Elf
september 2001 en daarna ... In
de vorige Brug, die kort na die elfde september verscheen, hebben we al
voorzichtig geprobeerd om enkele elementen aan te brengen die het eerste
populaire oordeel (Amerika = goed, Oosten = kwaad) konden nuanceren. We
wezen enerzijds op een bepaalde economische orde (zie de toespraak
van de president
op blz. 3), anderzijds op de werking van een verborgen macht (zie de foto
van de 'duivel'
op blz.. 26, eveneens in Brug 33). In dit nummer gaan we een heel stuk
verder. Als uitgangspunt gebruiken we ten eerste een krantenknipsel uit
Het Laatste Nieuws van 6 oktober 2001: Wereldeconomie
moest samen met WTC instorten WASHINGTON
«Een groep van bijzonder machtige privé-personen, samen goed voor een
kapitaal van minstens 13.500 biljoen frank (dat is 13.500 miljoen keer
één miljoen) wil een gigantische machtsgreep uitvoeren en de nieuwe
wereldleiders leveren. De terreuraanvallen van 11 september bewijzen dat
deze groep voor niets of niemand terugdeinst en een mensenleven voor hen
absoluut geen waarde heeft». Dat voorspelt de Russische professor
economie Tatyana Koryagina. De vrouw, verbonden aan het Russische
ministerie van Economische Ontwikkeling en Handel, is niet de eerste de
beste. Zij wist... drie maanden voor de terreuraanslag van 11 september
dat Amerika een gigantische financiële uppercut zou te verwerken
krijgen. De
informatie in bovenstaand knipsel vinden we ook terug in een tekst die
ons bezorgd werd door een lezer, nl. de "Kroniek van een
aangekondigde oorlog" (zie blz.7). Deze twee documenten wijzen op
de activiteit van verborgen machten, zoals die ook onthuld werd door
Rudolf Steiner in voordrachten na de Eerste Wereldoorlog. Toen leefde in
de publieke opinie het idee dat Duitsland de grote schuldige was. Rudolf
Steiner hield toen verschillende voordrachten om duidelijk te maken dat
er nog wat meer aan de hand was. Hij wees toen op elementen die vandaag
de dag wellicht nog veel sterker meespelen, en waar we zeker rekening
moeten mee houden als we tot een min of meer correct oordeel willen
komen over de recente politieke ontwikkelingen:
De
informatie in het krantenknipsel en in de "Kroniek" lijkt aan
te tonen dat Steiners inzichten uit 1918 nog altijd even actueel zijn.
Bij wijze van inleiding zullen we een aantal fragmenten uit het werk van
Rudolf Steiner afdrukken waarmee we vooral de rol van Ahriman en de
karakteristiek van de Verenigde Staten zullen belichten. De
rol van Ahriman
We
weten dat Ahriman zijn incarnatie op aarde voorbereidt, en volgens
Solovjev -in zijn vertelling van de Antichrist- zal hij optreden als de
figuur die de mensheid zal "redden" uit een onoverzichtelijke
chaotische beschavingsruïne. Op dit ogenblik kunnen we nog niet spreken
van een beschavingsruïne, maar als we alle feiten zoals we ze dagelijks
in de kranten lezen, op een rijtje zetten, kunnen we niet anders dan
vaststellen dat de krijtlijnen uitgezet zijn. De economische en
politieke ontwikkelingen die Ahriman nodig heeft worden door Frans
Carlgren (1) opgesomd:
2)
de heerschappij van een abstract, opgehoopt kapitaal, dus kapitaal dat
in geen enkel verband staat met reële economische factoren zoals
productie 3)
de overtuiging dat het voor het openbaar leven voldoende is wanneer
ervoor gezorgd wordt dat de mensen economisch tevredengesteld worden 4)
verbeten strijd tussen politieke partijen, die met alle intellectueel
werkzame argumenten kunnen bewijzen dat zij gelijk hebben, wat voor nog
meer verwarring zorgt 5)
nationalistische instincten, waarmee volkeren tegen elkaar opgezet
worden 7)
instinctief afwijzen van een vrij geestesleven, zodat dit voortdurend
door de politieke of economische sfeer geknecht wordt "Al
deze ontwikkelingen zijn vandaag uiterst werkzaam en ze ontspringen
allemaal uit dezelfde bron, namelijk de denkwijze die de mens en de
ganse wereld beschouwt als zuiver materieel en min of meer instinctief
deze overtuiging omzet naar het sociale. Er zijn immense machtsmiddelen
beschikbaar om dit te ondersteunen en te bewerken. Wanneer deze
ontwikkelingen intensief en lang genoeg doorgaan, wordt de
wereldsituatie langzamerhand volledig chaotisch, en Ahriman zelf zal
zich dan belichamen "in de westerse beschaving, die dan nog maar
nauwelijks een beschaving te noemen is in de huidige
betekenis"(5)." De
Verenigde Staten De
werking van geheime genootschappen schets
Rudolf
Steiner daarover in december 1918: Geweld
is nu vanzelfsprekend De
"Kruisvaartstemming" ! De
toekomst Maarten
Ploeger: Wat
de hieronder afgedrukte "Kroniek" betreft: we konden nog niet
achterhalen wie de auteur is ( als een lezer ons een tip kan geven, of
als de auteur zelf dit leest, neem aub contact op om eventueel
auteursrechten te regelen). Wie
het onderstaande een totaal ongeloofwaardige samenzweringstheorie vindt,
moet maar eens gaan lezen wat de Duitse ex-minister en parlementslid
Andreas von Bülow over deze elfde september zegt in een interview in
Der Tagesspiegel. Lees het hier
(in 't Duits natuurlijk !).
Kroniek
van een aangekondigde oorlog Toen
George W. Bush op 20 januari 2001 de eed aflegde als 43ste president van
de Verenigde Staten, noteerde de immer goed geïnformeerde Britse
journalist en auteur David Icke op zijn website : "Wees niet
verbaasd indien de Verenigde Staten weer betrokken raken bij een
gemanipuleerde oorlog tijdens zijn ambtstermijn. Je zult zien hoe dan
'monsters' worden gecreëerd om deze oorlog te rechtvaardigen tegenover
de publieke opinie." Icke had het over een verborgen agenda die
versneld zou worden uitgevoerd in de eerste 24 maanden na het aantreden
van Bush. Daarbij zouden terreuraanslagen worden geënsceneerd die de
weg moeten effenen voor een internationaal conflict. Icke voorspelde dat
bij die terreuraanslagen "grof geschut" zou worden ingezet,
mogelijk zelfs kernwapens. Op
24 april 2001 verscheen het boek "Body of Secrets" van James
Bamford, een voormalige onderzoeksjournalist van ABC News. Daarin staat
onder meer te lezen dat Amerikaanse militaire kopstukken in 1962 een
geheim plan hadden bekokstoofd, met terroristische aanslagen tegen
Amerikanen, waarbij dan de schuld in de schoenen zou worden geschoven
van de Cubaanse leider Fidel Castro. Dit had dan als voorwendsel moeten
dienen voor een Amerikaanse invasie van Cuba. In een document van de
Joint Chiefs of Staff stond te lezen : "We zouden een Cubaanse
communistische terreurcampagne kunnen opzetten in Miami en in andere
steden van Florida. (...) We zouden een Amerikaans schip kunnen opblazen
in Guantanamo Bay en Cuba de schuld geven. (...) Lijsten van
slachtoffers gepubliceerd in de Amerikaanse kranten zouden een golf van
verontwaardiging verwekken." Op
12 juli 2001 stond op de voorpagina van de Russische krant Pravda (die
nog steeds nauwe banden heeft met Russische legerkringen en
inlichtingendiensten) te lezen : "Gaan Amerika en de dollar
onderuit op 19 augustus?" Het artikel berichtte over een
conferentie die begin juli had plaatsgevonden in de Russische Doema en
gewijd was aan "maatregelen ter bevordering van de Russische
economie in de context van een ontwricht internationaal financieel
stelsel." Tijdens de hoorzittingen, met als hoofdthema "De
nabije crash van de Amerikaanse economie", kwam o.a. Dr. Tatyana
Koryagina aan het woord. Deze vooraanstaande economiste, die dicht bij
president Poetin aanleunt, is een deskundige op het gebied van de
schaduweconomie en de schaduwpolitiek. Koryagina verklaarde onder meer :
"De bekende geschiedenis van de beschaving is slechts het topje van
de ijsberg. Er bestaat ook zoiets als een schaduwgeschiedenis. Er zijn
onzichtbare krachten aan het werk in de wereld waar zelfs de machtigste
landen niet tegen opgewassen zijn. (...) Het gaat om een internationale
groep die boven de landen en regeringen uitstijgt. (...) De westerse
economie heeft nu haar kookpunt bereikt. Er hangen schaduw-activa ten
bedrage van 300 biljoen dollar over de planeet. Die kunnen op elk moment
losgelaten worden op een beurs en zorgen voor paniek en een crash. De
recente crisis in Zuidoost-Azië, die ook Rusland getroffen heeft, was
slechts een algemene repetitie." Op de vraag of die
"krachten" van plan waren de Amerikaanse economie te treffen
op 19 augustus, antwoordde ze : "De Verenigde Staten zijn
uitgekozen voor een financiële aanval, omdat daar het financiële
centrum van de wereld gevestigd is. Het effect zal maximaal zijn. De
economische crisis zal uitgolven over de hele planeet." Koryagina
zei ook dat de Verenigde Staten zouden worden getroffen op een
"ongewone manier". Toen men haar vroeg of ze zeker was dat die
aanval zou plaatsvinden op 19 augustus, antwoordde ze : "Er zit wat
speling op die datum, omdat degenen die de aanval op de Verenigde Staten
voorbereiden, sterke tegenkanting ondervinden. Maar ik acht het
waarschijnlijk dat de Verenigde Staten nog vóór eind augustus
getroffen zullen worden door een financiële catastrofe." Koryagina
raadde de Russen alvast aan hun dollars in te wisselen. Al geruime tijd
waarschuwen diverse waarnemers dat machtige belangengroepen bezig zijn
de tegenstellingen tussen het Westen en de moslimwereld op de spits te
drijven, met de uiteindelijke bedoeling een grootschalig conflict uit te
lokken, gevolgd door een economische crisis. Eén van die waarnemers is
William Guy Carr, ex-Royal Canadian Navy Commander. In zijn boek
"Pawns in the Game" (Pionnen in het Spel) legt hij uit hoe
welbepaalde machtsgroepen de tegenstellingen tussen moslims enerzijds en
christenen, joden en hindoes anderzijds stelselmatig willen laten
escaleren, om zo een grootschalig conflict uit te lokken. Deze
"derde wereldoorlog" moet uiteindelijk leiden tot het
installeren van een soort wereldregering, die de economische, politieke
en militaire macht controleert ten behoeve van die belangengroepen. Niaz
Naik, de voormalige Pakistaanse minister van Buitenlandse Zaken,
vertelde de BBC een tijd geleden dat Amerikaanse topfunctionarissen hem
half juli al hadden ingelicht over militaire acties tegen Afghanistan.
Die zouden plaatsvinden omstreeks half oktober. Hij kreeg die informatie
op een vergadering van een contactgroep over Afghanistan, in Berlijn.
Dit militaire ingrijpen moest leiden tot de omverwerping van het
Taliban-regime en het installeren van een overgangsregering, mogelijk
geleid door de Afghaanse koning Zahir Shah. De aanvallen zouden
vertrekken vanuit Tadzjikistan, waar reeds Amerikaanse adviseurs waren
aangekomen. Ook Oezbekistan zou deelnemen aan de aanval. Daarnaast waren
zo'n 17.000 Russische soldaten stand-by. De militaire actie zou moeten
plaatsvinden vóór de eerste sneeuwval in Afghanistan, dus zeker tegen
half oktober. Niaz Naik zei ook dat het weinig waarschijnlijk was dat de
Verenigde Staten zouden afzien van die actie, zelfs al zouden de
Taliban-leiders onmiddellijk bin Laden aan hen uitleveren. Een
Spaanse topdiplomaat uit Madrid die anoniem wenst te blijven, verklaarde
dat president Bush bij zijn bezoek aan Europa, een paar maanden geleden,
tegen de Spaanse premier Aznar vertelde dat de Verenigde Staten over
informatie beschikten waaruit bleek dat terroristen grootschalige
aanslagen planden op Amerikaanse doelwitten en dat die bedoeld waren als
een "oorlogsverklaring". Hij vroeg een aantal NATO-partners of
ze in dat geval bereid waren de Verenigde Staten militair te steunen. Op
maandag 3 september, acht dagen vóór de aanslagen in Amerika, vertrok
uit de haven van Portsmouth de grootste Britse legervloot sinds de
Falklandsoorlog. Deze vloot, bestaande uit 24 oppervlakteschepen en 2
kernduikboten, onder leiding van het vliegdekschip HMS Illustrious,
stoomde op naar het Midden-Oosten... Dinsdag,
11 september 2001. In New York en Washington komen duizenden burgers om
bij terreuraanslagen van een nooit geziene omvang. De aanslagen krijgen
van de Amerikaanse overheid meteen het etiket "oorlogsdaden"
opgekleefd. En al even gezwind wordt het artikel 5 van het NATO-handvest
uit de kast gehaald : een aanval op één van de lidstaten is een aanval
op alle lidstaten. Het Vrije Westen sluit de rangen en roert de
oorlogstrom. Maar tegen wie? De
boosdoener van dienst wordt verrassend snel gevonden. Slechts een paar
uur na de aanslagen wordt al een schuldige met de vinger gewezen : Osama
bin Laden. Een geflipte moslimextremist die niet aan zijn proefstuk toe
is, zo klinkt het : Jemen 1992 (bomaanslagen op hotels), Somalië 1993
(aanvallen op Amerikaanse soldaten), Verenigde Staten 1993 (bomaanslag
op het World Trade Center), Saoedi-Arabië 1995 en 1996 (aanvallen op
Amerikaanse soldaten en militaire installaties), Tanzania en Kenia 1998
(opblazen van Amerikaanse ambassades), Jemen 2000 (aanslag op de USS
Cole, een Amerikaanse oorlogsbodem). Een fraaie erelijst. Er is evenwel
een probleem. Paul Aarts, docent internationale betrekkingen aan de
universiteit van Amsterdam, wijst erop dat in vrijwel geen van de
genoemde reeks aanslagen overtuigend bewijs is geleverd voor de
betrokkenheid van bin Laden. Sterker nog, in sommige gevallen is er
expliciet bewijs voor het tegendeel (o.a. in het geval van Somalië
1993). In het geval van de USS Cole (Jemen 2000) is onlangs duidelijk
geworden dat de twijfels over bin Ladens mogelijke betrokkenheid alleen
maar groter zijn geworden. In de meeste andere gevallen - inclusief de
aanslagen op de Amerikaanse ambassade in Dar-es-Salaam en Nairobi (1998)
- zijn er niet meer dan verdenkingen geuit, ook in het geval van de
aanslag op het World Trade Center in 1993. Ter herinnering : op 28
oktober 1993 meldde de krant The New York Times dat het nu bewezen is
dat FBI-agent John Anticev samen met collega's van dichtbij betrokken
was bij de bomaanslag op het World Trade Center in datzelfde jaar. Ze
hadden de uitvoerders van de aanslag tijdens alle fasen van de
voorbereiding geholpen, o.a. met geld, uitrustingen, ondersteuning en
opleiding... Bin
Laden heeft voor die hele rits aanslagen die aan hem worden
toegeschreven ook nooit de verantwoordelijkheid opgeëist, ook niet voor
die van 11 september jongstleden. Wél is het zo dat hij de daders van
de meeste van die aanslagen als "helden" heeft bestempeld.
