polio volgde op een intensieve inentingscampagne in dezelfde periode, 1947-1949. Na deze bevindingen werd door het Ministerie aanbevolen om difterievaccins en DKT-cocktails niet te gebruiken in regio's waar polio van nature leefde. "Sindsdien begon het voorkomen van kinderverlamming snel te verminderen in Groot-Brittannië, zelfs voor de komst van het Salk-vaccin."

"Polio wordt uitgelokt. Dat is de waarheid over die uitbarstingen van polio. En volgens mijn goed overwogen mening is polio een ziekte die door de mens is gecreëerd." Viera Scheibner(42).

Een recente Roemeense studie toonde aan dat injecties van antibiotica na een polio-inenting polio konden veroorzaken. De onderzoekers meenden dat de gevallen van 'polio, veroorzaakt door het vaccin' konden teruggebracht worden van 10,3 tot 1,4 per jaar indien er geen antibiotica-inspuitingen zouden worden gegeven binnen de dertig dagen na een inenting (41).

Het volgend verband met antibiotica-inspuitingen werd gevonden: een enkele injectie binnen de maand na de inenting verhoogt de kans op polio 8 keer, 2 tot 9 injecties verhoogden het risico 27 keer en 10 injecties of meer verhoogden het risico 182 keer (Washington Post, 22 feb 1995).

Een studie in India opperde dat drie vierde van de gevallen van kinderverlamming in de laatste tien jaar werden veroorzaakt of verergerd door onnodige inspuitingen (41) (The Lancet vol. 341).

"Tegenwoordig worden verschillende vormen van het woord 'polio' nog altijd gebruikt om de gevolgen van vergiftiging aan te duiden, hoewel gewoonlijk meestal met betrekking tot verlammingsverschijnselen bij dieren." - Jim West, Health and Research Publications, kijk eens op http://www3.bcity.com/harpub/

"Wanneer de bevolking blootgesteld wordt aan een chemische stof waarvan men weet dat ze bij dieren beschadigingen veroorzaakt aan het ruggemerg die gelijken op beschadiging door polio bij mensen; en daarna doen zich plots meer gevallen van polio voor, en dat jaar na jaar; is het dan onredelijk om een oorzakelijk verband te vermoeden ?" - Biskind.

"Sinds het einde van de gevechten op de Filippijnen is polio een hoofdoorzaak van sterfte bij de Amerikaanse soldaten. Hoewel enkel de gevallen met verlamming gemeld worden, komt polio daar minstens 10 keer meer voor dan bij soldaten, gestationeerd in de V.S. Ik geloof dat het eigenlijk nog meer is omdat in honderden gevallen dengue en gele koorts als diagnose gesteld werd in een omgeving waar dat volgens mij niet mogelijk was. En toch waren er geen uitbarstingen van polio bij de plaatselijke bevolking ginds. - Albert Sabin (Clinical Intoxication from DDT). Ook bij http://www3.bcity.com/harpub/

Eerste polio-epidemie: 1887 in Zweden. Patent van de eerste pesticidesproeier: 1873.

3) Wegnemen van de amandelen

Dokters beginnen te denken dat de polio-epidemieën van de jaren 40 en 50 misschien werden veroorzaakt door de vele tonsillectomieën die in de jaren 20, 30 en 40 uitgevoerd werden. Ze ontdekten dat de enige plek in het lichaam waar antistoffen tegen polio kunnen aangemaakt worden juist de amandelklieren zijn. Zijn die weggenomen, dan kan er geen afweer zijn tegen polio.

'Tijdens de polio-epidemieën werd vastgesteld dat mensen zonder amandelen 3 tot 5 keer meer kans maakten om verlamd te geraken ... Velen waren toen van oordeel dat polio een iatrogene ziekte was (d.i. veroorzaakt door een geneeskundige ingreep - fdw)... we hebben zelf duizenden gevallen van verlamming veroorzaakt. We veroorzaakten niet de polio, maar we veranderden mensen die anders zouden hersteld zijn van een triviale ziekte in mensen met een verlammingsziekte' - Dr. Mark Donahue (41)

4) Gebrek aan hygiene

Bij een uitbarsting in Taiwan in 1982 vond men dat kinderen 5 keer meer kans maakten om polio te krijgen in gezinnen die geen leidingwater gebruikten.

Mensen die opgegroeid zijn in een rijke, stedelijke omgeving, kunnen zich nauwelijks voorstellen in welke omstandigheden vorige generaties leefden. Nochtans zijn er beschrijvingen genoeg, zo bvb. in de bestseller 'De as van mijn moeder' van Frank McCourt, over zijn jeugd in Ierland waar "de regen de stad doorweekte van nieuwjaar tot oudjaar" en "de kleren eeuwig nat bleven, jassen van tweed en wol herbergden levende have en soms ontsproot er een mysterieuze vegetatie aan." Van de vijf kinderen stierven er twee aan longontsteking, niemand kreeg polio, de schrijver zelf kreeg typhus als enige in het gezin, maar overleefde ...

 

Hoe kan polio behandeld worden ?

Twee jaar na de ontdekking van ascorbinezuur, toonde Jungblut aan dat het dit zuur (= vitamine C) poliovirus kan inactiveren. Dat was vóór Salk. In 1949 beschreef Dr. Klenner zijn succesvolle behandeling van polio met vitamine C, met vele dramatische ziektegeschiedenissen. (5)

97 tot 100 % herstelde met een juiste hygiënische behandeling.

91 tot 100 % herstelde met een bepaalde chiropractische behandeling

72 % herstelde door de Nurse Kenny-kuur

35 % herstelde vanzelf, zonder professionele hulp

17 % herstelde met medische hulp ! (8) Daarbij zijn dan nog de gevallen gerekend met de Klennerkuur, die eigenlijk voedings-/orthomoleculaire geneeskunde is.

Vitamine C bij acute poliomyelitis: Greer, Medical Times, november 1955: "Grote doses vitamine C bleken heilzaam te werken in vijf ernstige gevallen van acute poliomyelitis".

Klenner, Southern Medecine & Surgery, juli 1949: "De behandeling [in de polio-epidemie in Noord-Carolina in 1948, 60 gevallen] bestond erin vitamine C in zeer grote hoeveelheden toe te dienen .. zoals een antibioticum, om de twee tot vier uur. De begindosis was 1000 tot 2000 mg, afhankelijk van de leeftijd. Kinderen tot 4 jaar kregen injecties ... Patiënten die thuis behandeld werden kregen om de zes uur een injectie van 2000 mg, daarnaast nog 1000 tot 2000 mg oraal om de twee uur, opgelost in fruitsap. Alle patiënten waren beter na 72 uur.

Tot zover dit artikel over polio. Wegens plaatsgebrek kunnen we de bronvermelding niet afdrukken in deze Brug, we voegen ze als bijlage bij dit nummer bij. Wie een aansluiting heeft op het internet kan ze ook opzoeken op het adres dat we in 't begin vermeldden.

Ook over de inentingen tegen andere kinderziektes zijn er zeer vele publicaties. Men vraagt zich af hoe het komt dat, ondanks al deze gegevens, de publieke opinie nog altijd zo pro-inentingen is.

Op http://www.whale.to/Vaccines/ploys.html vinden we een lijstje met methodes die gebruikt worden om het publiek inentingen aan te praten. We overlopen ze even. Een aantal zijn al ter sprake gekomen in de voorgaande artikels.

 

Hoe stel ik inentingen in een gunstig daglicht ?_

 

1) Schrijf een natuurlijke afname van de ziekte toe aan inentingen.

2) Citeer waardeloze wetenschappelijke studies.