Daarmee staat hij echter lang niet alleen in het wereldje van de
moslimextremisten, dat nu eenmaal een patent heeft op gespierde taal. Gezien
de omvang van de aanslagen in New York en Washington zou het natuurlijk
frustrerend zijn mocht er geen naam kunnen worden geplakt op het brein
achter deze misdaad. Vandaar dat bin Laden voor de Amerikaanse regering
bijna letterlijk een geschenk uit de hemel is. Zijn naam ligt vlot in de
mond en hij is zo lief geweest voor een groot aantal camera's te
poseren. Daarmee treedt hij meteen in de voetsporen van terroristen als
Carlos en Abu Nidal : voortvluchtige criminelen die hun reputatie deels
aan hun eigen daden maar vooral aan mythevorming te danken hebben. Alle
sporen - echt of vals - moeten nu dus liefst zo snel mogelijk in de
richting van Osama bin Laden wijzen. En sporen zijn er ook. Hoeveel had
u er gewild? De naar verluidt ongelooflijk sluwe en perfect
georganiseerde terroristen maakten al meteen de beginnersfout om vlak
bij de luchthaven van Boston, waar ze twee vliegtuigen kaapten, een
huurauto achter te laten, met op de achterzetel in het oog springend
bewijsmateriaal zoals een Arabische (!) video met vlieginstructies, in
het gezelschap van... een koran (wel ja). De eerste plaats waar de
politiediensten hun speurtocht naar sporen aanvatten, is meestal de
plaats van de misdaad zélf. Slordige jongens toch, die moslims. Waarom
hadden ze trouwens een videocassette meegebracht naar de luchthaven, als
ze tóch wisten dat ze niet meer zouden terugkeren? Op de video stonden
naar verluidt instructies voor piloten van een Boeing 747. Het duurt
jaren voor je zo'n toestel fatsoenlijk kunt besturen. Het is dan ook al
te gek om kort voor je aan boord stapt nog gauw even een video te
bekijken. In de bagage van terrorist Mohammed Atta, een Egyptenaar die
omschreven wordt als een spilfiguur, werd volgens de FBI een
handgeschreven tekst van vijf pagina's aangetroffen die onder meer zijn
testament omvatte. Dat testament, dat hij reeds in 1996 zou hebben
neergepend, staat - no surprise - lekker bol van fundamentalistische
volzinnen. Zo mogen er geen vrouwen aanwezig zijn bij zijn begrafenis en
ze mogen ook nooit zijn graf bezoeken. Begrafenis? Graf? Als je van plan
bent een zelfmoordaanslag te plegen waarbij je lichaam zal worden
verteerd door een vuurbol? Of had hij in 1996 nog geen weet van de
concrete terreurplannen, ondanks het feit dat leden van de groep lange
tijd vlieglessen hebben gevolgd? Was hij zijn testament vergeten te
updaten, hoewel hij daar alle tijd voor had? En waarom dat testament
meenemen in je koffer op de dag dat je een vliegtuig zult kapen en laten
crashen op het WTC? Handig is wel dat die koffer per abuis niet belandde
in de laadruimte van het vliegtuig dat Atta zou kapen. Anders was ook
dit "bewijsmateriaal" verloren gegaan. Of hoe het geluk soms
in een klein hoekje ligt... Vreemd is ook dat hij zijn laatste
wilsbeschikking niet heeft afgegeven aan een vertrouwenspersoon die dan
moest toezien op de uitvoering ervan. Waarom een handgeschreven
testament met je willen meenemen in de vuurdood? Het klinkt al even gek
als het "toevallig" verloren gaan van zijn bagage en de
ontdekking ervan door de FBI. In de vijf pagina's tellende pennevrucht
van Mohammed Atta staan ook aanwijzingen voor zijn teamgenoten.
"Controleer al uw spullen - uw bagage, uw kleren, uw messen, uw
testament, uw identiteitskaart,..." Wederom : wat een slordige
jongens toch, die moslims. Rondzeulen met schriftelijke bewijsstukken
i.v.m. je terreurplannen. Voorzichtig is anders. Aan het begin van
Atta's handgeschreven document staat te lezen : "In de naam van
God, mezelf en mijn familie..." Het is totaal ondenkbaar dat een
vrome moslim, hoe geschift ook, zichzelf of zijn familie zou betrekken
in zo'n gebed. Logisch gezien had hij na de vermelding van God meteen
diens profeet Mohammed ter sprake moeten brengen. "De tijd van
plezier en ledigheid is voorbij", schrijft Atta verder. Plezier en
ledigheid zijn voor radicale moslims nochtans uit den boze. Hadden
degenen die bereid waren te sterven voor hun geloof dan misschien
gezondigd tegen dat geloof? Waarom spoort Foto
uit 'Der Spiegel' nr. 48/2001: Atta met één van zijn zussen, toen was
hij blijkbaar niet zo'n vrouwenhater ... Atta
ook zijn makkers ertoe aan het ochtendgebed op te zeggen en waarom
begint hij stukken uit dat gebed te citeren? Mag je van vrome moslims
dan niet verwachten dat ze dat ochtendgebed spontààn zullen plegen, en
dat ze de tekst ervan onderhand al wel uit het hoofd kennen? Een
christen die zijn geloofsgenoten ertoe aanspoort het onze-vader op te
zeggen, zal het toch ook niet eerst voorlezen, voor het geval ze het
vergeten zouden zijn? In Atta's tekst lezen we verder : "Gehoorzaam
God, zijn boodschapper en vecht niet onder elkaar, wanneer je je zwak
voelt worden... Iederéén haat de dood, is bang van de dood..."
Gek, maar een moslimfundamentalist wordt precies geleerd om NIET bang te
zijn van de dood. Voor hem is de dood immers het begin van een nieuw
leven in het paradijs. Hij vindt het een hele eer om voor Allah te mogen
sterven en kijkt ernaar uit. In een woning in New York trof de politie
bovendien afscheidsbrieven van terroristen aan, gericht aan hun
families. Waarom werden deze brieven niet verstuurd naar de
bestemmelingen? Waren de postzegels op? Of dachten de terroristen dat de
Amerikaanse politie wel zo attent zou zijn om hun ultieme epistels zélf
te bezorgen aan hun families? Waarom bleef ook dit expliciet
bewijsmateriaal daar open en bloot liggen? De terroristen die twee
vliegtuigen tegen de torens van het World Trade Center deden crashen,
waren zelfs zo goed om ook dààr sporen na te laten. De
identiteitskaart van één van hen werd - o wonder - niet alleen niet
verteerd door de vuurbol van pakweg 800° C ontstaan door de
ontploffing, ze werd bovendien vlot teruggevonden tussen zowat 1,4
miljoen ton brokstukken... Tja, ook dat kan. Is Amerika immers niet het
land van de onbegrensde mogelijkheden? Nog
méér straffe koffie. Niet alleen het Witte Huis, maar ook de Air Force
One, het presidentiële vliegtuig, dat zich op het moment van de
aanslagen in Florida bevond, was volgens de Amerikaanse vice-president
Dick Cheney een volgend doelwit van de terroristen. Die zouden zelfs
toegang hebben gehad tot de geheime codes en informatie over het
presidentiële vliegtuig. Mocht dat inderdààd zo zijn, dan betekent
dat zonder meer dat de terroristen banden hadden met de meest geheime
niveaus van de Amerikaanse regering. Die codes zijn immers top-secret.
Kletst Cheney dan maar wat uit zijn nek? Waarom strooit hij dat verhaal
rond? De Air Force One is bovendien het best beveiligde vliegtuig ter
wereld, volgestouwd met elektronische apparatuur en afweerwapens.
Terroristen die dàt willen aanvallen met een ongewapend
passagiersvliegtuig moeten wel héél straffe stuntmannen zijn... Maar
goed, door Bush voor te stellen als de volgende schietschijf, bereik je
hoe dan ook twee dingen : als bijna-slachtoffer wekt hij meteen de
sympathie op van de bevolking, en de Amerikanen krijgen ook nog eens déze
gruwelijke gedachte in de maag gesplitst : bijna was hun land politiek
onthoofd! Op
het moment van de aanslagen bevond president Bush zich in een school in
Sarasota (Florida), waar hij net aan het luisteren was naar een
verhaaltje over een tamme geit, verteld door leerlingen. Toen zijn Chief
of Staff, Andrew Card, hem het nieuws van de dubbele aanslag op het WTC
in het oor kwam fluisteren, keek Bush heel even sip, maar bleef daarna
doodgemoedereerd verder luisteren naar het verhaaltje over de geit... (Sarasota
Herald-Tribune 12-09-2001; Associated Press 12-09-2001). Hij
vond het niet eens nodig zich wat uitvoeriger te laten informeren. En
hij vond het al helemààl overbodig meteen op te stappen en zich te
gaan bezighouden met dringende staatszaken, zoals je logischerwijs zou
verwachten bij een dergelijke tragedie. Louter menselijk gezien kan de
non-reactie van Bush dan ook slechts op twee manieren worden verklaard :
voorkennis of schrijnende desinteresse. Pas een half uur later deed hij
een korte mededeling aan de pers i.v.m. de aanslagen, met een
uitgestreken gezicht, zonder het minste spoortje van emotie. Alsof hij
een weerpraatje maakte. Die mededeling verliep ook verdacht vlot, zonder
hapering, alsof hij zijn tekst reeds had ingestudeerd. Het is geweten
dat Bush junior wanneer hij voor de vuist weg spreekt, het er doorgaans
niet zonder haperingen of versprekingen af brengt. Hij leek totaal niet
verrast of onthutst door het immense drama dat zijn land zopas had
getroffen. Wie de beeldopnamen nog eens bekijkt, zal dit meteen
opvallen. De eerste tekenen van emotie kwamen er pas een paar dagen
later, toen hij in het Witte Huis voor de camera's een verklaring
aflegde. Hadden zijn adviseurs hem ertoe aangepord om tenminste toch de
indruk te geven dat hij het zelf allemaal ook best verdrietig vond? Laten
we de chronologie van die fatale ochtend nog even van naderbij bekijken.
Nadat het tweede vliegtuig zich om 9u03 in de zuidelijke WTC-toren heeft
geboord, bestaat er geen twijfel meer : dit is het werk van terroristen.
Om 9u08 meldt de politie aan het Pentagon dat het om terreurdaden gaat
(Daily News, 12 september 2001). Omstreeks dezelfde tijd wordt ook
president Bush door zijn Chief of Staff op de hoogte gebracht van het
gebeuren. Hij geeft geen krimp en blijft verder luisteren naar het
verhaaltje over de tamme geit. Ondertussen vliegt er een derde gekaapt
vliegtuig richting Washington. Pas om 9u43 zal het neerstorten op het
Pentagon, dus zo'n veertig minuten na de tweede aanslag op het WTC. Dit
derde toestel heeft men minstens een half uur lang gevolgd op de radar.
Men had dus ruim de tijd om het uit de lucht te halen. Officieel luidt
het dat daarvoor de toestemming van de president vereist is. Maar die
had het te druk met het luisteren naar kinderverhaaltjes... Een
spoedvergadering beleggen was blijkbaar het verste van zijn gedachten.