Deze studies worden meestal uitgevoerd door wetenschappers die betaald worden door farmaceutische bedrijven.

3) Verhoog de effectiviteit van de inenting door de diagnose te veranderen of door een verkeerde diagnose te stellen.

Een kind is ingeënt tegen mazelen en krijgt toch mazelen ? Noem het de 3, 4, of 6-dagenkoorts !

4) Geef complicaties na inentingen de naam van een ziekte.

"Ongeveer twee maand later werden we opgebeld door een Dr. Thomas Gill. Hij zei ons dat de doodsoorzaak het HepatitisB-virus was. Dat kon ze alleen maar door het vaccin gekregen hebben. Hij zei dat hij de overlijdensakte spoedig zou opsturen. Zestien weken later kregen we die per post en als doodsoorzaak stond er vermeld: 'natuurlijke oorzaken', m.a.w. wiegedood."

5) Lieg en gebruik statistieken.

" Zij (= Merck, een grote producent van vaccins) zeiden haar dat ze de enige persoon was die ooit daarover klachten had ... ze zei dat toen haar huisdokter belde, dat die ook dat antwoord kreeg, en toen elke dokter en iedere verpleegster belde: telkens hetzelfde antwoord. Ikzelf telefoneerde ook en ze zeiden: "Oh Dr. Hyde, u bent de enige dokter in gans Canada die met een dergelijke klacht komt aanzetten."

"De statistiek die vaak aangehaald wordt is dat er 25.000 kinderen besmet zijn met hepatitisB. Na lang aandringen hoe de CDC tot dit cijfer kwam, gaf het hoofd van de afdeling Hepatitis, Harold Margolis, eindelijk toe dat dit gewoon een schatting is."

6) Selectief geheugenverlies.

"We weten niet hoe een groene-aapvirus tegelijkertijd bij zovele leden van de wereldbevolking opdook." - Dr. Myron Essex, in San Antonio, 23 april 1987.

7) Jaag de mensen schrik aan.

Daar kan iedereen van meepraten die het eens gewaagd heeft om bedenkingen te maken bij een inenting of andere medische ingreep die door een medische hogepriester voorgesteld wordt.

8) Verminder de risico's van inentingen door negatieve reacties niet te melden.

9) Verhoog het risico op ziekte.

"Dokters vinden MBR-inenting noodzakelijk om het risico van een hersenontsteking als complicatie bij mazelen te voorkomen. Dit zou in 1 op 1000 gevallen optreden. Dat is misschien zo in de Derde Wereld, maar, na tientallen jaren ervaring met mazelen, durf ik dat getal betwijfelen: bij ons ligt dat eerder rond de 1 op 100.000." - Dr. Mendelsohn

10) Geef bacteriën de schuld.

Ingeënt en toch ziek ? "Deze variant van de ziekte is een mutatie van de Bordetela pertussis-bacterie."

11) Maak of verander de wet.

In 1949 moest men in de V.S. kunnen aantonen dat een kind ingeënt was tegen pokken vooraleer het naar school mocht gaan. In 1999 eisen de meeste staten dat de kinderen 33 of 34 doses van 9 of 10 verschillende vaccins gehad hebben.

11) Propaganda in de media.

Een staaltje van bij ons op de volgende bladzijden.

12) Herhaal volgende mantra's tot ze geloofd worden.

- Dat het HIV-virus opdook na de massale polio-inenting in Afrika, betekent niet dat er een oorzakelijk verband is.

- De risico's van de inenting wegen niet op tegen de voordelen.

(Als jouw kind sterft na een inenting is het risico 100 % - zegt een getroffen ouder)

13) Broodroof de afvalligen en verdoem de ketters.

Andrew Wakefield vond een verband tussen de MBR-inenting en autisme, publiceerde zijn bevindingen in The Lancet (27/02/98) ... en mocht zich verantwoorden "omdat hij het publiek onnodig had verontrust".

In Amerika deinst men er niet voor terug om iemand uit zijn ouderlijke macht te ontzetten en het kind ter adoptie af te nemen, wanneer een ouder zich verzet tegen de verplichte inentingen.

 

Propaganda in de Vlaamse media

Uit de Gazet van Antwerpen van 13 december 1999.- kopie van het knipsel aanvragen bij debrug@online.be

 

Een eerste voorbeeld van regelrechte desinformatie vonden we in de Gazet van Antwerpen van 13 december 1999. Het artikel verscheen naar aanleiding van een persconferentie, nemen we aan, van het Hepatitis C-Forum, zelfs dat konden we niet opmaken uit het artikel (... kwam voor het eerst naar buiten ...). Er staan leugens in (*), en het geheel wordt op een dusdanige manier gepresenteerd dat de oppervlakkige lezer ervan overtuigd wordt dat de inenting van zijn kind een goede zaak is.

Het begin van het artikel gaat duidelijk over hepatitis C, ook de titel "Erger dan aids" slaat op de C-variant. De ondertitel "goedkope oplossing" gaat over de B-variant, evenals de ondertitel "massale inentingscampagne..."

De eigenaardige logica van het artikel luidt dus:

Hepatitis C is gevaarlijker dan aids, maakt steeds meer slachtoffers, daarom: inenting van alle kinderen tegen hepatitis B !!

Leest men het artikel aandachtig, dan staat men paf van dit gebrek aan ernst. Of is het doelbewuste misleiding ? Heeft iemand er belang bij om vaccins te verkopen ?

Laat ons even de aangeboden informatie bekijken.

In het artikel wordt hepatitis A voorgesteld als onschuldig, de lezer mag terecht besluiten dat daarvoor dus niet ingeënt moet worden.

Dan zegt men over hepatitis B : is gevaarlijk, maar wordt meestal doorgegeven via contact met besmet bloed. Sinds 1990 wordt donorbloed goed getest, dus het risico om via transfusie besmet te geraken is zo goed als nul, volgens ditzelfde artikel. De lezer mag concluderen : geen reden tot veralgemeende inenting, alleen voor bepaalde risicogroepen aangewezen, zoals het trouwens tot hiertoe het geval was. Mensen die in hospitalen werken e.d.

Verder lezen we dat hepatitis B ook door sexueel contact overgedragen wordt, een inenting voor prostituées lijkt dus ook aangewezen, nog altijd niet voor de brave Jan-met-de-pet, en zeker niet zijn kind(eren)

Dan hebben we hepatitis C. Daarvan wordt gezegd dat de oorzaak van de besmetting in 40 % van de gevallen onbekend is, voor de rest dezelfde als bij hepatitis B, maar ... een vaccin is nog niet uitgevonden.

Men vraagt zich af hoe men op basis van deze informatie tot het aanprijzen van een algemene inenting tegen hepatitis B komt. Die biedt immers geen bescherming tegen hepatitis C.

Dan verklaart een dokter van Kind en Gezin dat hij blij is met die campagne voor inenting tegen hepatitis B "want de infectiegraad lag te hoog". Dat is toch je reinste lulkoek, om het beleefd uit te drukken. Al die in te enten kinderen kunnen toch geen drugsverslaafden zijn, die spuiten gebruiken, zich laten piercen of tatoueren. En als ze de besmetting van hun ouders meegekregen hebben, dan heeft een inenting ook geen zin meer, dan is het al te laat.