Een totaal onbegrijpelijke houding. Het minste wat hem dan ook kan
worden aangewreven, is misdadig verzuim. Er zijn al presidenten en
ministers voor minder moeten aftreden. Vreemd is in ieder geval dat
niemand de verantwoordelijkheid opeist voor de aanslagen, zoals
doorgaans wél gebeurt bij terroristische acties. Niemand eist het
vaderschap op van de moeder van alle terreurdaden... Nochtans is dit een
gedroomde kans voor lui die hun naam in de geschiedenisboeken willen
zien belanden. In het niet weinig snoeverige terroristenwereldje blijft
het evenwel verbazingwekkend stil. Ondertussen
wordt zowat heel Amerika binnenstebuiten gekeerd, in een speurtocht naar
aanwijzingen. Vrijwel alle berichtgeving omtrent dat onderzoek is
afkomstig van de FBI, de CIA, het Pentagon en het Witte Huis. Zowat de
grootste leugenfabrieken ter wereld, zoals in de afgelopen decennia al
uitvoerig is gebleken. Die officiële berichtgeving heeft alvast niet
kunnen beletten dat nog heel wat vragen blijven nazinderen. Waarom heeft
bijvoorbeeld niet één van de piloten van de vier gekaapte toestellen
de speciale code gebruikt om de luchtvaartautoriteiten in te lichten
over de kaping? Dat is nochtans een standaard-procedure in dergelijke
gevallen. Waarom kon het vliegtuig dat zich op het Pentagon stortte zo
dicht tot het Witte Huis naderen, zonder dat de luchtafweer in werking
trad? De aanval op het Pentagon gebeurde nochtans geruime tijd nadat
twee andere vliegtuigen zich in de WTC-torens hadden geboord en
luchtverkeersleiders de inlichtingendienst FAA hadden gewaarschuwd dat
een ander gekaapt vliegtuig koers zette naar Washington. Zowel het
Pentagon, het Witte Huis als Capitol Hill zijn "restricted
airspace". Er zijn permanent legerpiloten stand-by die in 60
seconden kunnen opstijgen met hun gevechtsvliegtuig om
"vijandelijke" toestellen uit de lucht te halen. Waarom kwam
niemand in actie? Uit
interviews met overlevenden van de WTC-aanslagen blijkt dat de New York
Transit Authority de mensen die de eerste getroffen WTC-toren verlieten
op het hart heeft gedrukt dat alles veilig was. Zo vertelde een vrouw
die van de 105e verdieping naar beneden ging, dat velen terug naar hun
kantoor gingen toen ze dat geruststellende nieuws hoorden... In Time
Magazine wordt een getuige geciteerd die zegt dat "men" moest
geweten hebben dat er iets op til was, want al een week lang waren er
bijna dagelijks evacuatie-oefeningen geweest. Op sommige persfoto's van
na de crash zie je kantoormensen de trappen afdalen, terwijl
brandweerlieden zich naar boven haasten. Op die foto's is duidelijk te
zien dat er hoegenaamd geen sprake was van paniek, dat de evacuatie
zelfs rustig verliep. In
een interview met de Jerusalem Post, een paar minuten na het instorten
van de eerste WTC-toren, verklaarde Aaron Swirski, een van de
architecten van het World Trade Center dat de torens zo waren ontworpen
dat ze bestand moesten zijn tegen een vliegtuigcrash. Hij zei
stomverbaasd te zijn dat ze tóch waren ingestort. De torens waren
immers gebouwd in "buisvorm", zodat als er een gat zou
ontstaan in de constructie, de rest overeind zou blijven. Zelfs de
bomontploffing in 1993, die zware schade aanrichtte aan de basis van het
WTC, had, precies dankzij dit bouwconcept, niet geleid tot een
instorting. Tijdens een recente conferentie in Frankfurt, over de
problematiek van terreuraanslagen op hoge gebouwen, verklaarde Lee
Robertson, de bouwkundig ingenieur die toezicht hield op de bouw van het
WTC, dat de torens bestand waren tegen de inslag van een Boeing 707. Van
Romero, de voormalige directeur van het Energetic Materials Research and
Testing Center, dat o.a. de effecten van explosies op gebouwen en
vliegtuigen onderzoekt, zei dat het instorten van de WTC-torens sterk
leek op de gecontroleerde implosies waarmee men oude gebouwen opruimt.
De instorting zag er volgens hem te "methodisch" uit om het
gevolg te kunnen zijn van een vliegtuigcrash. Nog steeds volgens Romero
kun je zo'n gebouw laten instorten door op strategische punten relatief
kleine hoeveelheden explosieven tot ontploffing te brengen. Volgens hem
is het trouwens een klassieke truc van terroristen om eerst voor een
"afleidingsmaneuver" te zorgen, een eerste explosie, die de
hulpdiensten naar de getroffen plek lokt, waarna dan een tweede explosie
volgt. Indien dit scenario ook hier werd toegepast, aldus Romero, dan
dienden de twee inslaande vliegtuigen slechts als afleiding. Vlucht
11 boorde zich recht in de Noordertoren van het WTC, waarbij de nog
grotendeels volle brandstoftanks IN het gebouw ontploften. Vlucht 175
boorde zich in de Zuidertoren, maar minder precies, door de bocht die
het toestel in laatste instantie nog maakte. Het toestel raakte niet het
midden van de toren, maar een hoek, waardoor een groot deel van de
brandstof BUITEN ontplofte, in een grote vuurbol. Hoewel er dus binnen
in de Zuidertoren veel minder brandstof tot ontploffing kwam, was het
niettemin deze toren die het eerst instortte. De
gigantische stalen pijlers van de WTC-torens waren afkomstig uit Japan.
Geen enkele Amerikaanse staalfabriek kon immers pijlers van een
dergelijke omvang maken. De officiële versie luidt dat die boomdikke
pijlers gesmolten zijn door de hitte van de brand. Mocht dat inderdaad
zo zijn, dan zou de Noordertoren als eerste moeten zijn ingestort. De
brand was daar niet alleen twintig minuten eerder ontstaan, maar was ook
al uitgebreid naar verschillende verdiepingen. De brand in de
Zuidertoren was stukken geringer en beperkter van omvang. De ontwerper
van het WTC had in een interview in 1998 trouwens nog verklaard dat de
structuur bestand was tegen temperaturen van ruim 1.100° C. Konden die
branden dan écht de oorzaak zijn van de instortingen? Bij de inslag van
de vliegtuigen raakte de brandstof in enkele seconden opgestookt. Enkel
op de plaats waar er een opening was in het gebouw (en er dus contact
was met de buitenlucht) kon het vuur intens genoeg zijn om de dikke
stalen pijlers te doen smelten. Een instorting van de torens kon alleen
maar indien de stalen pijlers op verschillende niveaus en gedurende
langere tijd blootgesteld waren aan extreem hoge temperaturen. Dat was
hier niet het geval. De inslag had ook geen groot effect op de
structurele stevigheid van de torens. Mensen die slechts een paar
verdiepingen lager zaten, hadden bij de impact slechts een lichte
trilling waargenomen. De torens waren zo flexibel van opbouw dat bij
sterke wind de mensen op de bovenste verdiepingen soms last hadden van
"zeeziekte", door het meebuigen van de torens. BBC-correspondent
Stevan Evans, die kon ontsnappen uit het World Trade Center, verklaarde
meteen na het instorten, terwijl hij live commentaar gaf : "Er was
een veel grotere ontploffing beneden. Ik weet echt niet wat dat
veroorzaakt heeft!" Een reddingswerker getuigde op zijn beurt hoe
hij een geweldige knal hoorde net voor het gebouw instortte. De
51-jarige brandweerman Louie Cacchili, die ingedeeld is bij Engine 47
(Harlem), verklaarde de dag na de aanslagen dat hij als een van de
eersten aankwam in de Zuidertoren, waar het tweede vliegtuig zopas was
tegenaan gevlogen. Met de lift bracht hij telkens nieuwe brandweerlui
naar de 24e verdieping, om van daaruit mensen te evacueren. "De
laatste keer dat we naar boven trokken, ontplofte er een bom. Volgens
ons waren er bommen geplaatst in het gebouw." De
dag na de aanslagen verklaarde een officier van het NYFD (brandweerkorps
van New York) die belast is met onderzoek naar brandstichtingen, dat er
inderdaad bommen moeten zijn gebruikt om de WTC-torens neer te halen. Toen
de eerste live-interviews werden gemaakt met mensen die stonden te
kijken naar de brandende gebouwen, kon je een commentator aan een van
hen horen vragen : "Wat heb je gehoord, zeg je? 'Pop-pop-pop' en
daarna zag je glas wegvliegen uit het gebouw, dat pas DAARNA begon in te
storten?" Het glas dat wegvloog, vloog van onder naar boven, en
niet van boven naar onder... Dat kon enkel veroorzaakt worden door een
ontploffing binnenin. Op
de live-beelden die CNN maakte van de WTC-ramp is duidelijk te zien hoe
uit gebouw nr. 7 van het WTC-complex plots een gigantische rookwolk
opduikt, terwijl de brandende Noordertoren (een eind daarvandaan) nog
niet is ingestort. Gezien de snelheid waarmee die rookwolk uit het
gebouw komt, moet er een grote ontploffing hebben plaatsgevonden IN dat
gebouw. Na het instorten van de twee torens was ook gebouw nr. 7
volledig vernield, tot op de grond zelfs, en dit terwijl van gebouw nr.
6, dat TUSSEN de Noordertoren en gebouw nr. 7 in lag, nog grote delen
rechtstonden. Gebouw nr. 6, de buur van de Noordertoren, werd beschadigd
door het recht naar beneden vallend puin van die toren, maar is lang
niet tot op de grond vernield, zoals gebouw nr. 7. De vernieling van dit
laatste kan gewoon niet veroorzaakt zijn door neervallend puin van de
Noordertoren, want dat stortte recht naar beneden. Het puin kon dus niet
OVER gebouw nr. 6 HEEN op gebouw nr. 7 zijn gevallen. De enige mogelijke
verklaring is dan ook dat gebouw nr. 7 vernield werd door een
reusachtige ontploffing binnenin. Vraag : wat is er in dat gebouw
ontploft zónder dat daar brand was uitgebroken of iets anders was fout
gegaan? Tot
slot, het waren de Rockefellers die in 1966 besloten tot de bouw van het
World Trade Center, dat in 1973 zijn deuren opende. Op 23 juli
jongstleden - zeven weken vóór de aanslagen - werd het complex voor
het eerst in zijn geschiedenis van de hand gedaan, en wel voor zo'n 145
miljard frank. Toeval ? Of een perfecte timing? Pikant detail : toen de
Rockefellers hun olie-imperium nog volop uitbouwden, waren ze niet te
beroerd om sommige van hun eigen (verouderde) gebouwen te laten
ontploffen, om dan de schuld in de schoenen van hun concurrenten te
schuiven... Hoewel
dus nog heel wat vragen onbeantwoord blijven, staat toch één ding vast
: wie de aanslagen ook heeft gepleegd, hij had duidelijk de bedoeling
een dusdanig extreme situatie te scheppen dat plots véél mogelijk
werd. Wat ons meteen tot de vraag brengt : à qui profite le crime? Wie
heeft hier iets bij te winnen? Om dat te achterhalen, moeten we oog
hebben voor wat er uit de bus komt nà de aanslagen. Wie krijgt nu wat
in de schoot geworpen? Of in het kamp van de moslims iemand baat heeft
bij de aanslagen, is nog maar de vraag. Een terreuraanslag kan een of
ander fundamentalistisch kopstuk de kans bieden zijn imago wat op te
vijzelen, door de spierballen te laten rollen. Zo zou hij zijn
machtspositie kunnen versterken in het wereldje van de
moslimextremisten. Maar het blijft oorverdovend stil. Niemand wil de
aanslagen in Amerika op zijn naam schrijven. Het is bovendien al helemààl
de vraag welke van de gekende islamitische terroristengroepen de
organisatorische middelen in huis had om zo'n grootschalige terreuractie
op te zetten, en dan nog wel op Amerikaans grondgebied, in het hol van
de leeuw. Er rest nog één hypothese : iemand in de moslimwereld rekent
erop dat de aanslagen zullen leiden tot een escalatie van geweld, met
als uiteindelijk resultaat een grootschalig conflict tussen het Westen
en de Islam. Om zichzelf dan aan het hoofd te plaatsen van de
moslimstrijders? Een zware gok, met niet te overziene consequenties. Die
potentiële pokerspeler is vooralsnog niet gekend, of het zou Osama bin
Laden zélf moeten zijn, ondanks het feit dat hij de
verantwoordelijkheid voor de aanslagen blijft ontkennen. Over
naar het andere kamp, het Westen. Wie heeft dààr iets te winnen bij de
terreuraanslagen van 11 september en het angstklimaat dat eruit
voortvloeit? Er komen alvast meer middelen voor het Amerikaanse leger en
de Amerikaanse geheime diensten. Dit laaste impliceert meer
overheidsgreep op het privé-leven van de Amerikanen. Zo heeft president
Bush een "High Office of Homeland Security" uit de grond
gestampt, een nieuwe veiligheidsorganisatie die wellicht grotendeels zal
ontsnappen aan democratische controle. Bush kreeg van het Congres
bovendien zo'n 40 miljard dollar in de schoot geworpen die hij nu naar
eigen goeddunken mag besteden. Verder geeft de Amerikaanse Senaat de FBI
de toestemming voor spionage op internet. Weldra zullen FBI-agenten
zonder gerechtelijke toestemming internetgebruikers mogen bespioneren.
Er komen ook meer bevoegdheden voor de Amerikaanse politiediensten om
telefoons af te luisteren. De regels waaraan de CIA thans gebonden is,
zullen wellicht op hun beurt flink versoepeld worden. Slechts één week
na de aanslagen schotelde president Bush het Amerikaanse Congres al een
nieuw wetsontwerp voor dat voorziet in een heel pakket maatregelen ter
bestrijding van het terrorisme en het versterken van het
veiligheidssysteem. Normaal duurt het màànden eer zo'n ontwerp in
kannen en kruiken is. Of stond het ontwerp van Bush misschien al op
papier vóór de aanslagen? Heel wat maatregelen hebben trouwens geen
rechtstreeks verband met de bestrijding van het terrorisme, maar stonden
toevallig reeds lang op het verlanglijstje van de Amerikaanse
bureaucraten. Hoe dan ook, de vrijheid van de Amerikaanse burger krijgt
een flinke knauw. Bush
had zich in een paar maanden tijd niet enkel in het buitenland, maar ook
in eigen land nogal onpopulair gemaakt met een aantal dubieuze
beslissingen, zoals het lanceren van een nieuwe wapenwedloop, dit keer
in de ruimte, het flagrant negeren van de akkoorden van Kyoto inzake het
klimaat, en het weglopen op de Wereldconferentie tegen Racisme in het
Zuid-Afrikaanse Durban. Dit alles verdwijnt nu naar de achtergrond. Israël
kreeg steeds meer internationale kritiek te slikken wegens zijn
onverzoenlijke houding tegenover de Palestijnen. Op de conferentie in
Durban werd Israël door zo'n drieduizend niet-gouvernementele
organisaties gehekeld als zijnde een "racistische
apartheidsstaat". De joodse delegatie stapte woedend op, gevolgd
door de Amerikaanse. Tussen haakjes : elke dag vestigen zich gemiddeld
een dertigtal nieuwe joodse kolonisten op Palestijnse bodem. Elk jaar
wordt zo'n 37 km² extra Palestijns grondgebied ingepalmd. Na de
aanslagen maakte de publieke opinie een bocht van 180 graden. Nu worden
de Arabische landen met de vinger gewezen en is er volop begrip voor
Israël, dat eveneens geconfronteerd wordt met het moslimterrorisme (na
het zélf te hebben uitgelokt). Ook de Israëlische apartheidspolitiek
verdwijnt nu grotendeels naar de achtergrond. Ondertussen
scharen zo goed als alle Amerikanen zich achter hun president, die
duizelingwekkend hoog scoort in de opiniepeilingen. Wie niet achter hem
staat, wordt zonder meer beschouwd als een landverrader. Zo heeft het
Democratische Congreslid Barbara Lee nu politiebescherming nodig nadat
ze als enige tegen het gebruik van militair geweld had gestemd als
vergelding voor de aanslagen. De
Amerikaanse wapenindustrie zal bij een oorlog volop de kassa horen
rinkelen, terwijl de grote westerse oliemaatschappijen bij een crisis in
het Midden-Oosten hun winsten fors zullen zien stijgen. De toekomst van
deze twee grote industrietakken ziet er alleszins rooskleurig uit, nu
het duo Amerika-Groot-Brittannië geheime plannen smeedt voor een tien
jaar durende oorlog tegen het terrorisme. De operatie krijgt alvast de
naam Noble Eagle mee. Het fel gecontesteerde ruimteschild zal nu
wellicht probleemloos het groen licht krijgen van het Amerikaanse
Congres indien president Bush het argument van de "nationale
veiligheid" bespeelt. Dat ruimteschild speelt een sleutelrol in de
toekomstplannen van de Amerikaanse militaire strategen. Het US Space
Command, zeg maar de ruimtemacht, moet op termijn uitgroeien tot de
vierde pijler van de militaire branche, naast de landmacht, de
luchtmacht en de zeemacht. In het document "Vision for 2020"
van datzelfde Space Command staat te lezen: "Wie de ruimte
beheerst, beheerst de wereld." En verder : "bescherming van
belangen en investeringen vanuit de ruimte." Het zullen vast niet
de investeringen van de man in de straat zijn die men hier voor ogen
heeft... Met de nieuwe ruimtewapens komt de Amerikaanse
alleenheerschappij meteen weer een flinke stap dichterbij. Het fameuze
ruimteschild is in werkelijkheid immers een offensief systeem met
krachtige laserwapens die nog volop in ontwikkeling zijn. Het ontwerp
van die laserwapens is onder meer toevertrouwd aan de afdeling
Electrical and Computer Engineering van de Universiteit van New Mexico.
Indien alles goed gaat, zouden zo'n 20 à 30 van die laserwapens een
plaats krijgen in de ruimte, van waaruit ze de hele aardbol zullen
bestrijken. Hoewel het dus om een offensief systeem gaat, spreekt de
Amerikaanse regering liever van een "defensieschild". Zoiets
krijg je nu eenmaal beter verkocht aan de publieke opinie. Na
de aanslagen valt het luidkeels protest van de anti-globalisten
grotendeels stil. De Wereld Handelsorganisatie, die op zijn agenda o.a.
de privatisering van de gezondheidszorg en het onderwijs heeft staan,
kan nu in alle rust voortwerken aan haar plannen om van de wereld één
groot pretpark voor multinationals te maken. Na de drama's in New York
en Washington voelt niemand zich nog geroepen om op straat te komen en
zijn protest uit te schreeuwen tegen het economisch imperialisme van het
Westen. En
dan nog deze uitsmijter : ruim een week vóór de aanslagen in New York
en Washington, maakte de Amerikaanse journalist Sherman Skolnick via
zijn website bekend dat verschillende buitenlandse tv-zenders
documentaires aan het inblikken waren die de familie Bush in een
bijzonder slecht daglicht zouden plaatsen, en dan vooral George Bush
senior, George W. Bush junior (de huidige president) en diens broer Jeb,
de gouverneur van de staat Florida. Zo zou onder meer worden onthuld hoe
de familie Bush 40 miljoen dollar aan drugsgeld zou hebben aangewend om
Democraten in Zuid-Florida om te kopen, zodat ze hun eis tot het
hertellen van de stemmen aldaar zouden laten vallen, nog vóór het
Amerikaanse Hooggerechtshof daarover een uitspraak deed. Het drugsgeld
was naar verluidt afkomstig van Carlos Lehder, een zakenpartner van de
familie Bush en medestichter van het Colombiaanse Medellin-drugskartel. Eén
ding is alvast intrigerend : de terreuracties kregen tegen alle logica
in prompt het etiket "oorlogsdaden" opgekleefd. En iemand wou
ook per se de hele NATO betrekken bij het hele gebeuren, door artikel 5
van het NATO-handvest er met de haren bij te slepen. Een oorlog dus. En
wel een "nieuw soort oorlog". En bovendien een die wel eens
een jaar of tien zou kunnen duren, aldus Bush en vrienden. De vijand van
dienst is dit keer het "internationaal terrorisme". Afgezien
van de vraag hoe je "terrorisme" nu juist moet definiëren,
betekent "internationaal" alvast dat het front zich zo'n
beetje overal ter wereld zal bevinden. De NATO zal nu meteen voluit
kunnen worden uitgespeeld als een internationale politiemacht. Dat dit
nu net een hoofdpunt van haar verborgen agenda is, is vanzelfsprekend
louter toeval. Een eerste precedent hiertoe werd reeds geschapen tijdens
de Kosovo-crisis, toen de NATO buiten haar grenzen trad en zonder het
minste UNO-mandaat een oorlog ontketende tegen Servië. In
niet mis te verstane bewoordingen worden nu niet alleen de
"terroristische organisaties" geviseerd, maar ook alle staten
die hen steun verlenen. Het lijstje met "verdachte" staten
wordt aangevoerd door Irak, Iran, Cuba, Libië, Noord-Korea, Soedan en
Syrië. Al deze staten hebben twee dingen gemeen : ze leven reeds lang
op gespannen voet met de Verenigde Staten, en ze hebben géén bindingen
met Osama bin Laden. Staten die wél bindingen hebben met hem, zoals
Saoedi-Arabië, de Verenigde Arabische Emiraten en Pakistan, komen
vreemd genoeg niét voor op het schurkenlijstje. Maar goed, dat zijn dan
ook trouwe bondgenoten van de V.S., en vrienden moet je nu ook weer niet
àl te zeer op de vingers kijken. Zo wordt gemakshalve voorbijgegaan aan
het feit dat Saoedi-Arabië de belangrijkste verspreider is van het door
Bush & Co zo verfoeide moslimradicalisme. Op olie na is het
fundamentalisme het belangrijkste exportproduct van de Saoedi's. Zo
hebben ze de afgelopen jaren zestienhonderd moskeeën gebouwd in het
buitenland, terwijl er in de koning Fahd-drukkerij jaarlijks dertig
miljoen korans in twintig verschillende talen van de pers rollen. De
Saoedi's zijn ook reeds lang trouwe sponsors van een hele reeks
fundamentalistische organisaties, óók van de Taliban, óók van de
Libanese terreurgroep Hezbollah en de Palestijnse organisaties Hamas en
Islamitische Jihad. Het Saoedische koninkrijk is trouwens de oudste en
machtigste fundamentalistische staat in het Midden-Oosten. De sharia (de
religieuze en maatschappelijke wetgeving die ontleend is aan de koran)
heeft er dezelfde status als bij ons de grondwet. Vorig jaar werden er
nog 123 mensen onthoofd. Politieke partijen en vakbonden zijn er
verboden. Deze "modelstaat" wordt nu door Washington de hand
boven het hoofd gehouden, en wel om een heel simpele reden: olie. Het
lijstje met "staten die terroristische organisaties steunen"
wordt dus wel een heel selectief lijstje. Of je naam erop voorkomt,
hangt in de eerste plaats af van de mate waarin je de westerse belangen
dient. Trouwens, indien de Amerikaanse regering haar eigen logica
objectief toepast, zou ze nu ook moeten optreden tegen... de Verenigde
Staten. Wat terreur en doodslag betreft, heeft dit land immers zélf al
een aardig palmares bijeengesprokkeld. Het aantal terroristen en leden
van doodseskaders dat de Amerikaanse inlichtingendienst CIA de voorbije
halve eeuw zowat overal ter wereld heeft gefinancierd, opgeleid en
bewapend, zou je vast niet de kost willen geven. Om dan nog te zwijgen
van de indrukwekkende rij militaire interventies her en der, ter
vrijwaring van de "democratie", de "mensenrechten",
de "vrijheid",... Een
kleine greep uit het rijke aanbod : Het
eerste doelwit in hun "nieuwe oorlog" is alvast Afghanistan,
een land in Centraal-Azië. Een regio waar de NATO - wéér toevallig -
allang een oogje op heeft. De natuurlijke rijkdommen van dit gebied
(o.a. olie en aardgas) zijn immers zonder meer fabelachtig. In september
2000 wees Yvan Grosjean in het tijdschrift Vrede erop hoe de NATO het
laatste decennium blijk heeft gegeven van een onstuitbare "Drang
nach Osten". Het is misschien niet overbodig zich af te vragen
waarom een "defensie-organisatie" zo gebrand is op uitbreiding
naar het oosten, terwijl ze in feite geen echte vijand meer heeft en
haar bestaan als dusdanig in vraag kan worden gesteld... Zo lonkt de
NATO heel opvallend naar een aantal zuidelijke ex-Sovjetrepublieken. In
de ex-Sovjet-Unie is momenteel volop een kristallisering aan de gang
tussen twee tegenstrijdige polen : voor of tegen Rusland, ofwel : voor
of tegen de NATO. Wit-Rusland, Armenië en Kirgizië scharen zich
voorlopig nog aan de zijde van de Russen. Georgië, de Oekraïne,
Azerbeidzjan en Moldavië hebben zich verenigd in de GUAM-groep
(opgericht in april 1999, te Washington), die aan het handje van het
Westen loopt. Zo worden de banden tussen de NATO en de Oekraïne steeds
nauwer aangehaald, met gezamenlijke leger- en vlootmaneuvers die altijd
maar grootschaliger worden en steeds bedenkelijker thema's krijgen
(zoals bv. het verdedigen van de Krim tegen Russische aanspraken).
Georgië streeft naar eigen zeggen dan weer naar "volwaardig
NATO-lidmaatschap tegen 2005". De hoofdprooi waar de NATO evenwel
op aast, is de aardolie uit de Kaspische regio. Verder wordt ook gemikt
op het reusachtige Kazakstan, met zijn immense natuurlijke rijkdommen.
De Kazakse olievoorraden hebben een "strategische" waarde,
omdat ze zelfs die van Saoedi-Arabië zouden overtreffen. Hun uitbating
is nu al grotendeels in handen van westerse oliemaatschappijen. In 1997
wond de Amerikaanse onderminister van Energie William Ramsay er alvast
geen doekjes om : "De Kaspische olie is van cruciaal belang voor de
energiebalans in de wereld in de komende 25 jaar. De olie- en
gaspijpleidingen zullen samen met de autowegen, spoorwegen en
glasvezelkabels, een nieuwe Zijderoute van de 21e eeuw vormen die Europa
verbindt met Centraal-Azië." Nog steeds in het tijdschrift Vrede
(januari 2000) waarschuwde Yvan Grosjean al : "De vredeskrachten in
het Westen moeten dubbel uitkijken voor westerse pogingen om een
gewapend optreden in deze regio aan onze mensen aan te praten." Een
blik op de kaart maakt meteen duidelijk dat die nieuwe "route"
van oost naar west via de Balkan loopt. Het was precies om de controle
te verwerven over de Balkan dat Washington aanstuurde op een ontbinding
van de eenheidsstaat Joegoslavië. Een opdeling in makkelijk te
controleren deelstaatjes was wenselijk. Vandaar het uitlokken van de
Joegoslavische burgeroorlog. Washington schakelde daarvoor zijn trouwe
bondgenoot Duitsland in. De toenmalige Duitse minister van Buitenlandse
Zaken Dietrich Genscher porde Slovenië en Kroatië (historische
bondgenoten van Duitsland) voortdurend aan om zich af te scheiden van
Joegoslavië, heel goed wetend wat de gevolgen daarvan zouden zijn. Ook
het Vaticaan droeg zijn steentje bij, want zo zouden twee nieuwe
katholieke staten ontstaan. Toen Slovenië en Kroatië in 1991 hun
onafhankelijkheid uitriepen, sloot Duitsland tijdens de onderhandelingen
over het verdrag van Maastricht een deal met zijn Europese partners :
het was bereid zijn sterke Mark te laten opgaan in de Europese
eenheidsmunt op voorwaarde dat de andere EU-lidstaten Slovenië en
Kroatië zouden erkennen als onafhankelijke staten. Meteen gingen in
Joegoslavië de etnische poppen aan het dansen. De Serviërs die al
generaties lang in de Krajina (een deel van Kroatië) woonden, kregen
het aan de stok met de Kroaten, en al spoedig gingen in Bosnië de
Kroaten, de Serviërs en de moslims met elkaar in de clinch. De rest van
het verhaal kennen we. Het akkoord van Dayton (1995) dat uiteindelijk
vrede bracht in Bosnië, lijkt als twee druppels water op het Europese
vredesakkoord van een paar jaar eerder. Men heeft het conflict bewust
laten aanslepen om de diverse partijen verder uit te putten en de
verbrokkeling te maximaliseren. Achter de schermen legde ene Henry
Kissinger al die tijd een intense bedrijvigheid aan de dag. Zo nam hij
regelmatig het vliegtuig naar Belgrado voor geheime besprekingen met de
Servische leider Milosevic. Niemand minder dan François Mitterrand zelf
heeft Kissinger er ooit nog van beschuldigd een van de architecten te
zijn van de burgeroorlog in ex-Joegoslavië. Toen
Joegoslavië finaal uiteengespat was, bleef er nog één lastige klant
over : het koppige Servië. Om dit moeilijk te knechten volk op de knieën
te krijgen, lokte Washington een crisis uit in het Servische deelgebied
Kosovo. Het Kosovaarse bevrijdingsleger UCK, dat de Amerikaanse minister
van Buitenlandse Zaken Madeleine Albright niet zo lang daarvoor nog had
omschreven als "een bende schurken", werd nu plots aan de
borst gekoesterd. Deze "vrijheidsstrijders" gingen met de
steun van Washington zo lelijk te keer tegen de Serviërs in Kosovo, dat
Belgrado zich gedwongen zag militair in te grijpen. Er ontstond een
massale exodus van Kosovaren van Albanese afkomst, en meteen had de NATO
een excuus om de Serviërs aan te pakken, "om humanitaire
redenen". Bij de massale NATO-bombardementen (80.000 ton
explosieven) kwam de aap pas écht uit de mouw : niet zozeer het
Servische leger deelde in de klappen, maar wel de Servische economische
infrastructuur. Meer dan duizend niet-militaire doelwitten werden
getroffen : scholen, ziekenhuizen, boerderijen, bruggen, wegen,
spoorwegen, historische en culturele monumenten, musea, fabrieken,
olieraffinaderijen, enz. Duizenden burgers kwamen om, nog eens duizenden
raakten gewond, en tal van anderen (vooral kinderen) liepen zware
psychische trauma's op. De NATO-aanval op Servië was niet alleen een
overtreding van het internationaal recht, het was ook nog eens een
overtreding van het NATO-handvest zélf. De NATO gebruikte bij die
aanval bovendien wapens die verboden zijn door de Conventies van Genève
en Den Haag, zoals clusterbommen en munitie met verarmd uranium (met
alle nefaste gevolgen voor het milieu van dien). Er werd alles samen
voor meer geld aan militair tuig gedropt of ingezet dan wat volgens de
UNO nodig is om alle mensen op deze planeet een menswaardig bestaan te
geven. Na
de bombardementen op Servië weigerde de NATO het UCK te ontwapenen,
zoals nochtans gevraagd door UNO-resolutie 1244. Het UCK werd omgevormd
tot een Kosovaarse Beschermingsmacht die "de vrede en de orde"
moest bewaren in het thans door de NATO gecontroleerde Kosovo. Aan het
hoofd van die "beschermingsmacht" plaatste de NATO de
vermeende oorlogsmisdadiger Agim Ceku. Onder het toeziende oog van
40.000 NATO-soldaten begonnen de in een nieuw kleedje gestopte
UCK-terroristen aan een etnische zuivering van Kosovo, waarbij 250.000
burgers die niet van etnisch-Albanese afkomst waren, werden verdreven.