Het laatste artikeltje verraadt wellicht de manier van denken van de Wereldgezondheidsorganisatie die deze campagne aangeraden heeft. "Nieuwe generaties blijven levenslang beschermd" klinkt het. De onderliggende redenering moet dan wel zijn:

"Van alle kinderen die nu geboren worden gaan er later enkele een risicogroep worden, welke kinderen dat gaan zijn, weten we niet, dus als we ze allemaal inenten, is het gevaar bezworen". En inderdaad, de CDC die al vaker vernoemd werd "insists on vaccinating all newborns and young children on the grounds that they may act irresponsibly later in life".(2)

Dat is natuurlijk een merkwaardige redenering, die herinnert aan de logica van bepaalde Amerikaanse vrouwen die, uit schrik om misschien eens borstkanker te krijgen, preventief hun borsten laten afzetten! (**)

(*) Voorbeeld: "Nee, er is geen enkele nevenwerking bekend" zegt die Dr. Van Caillie van Kind en Gezin.

Hem is misschien geen nevenwerking bekend, maar:

Suikerziekte bij jongeren ging omhoog met 60 % na een massale HepatitisB-inentingscampagne in Nieuw-Zeeland van 1988 tot 1991. In Finland: 147 % meer diabetes bij kinderen onder de vijf jaar nadat drie nieuwe vaccins geintroduceerd werden in de jaren 70 ... (2)

(**) Anderzijds is het niet zo'n merkwaardige redenering in onze huidige cultuur. Er heerst een dusdanige levensangst dat men uit schrik voor de dood, voor eventueel lijden, het leven al bij voorbaat geen kans geeft. Hoeveel abortussen worden niet goedgepraat door te stellen dat het te verwachten kind toch geen "menswaardig" bestaan zou hebben ...

Een tweede voorbeeld van desinformatie komt uit het Belang van Limburg van 20 november 1999. De vraag in de titel wordt al beantwoord door tussentitels als 'ongeloofwaardig' en 'bizarre theorieën'.

Het artikel laat maar één klok luiden. Het is waar dat wetenschappers het nog niet eens zijn over de oorsprong van het HIV-virus, maar alle theorieën tot dusver komen in de buurt van besmette poliovaccins.

Volgens het artikel ontkende Koprowski dat hij de nieren van chimpansees gebruikt heeft voor de aanmaak van het poliovaccin. Met die ontkenning zet hij de theorie van o.a. Hooper op losse schroeven. Is dat zo ?

Koprowski heeft misschien geen chimpanseenieren gebruikt, maar in ieder geval de nieren van rhesusapen en daarna van de Afrikaanse groene aap, daarover bestaat GEEN twijfel.

Evenmin wordt er ontkend dat die apenieren vele virussen bevatten, ook niet door Koprowski; SV40 bvb. was het veertigste virus dat men ontdekte. Het veroorzaakt kanker bij hamsters, dat wist men al in 1959. Maar toen waren al 98 miljoen Amerikaanse kinderen ingeënt.

" SV40-besmetting werd vastgesteld in de niercellen van de rhesusapen die gebruikt werden om poliovaccin aan te maken. Een federale ambtenaar, Dr. Bernice Eddy, besloot op eigen initiatief om extracten van de apeniercellen te testen op eventuele kankerverwekkende stoffen. Ze nam pasgeboren hamsters als proefdier omdat deze diertjes tumor kregen van een type virus dat ontdekt was door haar en Sarah Stewart in muizen en polyoma-virus genoemd werd. De ingespoten hamsters ontwikkelden een tumor die geleek op de tumor ten gevolge van het polyoma-virus. De resultaten van deze ongeautoriseerde testen stootten slechts op onverschilligheid en verwijten, net zoals haar vroegere waarschuwingen dat de eerste loten van het Salk-vaccin levende poliovirussen bevatten. Gefrustreerd omdat haar oversten niet reageerden op haar tumoronderzoek, maakte ze haar resultaten openbaar op een wetenschappelijk congres. Als straf werd haar het poliovaccinonderzoek afgenomen en mocht ze een jaar lang niets meer publiceren. Maar toch lekten de resultaten uit en de proeven werden overgedaan door de dokters Sweet en Hilleman bij de firma Merck. Aanvankelijk dacht Hilleman dat het grootste SV40-probleem bij de levende poliovaccins zou liggen die ontwikkeld waren door Sabin, en die op grote schaal in de Sovjet-Unie gebruikt werden. Hij was zelfs van mening dat de Russen geen bedreiging zouden vormen op de Olympische Spelen van 1962 omdat ze verkankerd zouden zijn !