Toen Servië finaal door de knieën was gegaan, zwaaide Washington met
dollars in ruil voor het afzetten van lastpost Milosevic. Toen meer
westersgezinde politici aan het bewind kwamen in Servië, was voor de
Amerikanen meteen het laatste obstakel van de baan. De heropbouw van
Servië zal minstens 1.500 miljard frank kosten. Het geld zal wellicht
grotendeels worden voorgeschoten door het IMF, in ruil voor de
privatisering van nog door de staat gecontroleerde delen van de
Servische economie. Meteen een buitenkansje voor de westerse
multinationals om die voor een appel en een ei aan hun trofeeënlijst
toe te voegen. Zo is er het mijnencomplex van Trepca, waar lood, zink,
cadmium, goud, zilver en miljarden ton steenkool naar boven worden
gehaald. Ook de olievelden in Vojvodina en de enorme bruinkoolvoorraden
in Kosmet (de tweede grootste van Europa) liggen te lonken. Ondertussen
heeft de NATO een sterke militaire aanwezigheid opgebouwd in de Balkan,
en is het wachten op verdere expansie oostwaarts. De door Washington
gesteunde etnisch-Albanese moslimstrijders hebben nu ook al in Macedonië
de etnische tegenstellingen zozeer op de spits gedreven dat de NATO zich
"verplicht" zag tussenbeide te komen om de vechtende partijen
te scheiden, waardoor meteen ook in deze oud-Joegoslavische
deelrepubliek NATO-troepen konden worden gelegerd. De Britse krant The
London Times (10 juni 2001) merkte op dat Agim Ceku, de leider van de
Kosovaarse Beschermingsmacht, zo'n 800 UCK-strijders naar Macedonië had
gezonden om hun steentje bij te dragen tot de groeiende opstand van
etnische Albanezen. Ondertussen heeft het gerecycleerde UCK de handen
vrij in Kosovo om dat te doen waarvoor het altijd heeft gediend als privé-militie
van de Albanese maffiabazen : de heroïne afkomstig uit het Oosten
versassen naar West-Europa. De marktwaarde van dit witte goedje dat
jaarlijks door de Balkan gesmokkeld wordt, bedraagt meer dan 16.000
miljard frank... Een lucratief handeltje, waar het UCK nu ongestoord
zijn graantje kan van blijven meepikken, na het verdrijven van de
Servische pottenkijkers uit Kosovo. Dat was dan ook de deal die
Washington het UCK had voorgesteld : help ons de Serviërs klein te
krijgen en daarna krijgen jullie vrij spel in de drugshandel. Tussen
haakjes : op 21 februari 2000 meldde het Nederlandse blad Trouw dat er
tijdens de Kosovo-crisis Amerikaanse militairen aan de slag waren bij
CNN die gespecialiseerd waren in "psyops" (psychological
operations). Majoor Thomas Collins, van de US Army Information Service,
bevestigde het nieuws en zei dat die specialisten er gedurende enkele
weken hielpen bij de nieuwsproductie. Ze maken deel uit van de Fourth
Psychological Operations Group, die gestationeerd is in Fort Bragg
(North Carolina). Een van de hoofdtaken van deze 1.200 man sterke
afdeling bestaat erin "geselecteerde informatie" te
verspreiden. De "psyops"-specialisten bedienen zich van een
hele waaier van technieken om de media en de publieke opinie te beïnvloeden
bij gewapende conflicten waarbij de Amerikaanse staatsbelangen op het
spel staan. Dit propaganda-team was ook al actief tijdens de Golfoorlog
en de oorlog in Bosnië. De verslaggeving van CNN en andere media i.v.m.
de oorlog in Kosovo kreeg vanuit diverse hoeken nogal wat kritiek omdat
ze te eenzijdig, te emotioneel en te gesimplificeerd was, en omdat ze
ook al te zeer steunde op de officiële berichten van de NATO. Nogal wat
journalisten beklaagden zich ook over het gebrek aan betrouwbare
informatie vanwege de NATO. De meesten hadden geen toegang tot de
oorlogszone en konden dus geen eerstehandse verslagen afleveren. De
rol die Kosovo speelt in de westerse strategie werd ooit onomwonden
omschreven door de voormalige Amerikaanse ambassadeur bij de NATO,
Robert E. Hunter : "Kosovo is de toegangspoort tot gebieden die
voor het Westen van cruciaal belang zijn : het Arabisch-Israëlisch
conflict, Irak en Iran, Afghanistan, de Kaspische regio en de
Trans-Kaukasus." Nog méér duidelijke taal : in 1997 bestempelde
het Amerikaanse Congres de Kaukasus en Centraal-Azië als "zones
van nationaal belang voor de Verenigde Staten". Zbigniew Brezinski,
voormalig Nationaal Veiligheidsadviseur van de Amerikaanse president
Carter en kind aan huis bij de Rockefellers, had het over "de
Balkan van Eurazië". In maart 2000 publiceerde de Franse krant Le
Monde Diplomatique een artikel van Paul-Marie de la Gorce (auteur van
het boek "Le Dernier Empire") waarin deze uiteenzette hoe de
strategie van Washington erop gericht is te vermijden dat Rusland na de
val van het communisme de kans krijgt zich te herpakken en zo weer een
bedreiging zou kunnen vormen voor de Amerikaanse alleenheerschappij.
Vandaar dat de vroegere Oostblok-bondgenoten van Rusland binnen
afzienbare tijd zullen worden ingelijfd bij de NATO en dat diezelfde
NATO verder uitbreiding zoekt in de richting van Centraal-Azië. De
inmenging in Afghanistan is nu een eerste fase van de NATO-strategie die
gericht is op het economisch, politiek en militair inpalmen van een
serie Centraal-Aziatische ex-Sovjetrepublieken. Dan kunnen de
fabelachtige natuurlijke rijkdommen van deze gebieden ongehinderd worden
geëxploiteerd door westerse multinationals. Afghanistan is een
onmisbare schakel in de "pijpleidingen-route" die verder via
Pakistan loopt en uitmondt in de Indische Oceaan. Het vervangen van het
Taliban-regime door een westersgezinde regering moet het mogelijk maken
de olie in veilige omstandigheden doorheen Afghanistan te loodsen.
Momenteel zijn al Amerikaanse troepen aangekomen in Tadzjikistan en
Oezbekistan (buurlanden van zowel Afghanistan als Kazakstan). Het
vooruitzicht van een "jarenlange strijd tegen het terrorisme"
komt Washington dus bijzonder goed uit. Al die tijd kan de aanwezigheid
van westerse troepen in deze zo begeerde regio worden gerechtvaardigd.
Om de aandacht af te leiden, kan er tussendoor altijd wel een
bombardement worden uitgevoerd op Irak of zo. Die zijn dat nu toch al
gewoon... Ook nieuwe terreuraanslagen in het Westen zouden de opvallende
voorliefde van de NATO voor het gebied rond Afghanistan helpen
verdoezelen en in ieder geval een militaire aanwezigheid rond het
"terroristisch nest" des te meer rechtvaardigen. Het doel van
de NATO is nu een militaire aanwezigheid op te bouwen langs de 40e
breedtecirkel, van de Balkan via NATO-lidstaat Turkije, de Kaspische
Zee, Turkmenistan en Oezbekistan tot in Tadzjikistan. De Injirlik-basis
in Turkije zal nu wellicht gemoderniseerd worden en uitgroeien tot een
sleutelinstrument in de NATO-strategie. Het creëren van steunpunten in
verschillende ex-Sovjetrepublieken is een volgend doel. Georgië en
Azerbeidzjan hebben zich reeds aan Amerika's zijde geschaard. De
Centraal-Aziatische ex-Sovjetrepublieken zijn evenwel minder geneigd om
zich zomaar in de armen van Washington te gooien. Zij liggen heel wat
verder van de Amerikaanse basissen en bovendien is er de aanwezigheid
van het Russische leger. Om
te beginnen wil het Amerikaanse leger nu de controle verwerven over
bepaalde luchthavens in Turkmenistan. Het is ook erg geïnteresseerd in
de voormalige Sovjet-basis Bagram, gelegen op Afghaans grondgebied.
Momenteel wordt die basis nog gecontroleerd door de Noordelijke
Alliantie, die strijdt tegen de Taliban. De moord op de charismatische
Alliantie-generaal Massoed komt Washington dan ook bijzonder goed uit,
net nu het zijn invloed op de Noordelijke Alliantie wil vergroten. Het
is geweten : het toeval kan de dingen soms mooi regelen. In de komende
jaren zal Washington nu proberen de Centraal-Aziatische
ex-Sovjetrepublieken los te weken uit de Russische invloedssfeer en
aansturen op een herziening van het Veiligheidsverdrag dat ze hebben
gesloten met Moskou. Op termijn moet dat leiden tot een terugtrekken van
de Russische troepen uit die gebieden. Om het welslagen van zijn avances
te verzekeren, zal Washington desnoods wederom kwistig dollars uitdelen.
Sommige geopolitieke analisten gaan nog een stap verder en zeggen dat de
Anglo-Amerikanen steeds meer stukken van de grote Russische taart zullen
willen inpikken, gezien de onmetelijke rijkdommen van dat land. Door
bijvoorbeeld etnische of religieuze onrust te zaaien in de Russische
deelrepublieken grenzend aan de nieuwbakken NATO-lidstaten of
-protectoraten langs de 40e breedtecirkel, kunnen ze op hun beurt in
aanmerking komen voor een "humanitair ingrijpen" van de NATO.
De ultieme droom van Washington, volgens diezelfde analisten, is na het
oppeuzelen van de Russische taart, hetzelfde recept toe te passen op
China en India, de enige dan nog resterende grootmachten, en ook die
staten te doen uiteenvallen. Dan staat niets of niemand de Amerikaanse
wereldhegemonie nog in de weg. De contouren van de NATO-strategie mogen
dan al duidelijk worden, toch mogen we niet uit het oog verliezen dat de
NATO slechts een instrument is, en geen doel op zich. De NATO wordt -
zeker op militair gebied - volledig gedomineerd door de Verenigde
Staten. De vraag is bijgevolg wie er in Washington aan de touwtjes
trekt. Ogenschijnlijk is de macht in handen van het Congres en het Witte
Huis. Men hoeft evenwel niet bijzonder diep te graven om tot de
conclusie te komen dat de échte macht in Amerika elders ligt. Tal van
auteurs, onder wie Noam Chomsky, professor aan het Massachusetts
Institute of Technology, hebben er al uitvoerig op gewezen dat het de
grote Amerikaanse multinationals zijn die de lakens uitdelen. In zijn
boek The Biggest Secret doet de Britse auteur David Icke de structuur
van die machtsorganisatie uit de doeken. Zo stelt hij dat de top van de
machtspiramide gevormd wordt door een club van machtige Amerikaanse
families, met ronkende namen als Rockefeller, Ford, Carnegie, Morgan,
enz. Niemand minder dan good old Henry Kissinger fungeert als
contactpersoon tussen die club en het Witte Huis. Hij moet de
"instructies" van de club overbrengen aan de president en hem
"adviseren". Het zijn trouwens diezelfde families die bepalen
welke kandidaat er zowel bij de Republikeinen als de Democraten mag
opkomen bij de presidentsverkiezingen. Zonder de massale financiële
steun van de grote Amerikaanse families maak je als kandidaat gewoon
geen kans. Of er nu uiteindelijk een Republikein dan wel een Democraat
in de presidentszetel belandt, doet er niet echt toe. Hij loopt sowieso
toch aan de leiband van de machtige families. De enige constanten in de
Amerikaanse politiek van de afgelopen decennia zijn dan ook geen
verrassing : belastingverlagingen voor de bedrijven en de middenklasse,
astronomische uitgaven voor bewapening, en het beschermen van de
Amerikaanse economische belangen in het buitenland, desnoods met
militair geweld. Of om het met Chomsky te zeggen : de hoofdbekommernis
van elke Amerikaanse regering is ervoor te zorgen dat niks de expansie
van de grote Amerikaanse concerns in de weg staat. De
machtigste Amerikaanse familie is zonder twijfel die van de Rockefellers
(lees over deze familie ook in het artikel
over inentingen
-fdw).
Die zijn niet alleen de eigenaars van Exxon (het vroegere Standard Oil),
de grootste oliemaatschappij ter wereld, en de Chase Manhattan Bank, een
van de machtigste internationale banken, maar ze controleren ook Texas
Instruments, General Electric, Eastman Kodak en Boeing. Verder bezitten
ze honderden grote en kleine concerns in diverse industrietakken, zoals
die van de olie (Mobil), de banken, de media, de wapenindustrie en de
chemische industrie (Dow Chemical, Du Pont, Hoffman LaRoche, Bristol
Myers,...). Tot aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog genoten de
Rockefellers een barslechte reputatie. In hun fabrieken in de V.S.
vonden soms maandenlange stakingen plaats die uitliepen op regelrechte
veldslagen tussen stakers en de politie. Nadat het privé-leger van de
Rockefellers in 1914 op bloedige wijze en ten koste van 45 doden een
einde had gemaakt aan een staking, besloot John D. Rockefeller wat te
doen aan zijn imago. Hij kocht diverse mediaconcerns op en nam stilaan
ook de macht over bij andere mediabedrijven. Daarnaast riep hij een
fonds in het leven (de Rockefeller Foundation) dat er via fiscale trucs
in slaagde miljoenen te "schenken" aan goede doelen, zonder
dat het hem een frank kostte. Door de jaren heen besteedden de
Rockefellers miljarden aan reclame om hun imago extra glans te geven. Ze
creëerden een beeld van zichzelf als "filantropen". Dat staat
zelfs letterlijk zo in de Encyclopedia Britannica, die trouwens ook al
eigendom is van de Rockefellers. De greep van de Rockefellers op de
Amerikaanse politiek is zonder meer verbijsterend. Zo kregen ze het
zelfs gedaan om een lid van hun clan (Nelson Rockefeller) benoemd te
krijgen tot vice-president, toen Gerald Ford het roer overnam van
Richard Nixon. Heel wat Amerikaanse ministers van Buitenlandse Zaken van
na de Tweede Wereldoorlog hadden banden met de Rockefellers : John
Foster Dulles (juridisch raadgever van Standard Oil en beheerder van de
Rockefeller Foundation), Christian Herter (verbonden met de Rockefellers
via de World Peace Foundation), Dean Rusk (directeur van de Rockefeller
Foundation), Henry Kissinger (Rockefeller Brothers Fund), Cyrus Vance
(directeur van de Rockefeller Foundation), Alexander Haig (directeur van
de Chase Manhattan Bank), James Baker (aandeelhouder van Exxon en
Mobil). In Newsweek International (1 februari 1999) gaf David
Rockefeller (de "ongekroonde koning van Amerika") onomwonden
zijn visie op de machtsverhoudingen in de V.S. te kennen : "Iemand
moet de plaats innemen van de regering, en me dunkt dat de zakenwereld
wat dat betreft een logische keuze is." Interessant om weten is ook
dat de Rockefellers betrokken waren bij de oprichting van de FBI, en dat
ze er sindsdien altijd een voet tussen de deur hebben gehad. Hoe ver de
machtige Amerikaanse families durven te gaan in het manipuleren van de
grote wereldgebeurtenissen, kwam o.a. aan het licht in de jaren '50,
toen een onderzoekscommissie van het Amerikaans Congres (de
commissie-Reece) de activiteiten onder de loep nam van de van belasting
vrijgestelde Amerikaanse stichtingen, zoals de Rockefeller Foundation,
de Ford Foundation en de Carnegie Endowment for International Peace. De
commissie-Reece kwam tot de onthutsende bevinding dat die nauw met
elkaar verweven stichtingen alvast de Eerste Wereldoorlog hadden
gemanipuleerd. Norman Dodd, de "director of research" van de
commissie-Reece, onthulde dat op een vergadering van de bestuurders van
de Carnegie Endowment for International Peace (what's in a name?) de
volgende vraag te berde kwam : "Bestaat er een doeltreffender
manier dan oorlog om het leven van een heel volk ingrijpend te
veranderen? Men raakte het eens dat er geen betere manier bestond, en
dus was de volgende vraag : hoe betrekken we de Verenigde Staten bij een
oorlog?" Dodd vervolgde : "Toen vroegen ze zich af : hoe
krijgen we greep op het Amerikaanse diplomatieke apparaat? Het antwoord
luidde : we moeten de controle zien te verwerven over het ministerie van
Buitenlandse Zaken." Dodd wees erop dat dit aansloot bij wat de
commissie reeds eerder had ontdekt, namelijk dat via een door de
Carnegie Endowment opgericht bureau, elke hoge benoeming in dat
ministerie naar een van hun mannetjes ging. Toen de V.S. uiteindelijk
betrokken raakten bij de oorlog, waren ze - op een vergadering in 1917 -
nog zo brutaal om zichzelf te prijzen voor de "wijsheid" van
hun oorspronkelijke beslissing, want de oorlog bleek het leven in de
V.S. inderdaad al te hebben veranderd. Ze hadden zelfs het lef om
president Woodrow Wilson een telegram te sturen, waarin ze hem vroegen
erop toe te zien dat de oorlog niet te snel zou eindigen... De meeste
van deze intriges kwamen aan het licht toen de commissie-Reece de
notulen van de diverse raden van bestuur van deze stichtingen onder de
loep nam. Ook
tijdens de Tweede Wereldoorlog waren de Amerikaanse mogols erg bedrijvig
achter de schermen. Zo onderhield Standard Oil, de oliemaatschappij van
de Rockefellers, erg nauwe banden met het machtige Duitse chemieconcern
IG Farben, dat Hitler in 1933 via een geheim fonds aan de macht had
geholpen en later in Auschwitz de beschikking kreeg over massa's gratis
arbeidskrachten. Het was onder meer dankzij de technologische knowhow
die Standard Oil aan IG Farben leverde dat Hitler zijn oorlog kon
voeren. Die knowhow omvatte onder meer de technologie om de immense
Duitse kolenvoorraden om te zetten in synthetische benzine. Verder
leverde Standard Oil via het neutrale Zwitserland ook rechtstreeks olie
aan de nazi's, en wel tot in 1944. De toenmalige grote baas van Standard
Oil, William Stamps Farish, was een goede vriend van Hermann Schmitz, de
grote baas van IG Farben. De kleinzoon van diezelfde Farish is trouwens
goed bevriend met George Bush senior, wiens vader (Prescott Bush) ook al
een van Hitlers financiers was. Die financiering gebeurde via de United
Banking Corporation (UBC), waarvan Prescott Bush de directeur was. De
UBC had ook nauwe banden met het business-netwerk van Fritz Thyssen, de
machtige Duitse staalfabrikant en bankier, die Hitler al sinds de jaren
'20 flink wat geld toestopte. Hitler kon ook rekenen op de financiële
steun van nog andere Amerikaanse giganten, zoals General Electric (via
zijn Duitse tak AEG, waarvan de fabrieken vreemd genoeg steevast buiten
schot bleven bij de geallieerde bombardementen op Duitsland), de Ford
Motor Company (Ford, een van de eerste financiers van Hitler, kreeg in
1938 de grootste Duitse onderscheiding voor buitenlanders : het
Grootkruis van de Duitse Arend) en International Telephone and Telegraph
(ITT). Dit laatste financierde de nazi's via baron Kurt von Schroder,
een SS-officier die optrad als Hitlers persoonlijke bankier. Het coördinerende
brein achter die geheime financiering van de nazi's was Montagu Norman,
de directeur van de Bank of England, die gecontroleerd wordt door de
Rothschilds. Norman was een associé van Hjalmar Schact, Hitlers
financieel adviseur en gouverneur van de Duitse Reichsbank. De
samenwerking tussen de Rothschilds en de Rockefellers dateert al van in
de jaren 1880. De Rockefellers hebben hun imperium slechts kunnen
uitbouwen dankzij de krachtige financiële steun van de Rothschilds. Dit
alles illustreert meteen de stelling van David Icke, die in zijn boek
"The Biggest Secret" uiteenzet hoe de machtige families soms
beide kampen in een conflict steunen en verder tegen elkaar opzetten, om
zo hun eigen doel te bereiken. Voor de uitvoering van hun strategie
kunnen ze rekenen op een wereldomspannend netwerk van medewerkers die
sleutelposities bekleden in de politiek, de inlichtingendiensten, het
leger, de economie, de media, enz. De pionnen die ze hebben uitgezet op
het grote schaakbord van de internationale politiek zie je niet zelden
opduiken aan het hoofd van elkaar bestrijdende partijen. De controle
over die ogenschijnlijk vijandige kopstukken, zorgt er meteen ook voor
dat die machtige families greep hebben op de evolutie en de einduitkomst
van de conflicten die ze zelf hebben gecreëerd terverwezenlijking van
hun agenda. De hogere niveaus van dat internationale netwerk zijn, nog
steeds volgens David Icke, hoofdzakelijk te vinden in het Westen, en met
name in Londen en Washington. Zo werd aan het eind van de 19e eeuw in
Groot-Brittannië een elitair genootschap genaamd de Round Table
opgericht door de Brit Cecil Rhodes, die van 1890 tot 1896 eerste
minister van de Kaapkolonie was. Rhodes was ook de stichter van De Beers
en Co., die hij later met de steun van de Rothschilds omvormde tot De
Beers Consolidated Mines Ltd., de grootste diamanttrust van Zuid-Afrika.
De Round Table moest een soort schaduw-wereldregering vormen, met
Groot-Brittannië als uitvalsbasis. In 1920 en 1921 werden twee nieuwe
takken toegevoegd aan de Round Table : het Britse Royal Institute of
International Affairs (RIIA) en de Council on Foreign Relations (CFR),
met basis in New York. De CFR bouwde in de Verenigde Staten een eigen
netwerk van handlangers uit die in de loop der jaren overal
sleutelposten gingen bezetten in het Amerikaanse establishment. Zo is
vrijwel elke Amerikaanse president sinds 1921 lid van de CFR geweest.
Idem voor de meeste CIA-directeurs. De vader van de huidige Amerikaanse
president, George Bush senior, behoort ook tot de CFR-club. Hij is het
trouwens die in het Witte Huis de lakens uitdeelt. Zijn zoon, Bush
junior, is niet veel meer dan een buikspreekpop, die meteen na zijn
aantreden als president een kantoor inrichtte voor zijn vader in het
Witte Huis. In
1954 kwam er nog een nieuwe tak van de Round Table bij, met name de
Bilderberg-groep, zo genoemd naar het Bilderberg Hotel in het
Nederlandse Oosterbeek, waar de nieuweling boven de doopvont werd
gehouden. Van 1954 tot 1976 werd de Bilderberg-groep voorgezeten door de
Nederlandse Prins Bernhard, een voormalige spion van de NW7, de geheime
dienst van het chemieconcern IG Farben. Hij werd aangezocht voor het
voorzitterschap door Lord Victor Rothschild. Ook David Rockefeller was
aanwezig bij de stichting van de Bilderberg-groep. Een van de recentste
producten van de Bilderberg-groep is de huidige Britse premier Tony
Blair. In 1993 werd Blair, toen nog een gewone woordvoerder van de
Labour Party, uitgenodigd op een Bilderberg-vergadering in het Griekse
Vouliagmeni, nabij Athene. Toen Labour-leider John Smith een jaar later
onverwacht overleed, kwam Blair meteen aan het hoofd te staan van de
partij. In de daaropvolgende verkiezingen versloeg hij moeiteloos de
Conservatieven, zwaar aangeslagen na een reeks schandalen die breed
werden uitgesmeerd in de Britse pers. Hetzelfde fenomeen hadden we
daarvoor al gezien met Bill Clinton. In 1991 werd deze al bij al
onopvallende gouverneur van de staat Arkansas door David Rockefeller
uitgenodigd op de Bilderberg-vergadering in het Duitse Baden-Baden. Een
jaar later was Clinton president. In 1968 werd ook nog de Club van Rome
in het leven geroepen, op initiatief van Aurelio Peccei, vrijmetselaar,
lid van de Bilderberg-groep en de nummer twee bij Fiat, na grote baas
Agnelli, eveneens een Bilderberger. De oprichting van de Club van Rome
vond plaats op een privé-landgoed van de familie Rockefeller in het
Italiaanse Bellagio. Dit nieuwe onderdeel van het wereldwijde netwerk
was bedoeld om als "denktank" invloed uit te oefenen op de
economische beslissingen van regeringen, met het groeiende
milieubewustzijn als dekmantel. In 1972 ten slotte werd in Amerika dan
nog de Trilaterale Commissie in het leven geroepen door de Rockefellers.