Maar al spoedig kwam men erachter dat het poliovaccin van Dr. Salk veel gevaarlijker was wegens de oplossing van formaldehyde, die nauwelijks het poliovirus inactiveerde en ook niet de SV40. Omdat het Salk-vaccin ingespoten wordt door de huid, gaf het aan het SV40-virus een grotere kans om te infecteren."(1)

Men begon dan de nieren van de Afrikaanse groene aap te gebruiken, maar deze dieren kunnen besmet zijn met een virus dat het eigen afweersysteem ondermijnt en toch niet ziek lijken. In 1992 opperde Walter Kyle in 'The Lancet' de hypothese dat vaccins, besmet met SIV in de mens de vorm aannamen van HIV. Dat zou verklaren waarom het virus opdook in verschillende populaties op verschillende tijdstippen gedurende de laatste dertig jaar. Maar vreemd genoeg komen de tijdstippen overeen met grote inentingscampagnes in de getroffen landen.

"Toeval", zeggen de 'experts' die in het artikel aan het woord gelaten worden ...

Bronnen:

(1) Dr. John Martin van het Center for Complex Infectious Diseases http://www.sonic.net/melissk/svenceph.html

(2) Barbara Loe Fisher http://www.nextcity.com/contents/summer99/16shots.html

Pat Wechsler, 'A Shot in the Dark' http://www.sonic.net/melissk/poliovac.html

Uit het Belang van Limburg van 20 november 1999.- kopie van het knipsel aanvragen bij debrug@online.be

 

 

Slot

 

 

 

De trouwe lezer van dit tijdschrift zal zich na de lectuur van dit nummer misschien afvragen: dertig bladzijden over inentingen, moet dat allemaal in een tijdschrift over antroposofie komen ?

Volgens ons: ja !

Op blz. 2 zijn we begonnen met te wijzen op de geest van onwaarachtigheid die werkzaam is in onze wereld. We zijn ervan overtuigd dat hij de menselijke lichamen zodanig wil bewerken dat de mens niet meer tot een inzicht omtrent het bestaan van een hogere wereld kan komen. Dit plan wordt voorgesteld als zijnde zeer weldadig voor de mens.

In Solovjevs korte vertelling van de Antichrist treedt die eveneens op als grote weldoener van de mensheid. Zijn woorden klinken als een openbaring van de hoogste christelijkheid.

Met dit in ons achterhoofd lezen we nu een laatste paragraaf

"Vaccin-onderzoekers zoeken op dit ogenblik 500 miljoen dollar bij alle regeringen van de wereld om een genetisch gecreëerd supervaccin te ontwikkelen dat na de geboorte oraal zou toegediend worden. Dit supervaccin -door de officiële instanties CDC en CVI de "Heilige Graal" genoemd- gaat DNA bevatten van 20 tot 30 virussen, parasieten en bacteriën, dat zich direct in de cellen van de babies gaat nestelen. Het vaccin komt langzaam vrij, verspreid over verschillende maanden."

(uit het hoofdstuk 'A Brave New World' - http://www.nextcity.com/contents/summer99/16shots.html)

 

Een antroposoof heeft niet meer uitleg nodig.

Hij ziet de grijnslachende figuur die wetenschappers, ambtenaren, politici en managers inspireert. De voorspelling van Rudolf Steiner, waarover wij op blz. 3 spraken, wordt vervuld.

En nu begrijpen wij waarom wij Michaëlische moed nodig hebben ...

François De Wit.

Ga terug naar het begin van Brug 27.

Terug naar de inhoudstafel I - L.

Terug naar het thuisblad.