De rol van deze commissie bestaat erin de geheime agenda van de machtige
families te coördineren in drie sleutelgebieden : de V.S., Europa en
Japan. Jimmy Carter was het eerste lid van de Trilaterale Commissie dat
zijn intrek mocht nemen in het Witte Huis. De macht van dit uitgebreide
netwerk wordt meteen een stuk duidelijker wanneer men ziet wie het zoal
in zijn rangen telt. Zo opereert Henry Kissinger in de hoogste regionen
van het RIIA, de CFR, de Bilderberg-groep, de Trilaterale Commissie en
de Club van Rome. Hij zetelt tevens in de Zwitserse Grand Alpine
Freemasonry Lodge, die o.a. de beruchte Italiaanse loge P2 controleerde
waar onder meer Silvio Berlusconi lid van was. Dat Kissinger zonder meer
een fijnbesnaarde ziel is, moge alvast blijken uit het feit dat hij de
armen in de Derde Wereld ooit tussen neus en lippen heeft bestempeld als
"nutteloze eters". Militairen zijn in zijn ogen dan weer
"runderen die goed van pas komen voor de buitenlandse
politiek". De beroemde beursgoeroe George Soros, een pion van de
Rothschilds, is eveneens lid van de Bilderberg-groep. Ook het hoofd van
de Wereldbank, James Wolfensohn (een partner van de Rothschilds), is een
Bilderberger, net als de meeste van zijn voorgangers. De huidige
voorzitter van de Amerikaanse Federal Reserve, Alan Greenspan, is niet
alleen lid van de Bilderberg-groep, maar ook van de CFR en de
Trilaterale Commissie. Idem voor zijn voorganger. Interessant is dat ook
Ted Turner, de oprichter van CNN, lid is van de CFR. Hoeft het te
verbazen dat deze zender vaak fungeert als een doorgeefluik voor
"officiële berichten" van overheidswege? In de raden van
bestuur of "adviesorganen" van tal van grote mediabedrijven
zien we trouwens namen opduiken als Kissinger, Rockefeller, Rothschild,
Carrington,... Een hele geruststelling. Een
van de belangrijkste "creaties" van dit internationale netwerk
van machtsgroepen is de NATO, die nu stiekem moet uitgroeien tot een
wereldleger, door steeds meer landen op te nemen in haar schoot en door
op te treden in gebieden buiten haar grenzen, na het uitlokken van
crisissen. De laatste zes secretarissen-generaal van de NATO waren allen
Bilderbergers: Joseph Luns, Lord Carrington, Manfred Woerner, Willy
Claes, Javier Solana en George Robertson. Carrington is behalve een erg
goede vriend van Kissinger ook nog lid van het RIIA en de Trilaterale
Commissie. Toen hij in 1991 voorzitter werd van de Bilderberg-groep,
werd hij meteen ook door de Europese Gemeenschap benoemd tot eerste
"vredesonderhandelaar" die het conflict in Bosnië moest
helpen oplossen... Na een tijd werd hij afgelost door het duo David Owen
(Bilderberger en lid van de Trilaterale Commissie) en Carl Bildt
(Bilderberger). Ook de UNO stuurde zijn onderhandelaars uit : de
Amerikaan Cyrus Vance (Bilderberger en lid van de CFR en de Trilaterale
Commissie) en de Noor Thorvald Stoltenberg (Bilderberger en lid van de
Trilaterale Commissie). Toen dit alles "helaas" niets
opleverde, werd dan maar eens geprobeerd met een "onafhankelijke
onderhandelaar", iemand die niet gebonden was aan een of andere
organisatie. Dat was dan niemand minder Jimmy Carter, lid van de CFR en
de Trilaterale Commissie. Weer zonder resultaat. Daarna stuurde Bill
Clinton er zijn gezant Richard Holbrooke (Bilderberger, lid van de CFR
en de Trilaterale Commissie) op af. Toen de machtsverhoudingen in het
vroegere Joegoslavië herschikt waren zoals Washington het min of meer
wou, legde Holbrooke de strijdende partijen het verdrag van Dayton op.
Holbrooke was verantwoording verschuldigd aan de Amerikaanse minister
van Buitenlandse Zaken Warren Christopher (lid van de CFR en de
Trilaterale Commissie) en de al even Amerikaanse minister van Defensie
William Perry (Bilderberger). Beiden rapporteerden aan Bill Clinton
(Bilderberger, lid van de CFR en de Trilaterale Commissie), die op zijn
beurt de bevelen opvolgde van Henry Kissinger en David Rockefeller,
kopstukken van de Bilderberg-groep, de CFR, de Trilaterale Commissie en
het RIIA. De eerste bevelhebber van de NATO-troepen in Bosnië was
admiraal Leighton Smith (CFR-lid), terwijl Carl Bildt (Bilderberger) het
burgerlijke luik voor zijn rekening nam. De Amerikaanse ambassadeur in
voormalig Joegoslavië was Warren Zimmerman (CFR-lid). En voor we het
vergeten : Beursgoeroe en Bilderberger George Soros had zowel vóór als
tijdens de oorlog zowat overal in het land van belasting vrijgestelde
"stichtingen" uit de grond gestampt. Het spreekt vanzelf dat
dit alles louter op toeval berust en dat hier niets moet achter gezocht
worden. Diezelfde NATO - geleid door Bilderberger Robertson en CFR-lid
Wesley Clark (de militaire opperbevelhebber) - wordt nu met een
kunstgreep (artikel 5 van haar handvest) in stelling gebracht tegen
Afghanistan en in een latere fase wellicht ook nog tegen andere
"terroristische staten". Het
gezamenlijk en energiek optreden van het onafscheidelijke duo
USA-Groot-Brittannië in dit conflict (zoals in vrijwel alle grote
internationale conflicten) wordt meteen een stuk begrijpelijker indien
men voor ogen houdt hoe nauw organisaties als het RIIA, de CFR, de
Trilaterale Commissie en de Bilderberg-groep met elkaar verweven zijn.
Hun uitvalsbasissen liggen niet toevallig in Groot-Brittannië en de
V.S. Het uitlokken van crisissen, door terreuraanslagen of het
aanwakkeren van etnische, politieke of religieuze geschillen, is een
beproefd recept waar het internationale machtsnetwerk zich gretig van
bedient om zijn plannen te verwezenlijken. In de kelderverdieping van
dit netwerk tref je een onontwarbaar kluwen aan van kleinere, obscure
organisaties die weliswaar hun eigen politieke of religieuze doelen
nastreven, maar die niet zelden geïnfiltreerd zijn door leden van
geheime diensten, zo ze al niet bewust samenwerken met die laatste omdat
ze er zelf wat bij te winnen hebben. De mensen aan de top van het
piramidaal gestructureerde netwerk passen dan de techniek van de
"compartimentering" toe. Hun bevelen worden telkens aan iemand
van het niveau eronder doorgegeven, tot de basis van de piramide is
bereikt, die zal instaan voor de praktische uitvoering van die bevelen.
Indien A zijn bevelen doorgeeft aan B, en B geeft die door aan C, die ze
op zijn beurt doorgeeft aan D, dan weet C niet dat de bevelen van A
afkomstig zijn, en D niet dat ze van A of B komen. Enkel A en B hebben
een overzicht over het hele gebeuren, en enkel A kent de diepere
achtergronden ervan. Zo komt het voor dat terroristen werken voor een
rechtstreekse opdrachtgever, hun leider bijvoorbeeld, maar niet weten
wie er hogerop in het netwerk de bevelen gaf. Ook hun rechtstreekse
opdrachtgever heeft geen zicht op de oorspronkelijke afkomst van die
bevelen. Wie bepaalde opdrachten niet spontaan uitvoert uit religieuze
of politieke overtuiging, kan nog altijd over de streep worden getrokken
met de nodige cash. Aan geld hebben de mensen aan de top nu eenmaal geen
gebrek. Zo kunnen eender waar en wanneer terreuraanslagen worden geënsceneerd
die passen in een ruimere strategie, waar de rechtstreekse uitvoerders
van de aanslagen geen weet van hebben. Bij de uitvoering van die
aanslagen worden de terroristen niet zelden "gecoacht" door
leden van geheime diensten, die wel zélf het klappen van de zweep
kennen, maar om begrijpelijke redenen uit de schijnwerpers moeten zien
te blijven. Of zoals de Britse krant The Guardian (13 september 2001)
opmerkte : "Geen enkele zwarte doos zal ons ooit kunnen vertellen
wie er écht achter die verschrikkelijke aanslagen zit, want elke
terrorist heeft zijn inspirator, en elke inspirator heeft op zijn beurt
ook weer een inspirator, vaak met tegenstrijdige agenda's." Mochten
de Amerikanen vergeten zijn waar alvast de moslimterroristen in
Afghanistan vandaan komen, dan hoeven ze maar even hun eigen orderboekje
erop na te slaan. De officiële versie luidt dat Washington de
moslimfundamentalisten in Afghanistan is beginnen te steunen nà de
Sovjetinval, die tot doel had het bedreigde pro-communistische regime
van Babrak Kamal in het zadel te houden. In een interview met het Franse
blad Le Nouvel Observateur (15 januari 1998) gaf Zbigniew Brezinski,
CFR-lid en voormalig Nationaal Veiligheidsadviseur van president Carter,
evenwel toe dat die versie niet klopt. Volgens hem waren de V.S. de
moslimextremisten in Afghanistan al beginnen te steunen zes maanden vóór
de Sovjetinvasie. Hij ging er toen van uit dat de moslimopstand de
Sovjets uiteindelijk zou verleiden tot een invasie van Afghanistan, en
dat zei hij ook met zoveel woorden tegen president Carter. Toen
Brezinski gevraagd werd of hij geen spijt had van zijn beslissing,
antwoordde hij : "Spijt? Waarvan? Die geheime operatie was een
uitstekend idee. Het lokte de Russen in de Afghaanse val. Moet ik dat nu
spijtig vinden? De dag dat de Sovjets de grens overschreden, schreef ik
in een nota bestemd voor president Carter : 'We hebben nu de kans om de
USSR haar eigen Vietnam aan te smeren.' Tien jaar lang moest Moskou de
loodzware last van een oorlog torsen. Dat conflict leidde tot de
demoralisatie en uiteindelijk zelfs de ineenstorting van het
Sovjetrijk." Al die tijd kregen de moslimstrijders in Afghanistan
financiële en militaire steun van Washington, zij het niet openlijk. De
CIA deed hiervoor een beroep op de ISI, de geheime dienst van bondgenoot
Pakistan die optrad als tussenpersoon. Een klein legertje CIA- en
Pentagon-specialisten hielp vanuit het naburige Pakistan de operaties
van de Afghaanse rebellen leiden. Van Algerije tot de Filippijnen werden
tienduizenden moslimfundamentalisten geronseld om hun geloofsbroeders in
Afghanistan bij te staan in de strijd tegen de goddeloze Sovjet-Unie.
Toen de Sovjets uiteindelijk de aftocht bliezen, bleven Amerika en
Pakistan de moslimextremisten steunen. Sommigen werden ingezet in
Centraal-Aziatische Sovjetrepublieken, om er gewapende opstanden uit te
lokken die moesten leiden tot een afscheuring van Moskou en de geboorte
van nieuwe islamitische republieken. Anderen doken op in de Kaukasus en
de Balkan, waar ze ook niet bepaald de vliegen op het plafond gingen
tellen. Ondertussen streek er in Centraal-Azië en zelfs in delen van de
Russische Federatie een hele stoet moslim-missionarissen neer,
uitgestuurd door Saoedi-Arabië, die andere bondgenoot van de Verenigde
Staten. De Centraal-Aziatische regio is niet alleen van strategisch
belang omwille van haar enorme olievoorraden. Er wordt ook zowat
driekwart van 's werelds opium geteeld. De fabelachtige winsten van de
drugshandel verdwijnen in de zakken van maffieuze organisaties, geheime
diensten en financiële instellingen. Een deel van die winsten diende
voor de financiering van de moslimstrijdkrachten in Bosnië en van het
Kosovaars bevrijdingsleger UCK. Toen had Washington nog geen bezwaar
tegen het Taliban-regime, hoewel het Afghanistan omtoverde tot één
grote vrouwengevangenis zonder tralies. Sterker nog : in mei van dit
jaar kregen de Taliban-leiders nog een kleine twee miljard frank
toegestopt van Washington, officieel omdat ze zo vriendelijk waren
geweest openlijk te verklaren dat opium telen tegen de wil van God is.
De Verenigde Staten voeren immers een verwoede strijd tegen de
drugshandel en zo'n ruggensteuntje mag best beloond worden. Dat wil men
ons in ieder geval graag doen geloven. De waarheid is evenwel dat de CIA
zélf de hand heeft gehad in de opbloei van de drugshandel in
Afghanistan en omstreken. Vroeger werd de opiumproductie er naar lokale
markten gebracht. Van een lokale heroïneproductie was er toen nog geen
sprake. Twee jaar nadat de CIA er zich was mee gaan bemoeien, was het
Afghaans-Pakistaans grensgebied uitgegroeid tot 's werelds grootste heroïneproducent.
In twee jaar tijd steeg het aantal heroïneverslaafden in Pakistan van
bijna nul naar 1,2 miljoen. De hele handel werd gecontroleerd door
CIA-pionnen. Naarmate de Afghaanse moslimrebellen terrein veroverden,
dwongen ze de lokale boeren opium te telen, bij wijze van revolutionaire
belasting. Over de Afghaanse grens, in Pakistan, draaiden honderden heroïnelaboratoria
op volle toeren, onder het toezicht van de Pakistaanse geheime dienst.
Zo'n 60% van de heroïne die verspreid wordt op de Amerikaanse markt is
thans uit die regio afkomstig. Ironisch genoeg is de toenemende
bedrijvigheid die de moslimterroristen de voorbije jaren aan de dag
leggen een godsgeschenk voor Washington. Een halve eeuw lang maakten de
V.S. van het communisme de grote boeman. Toen die op zijn bek ging, was
er nood aan een nieuwe "verschrikking" om de massale uitgaven
voor bewapening (thans 344 miljard dollar per jaar, zijnde zo'n 15.000
miljard frank) te blijven rechtvaardigen. Osama bin Laden werd door de
huidige Amerikaanse minister van Defensie Rumsfeld ooit zelfs ingeroepen
als argument voor de bouw van het fameuze ruimteschild... De aanslagen
van 11 september worden nu door sommigen vergeleken met Pearl Harbour.
Die vergelijking is evenwel niet zonder risico, want ondertussen weten
we dat president FD Roosevelt perfect op de hoogte was van de nakende
Japanse aanval op Pearl Harbour, maar liet begaan, omdat hij een
voorwendsel nodig had om Amerika te kunnen betrekken bij de Tweede
Wereldoorlog. Pearl Harbour als lokaas dus. Dit werd reeds in 1948
bevestigd door historicus Charles Beard, in zijn boek "FDR and the
Coming of the War 1941". Ook andere auteurs, zoals John Flynn, John
Toland en John Stinnett, hebben deze obscure bladzijde uit de
Amerikaanse geschiedenis tegen het licht gehouden. Bijzonder
leerrijk is ook het fameuze Tonkin-incident. Op 4 augustus 1964 hield de
Amerikaanse president Lyndon Johnson een tv-toespraak waarin hij zijn
landgenoten belangrijk nieuws meldde : Noord-Viëtnamese kanonneerboten
hadden tot tweemaal toe een aanval uitgevoerd tegen Amerikaanse
destroyers in de Golf van Tonkin (Noord-Viëtnam). Johnson zei dat hij
het bevel had gegeven tot een reeks vergeldingsbombardementen op
Noord-Viëtnam. Dat was zoveel als een oorlogsverklaring. Gek genoeg was
er in de Golf van Tonkin helemaal niks gebeurd. En dat wist men in
Washington donders goed, want de telegrammen van de bevelhebber van de
Amerikaanse Task Force in de Golf van Tonkin, kapitein John J. Herrick,
maakten gewag van "abnormale weersomstandigheden", "bijna
volslagen duisternis" en "een overspannen sonar-man die
slechts het schroefgeluid van zijn eigen schip hoorde". James
Stockdale, een Navy-piloot die tijdens die fameuze nacht over de Golf
van Tonkin vloog, verklaarde : "Ik had een heel goed overzicht.
Onze destroyers schoten op spoken. Er waren geen Viëtnamese
kanonneerboten in de buurt. Er was enkel donker water en Amerikaans
vuur." In werkelijkheid hadden Johnson & Co reeds op voorhand
plannen gesmeed om de militaire druk tegen Noord-Viëtnam geleidelijk op
te voeren om het tot een escalatie te laten komen. Washington zocht
gewoon een excuus om nauwer betrokken te kunnen raken in het conflict
tussen Noord- en Zuid-Viëtnam. De dag na zijn tv-toespraak verklaarde
hij tegen het Amerikaanse Congres : "De toekomst van Zuidoost-Azië
staat op het spel. Een bedreiging van één land in die regio is een
bedreiging van alle landen, en ook van onszelf. Wij streven naar vrede.
We hebben geen militaire, politieke of territoriale ambities in dit
gebied. Dit is geen jungle-oorlog, maar een strijd voor vrijheid."
Ook hier namen de Amerikaanse media de officiële berichten van het
Witte Huis klakkeloos over. Zo moesten de Amerikanen volgens de Los
Angeles Times "onder ogen zien dat de communisten met hun aanval op
Amerikaanse boten in internationale wateren zélf voor een escalatie van
de vijandelijkheden hadden gezorgd." In zijn boek The Uncensored
War wijst Daniel Hallin erop dat de Amerikaanse media zich doorgaans
vrijwel uitsluitend baseren op de officiële berichten van de
Amerikaanse overheid en die berichten zelden in vraag stellen wanneer de
"nationale veiligheid" op het spel staat. Nochtans beschikten
de Amerikaanse media toen over heel wat informatie die in tegenspraak
was met het officiële verhaal over het Tonkin-incident. Maar ze
besloten die gewoon te negeren... Was
de aanslag op het WTC nu inderdààd een nieuw Pearl Harbour? Ook hier
was er sprake van voorkennis. Twee weken vóór de terroristen
toesloegen, was de FBI al naar de Airman Flight School in Norman
(Oklahoma) getrokken voor inlichtingen over een man die nu banden blijkt
te hebben met de vliegtuigkapers. Toch blijft FBI-directeur Robert
Mueller volhouden dat er géén aanwijzingen waren dat een dergelijke
operatie op til was. Vreemd is ook dat de dag vóór de aanslagen een
80-koppig anti-terrorisme-team binnenviel in het Texaanse IT-bedrijf
InfoCom Corporation. Dat zorgde voor een crash van ruim 500 websites,
waaronder heel wat die in verband stonden met moslimkringen. Reeds in
1995 hadden Filippijnse onderzoekers de FBI gewaarschuwd voor aanvallen
van vliegtuigkapers op het Pentagon, het CIA hoofdkwartier en andere
gebouwen in de V.S. Het plan kreeg de naam Operatie Bojinka mee.
Ondertussen is ook gebleken dat de CIA ruim een week op voorhand weet
had van de terroristische plannen. Onder andere de Israëlische geheime
dienst Mossad had ervoor gewaarschuwd. Dit wordt bevestigd door kringen
van buitenlandse inlichtingendiensten, die er ook op wijzen dat de CIA
de waarschuwing straal negeerde. Wil
iemand met dit bericht de CIA in diskrediet brengen? Of heeft de geheime
dienst inderdààd zijn grootste blunder begaan sinds Pearl Harbour? De
derde hypothese is meteen ook de meest afgrondelijke: men heeft de
terroristen gewoon laten begaan. In
zijn boek "Body of Secrets" schreef James Bamford al dat de
Amerikaanse NSA (National Security Agency) regelmatig telefoongesprekken
van Osama bin Laden afluistert. Die gebruikt immers een draagbare
INMARSAT-telefoon waarvan de in- en uitgaande gesprekken verlopen via de
satellieten van de International Maritime Satellite Organisation. Dit
systeem wordt gebruikt op de meeste schepen en door mensen die naar
verafgelegen gebieden reizen. Volgens NSA-agenten wéét bin Laden dat
de Amerikanen zijn internationale gesprekken kunnen afluisteren, maar
lijkt hij zich daar niet aan te storen. Bij "hoog bezoek"
laten NSA-analisten, om indruk te maken, soms bandopnames afspelen
waarop bin Laden te horen is in gesprek met zijn moeder. De NSA kan
trouwens zowat overal ter wereld gesprekken afluisteren, dankzij
gesofistikeerde afluisterapparatuur verbonden met onderzeese kabels,
satellieten en afluisterposten. Per uur worden miljoenen
telefoongesprekken, e-mails en faxen "onderschept". Het
NSA-complex, gelegen in Maryland, draagt de bijnaam Crypto City en heeft
de omvang van een kleine stad. Precies die alles horende NSA zou nu
absoluut en totaal niks hebben opgevangen i.v.m. het terroristisch
netwerk dat recht onder zijn neus opereerde, op Amerikaanse bodem...
Terwijl de CIA en de FBI op hun donder krijgen omdat ze de aanslagen
niet hebben zien aankomen (zo luidt althans de officiële versie), hult
de NSA zich in het grootste stilzwijgen. De dag na de aanslagen werd in
het avondnieuws van de Amerikaanse zender CBS Milt Bearden geïnterviewd,
een voormalige hoge CIA-officier met een grondige kennis van Soedan en
Afghanistan. Toen men hem vroeg of hij dacht dat Osama bin Laden achter
de aanslagen van 11 september zat, deed hij die hypothese meteen af als
lachwekkend. Hij zei dat de aanslagen het werk moeten zijn geweest van
een veel gesofistikeerdere organisatie. "Indien Osama bin Laden
niet bestond, zouden ze hem wel hebben uitgevonden", besloot hij. Kenneth
Katzman, een terrorisme-expert van de Research Service van het
Amerikaanse Congres, verklaarde tegen The Washington Post dat hij maar
niet kon begrijpen dat de Amerikaanse inlichtingendiensten totaal geen
lucht hadden gekregen van de op handen zijnde terreuraanslagen. Auteur
Salman Rushdie heeft recent verklaard dat Amerikaanse functionarissen
hem hadden afgeraden met het vliegtuig te reizen in de V.S. en Canada na
3 september, omwille van mogelijk gevaar. Vraag : hoeveel anderen kregen
zo'n waarschuwing? Nogmaals : à qui profite le crime? Wie heeft er het
meest te winnen bij de aanslagen en het klimaat van angst dat erop
volgde? Eén ding is alvast zeker : sommige stukken van de puzzel passen
wel héél vlot in elkaar. De
langdurige oorlog die de broodheren van Bush en Blair ons nu willen
aansmeren, is objectief gezien de minst verstandige reactie op de
terreuraanslagen. Het is even voorspelbaar als nattigheid tijdens het
regenseizoen dat door het "uitroken en afmaken" van
terroristen, er steeds méér extremisten naar het wapen van de terreur
zullen grijpen, om hun geloofsgenoten te wreken. Een straatje zonder
einde dus. Een Amerikaans militair ingrijpen kan bovendien de hele regio
rond Afghanistan grondig destabiliseren. Pakistan dreigt als eerste te
moeten afrekenen met pogingen van fundamentalisten om de macht te
grijpen. Slagen die pogingen, dan komen er voor het eerst extremisten in
het bezit van kernwapens en is het hek helemààl van de dam. Dat weten
de Anglo-Amerikaanse mogols óók. Indien ze hun marionetten Bush en
Blair inderdààd vragen het gaspedaal nog dieper in te drukken, dan is
meteen ook duidelijk waar ze op aansturen. De komende weken en maanden
zullen meer uitsluitsel geven over hoe ver ze bereid zijn te gaan in hun
streven naar verdere expansie van hun macht. De bestrijding van het
"internationaal terrorisme" is alvast een dankbare springplank
naar de zogenaamde New World Order, waar George Bush senior in 1990,
tijdens de crisis in Koeweit, voor het eerst mee uitpakte. Sindsdien is
het idee van die Nieuwe Wereldorde (lees: een orde op maat gesneden van
een machtige elite) steeds nadrukkelijker gepromoot geworden door de
herauten van de CFR en de Trilaterale Commissie. Een van de
vooraanstaande leden van de CFR, Strobe Talbot, verklaarde in 1992 al
aan een journalist van Time Magazine : "In de volgende eeuw zullen
de staten zoals we die nu kennen, verouderd zijn. Alle staten zullen dan
gehoorzamen aan één enkele wereldregering." Hun droom : een
maximum aan staten onderworpen aan de normen van de Wereldbank, het IMF
en de Wereld Handelsorganisatie, en wie weet, op termijn misschien ook
nog bestuurd door een soort "wereldregering" met een eigen
leger en politiemacht, zoals Guy Carr in zijn boek Pawns in the Game
voorspelt. Dan hebben de Anglo-Amerikaanse mogols en hun bondgenoten de
wereld eindelijk aan hun voeten liggen. In afwachting heeft het Vrije
Westen - decennialang de hoofdsponsor van een hele waaier van
terroristische bewegingen en doodseskaders - nu dus openlijk de oorlog
verklaard aan het "internationaal terrorisme", in naam van de
"vrijheid" en de "democratie". Een strijd van het
Goede tegen het Kwaad, met de beschaving als inzet. De opiniepeilingen
laten er alvast geen twijfel over bestaan : een duizelingwekkende
meerderheid van de Amerikanen slikt het verhaaltje van Bush & Co als
zoetekoek. Hitler wist het al. In zijn boek Mein Kampf schreef hij :
"Je kunt de massa's makkelijker misleiden met een grote leugen dan
met een kleine." *******
De
laatste zin uit bovenstaande tekst geeft ons terug aan in welke richting
we moeten gaan zoeken. We gingen al dieper in op het wezen van Ahriman,
maar nu willen we toch, bij wijze van troost, een fragment afdrukken om
het gevoel van moedeloosheid dat menig lezer misschien zal overvallen
hebben na de lectuur van die tekst, een beetje weg te nemen. Waarom
laten de goden dit allemaal toe ? "Het
is voor de mens dikwijls moeilijk om de loop der wereldgebeurtenissen te
begrijpen, wanneer men deze gebeurtenissen vanuit een hoger standpunt
beschouwt. De mens ziet nu eenmaal niet graag de naakte waarheid die
bepaalde conflicten in het leven pas na verloop van lange tijdsperiodes
verklaart. De mens wil toch zo graag aan de leiband der wereldmachten
lopen, ook al wil hij dat voor zichzelf niet altijd toegeven. Bijzonder
moeilijk is het voor een mens om klaar te zien in de dingen wanneer hij
in een of andere incarnatie gedwongen is in zo een katastrofale tijd te
leven zoals dat nu bijvoorbeeld het geval is. Hij vraagt dan graag:
"Waarom laten de goden dergelijke zaken toe ?" Hij vraagt niet
graag naar de noodzakelijkheden des levens. Op een bepaalde manier leeft
in hem het verlangen de dingen zo aangenaam mogelijk te zien. In een
tijd als de onze moet de mens echter toekijken op veel dat zich vanuit
de chaos voorbereidt. De chaos is noodzakelijk voor het totale verloop
van de ontwikkeling. En de mens moet zich dikwijls even goed een plaats
zoeken in het chaotische als in het harmonische. Vooral ons vijfde
na-atlantische tijdvak is van die aard dat het de mens veel chaos laat
meemaken. Dat hangt echter samen met de ganse bijzonderheid, met het
ganse wezen van dit tijdvak. Wij leven nu eenmaal in het tijdvak waarin
de mens de ontwikkelingsimpulsen moet opnemen die hem op zijn eigen
benen stellen, die hem doordringen met een individueel bewustzijn. We
leven nu eenmaal in het tijdperk van de bewustzijnsziel. En wat is nu
het bijzondere kenmerk van dit tijdvak en van de ontwikkeling van de
bewustzijnsziel ? De bijzondere eigen-aardigheid van dit tijdvak is dat
de mens uiterst grondig, uiterst intensief moet kennismaken met de
krachten die een harmonisering van de totale mensheid tegenwerken.
Daarom moet in onze tijd geleidelijk aan een bewuste kennis opgenomen
worden van de machten die de mens tegenwerken: Lucifer en Ahriman. Als
de mens niet door de ontwikkelingsimpulsen zou gaan waaraan luciferische
en ahrimanische machten meewerken, dan zou hij niet tot het volle
gebruik van zijn bewustzijn, dus niet tot het vormgeven van een
bewustzijnsziel komen."(9) Waarom
werkt de "Kroniek" bedrukkend op het gemoed ? De moderne mens
heeft door school en media een beeld meegekregen van een evolutie van de
mensheid die van slechter naar beter gaat, van arm naar rijk, van dom
naar intelligent. Dit beeld wordt dikwijls versterkt door de
persoonlijke ervaring binnen het leven van de Westerse mens. Met het
ouder worden wordt hij meestal welstellender, bezadigder. Daardoor leeft
in ons bewust of onbewust het idee dat we de aarde in een paradijs
zouden kunnen veranderen, als we maar van al die slechteriken konden af
geraken. Maar in de ontwikkeling van de mensheid werkt een andere
wetmatigheid: "
De evolutie verloopt niet geleidelijk opstijgend, nee, ze verloopt als
eb en vloed, er is sprake van een golfbeweging. En als u zelfs het beste
op het fysieke plan zou realiseren, dan roept u alleen daardoor al
toestanden in het leven die gaan zorgen, na verloop van tijd, voor de
vernietiging van wat u ingericht hebt. Het zou met de mensheid helemaal
anders gesteld zijn indien men met deze onverbiddelijke wet der
noodzakelijkheid in het historisch gebeuren voldoende rekening zou
houden. Dan zou men niet geloven dat men in absolute zin een paradijs op
aarde kan inrichten, men zou het als een feit nemen en rekening houden
met deze cyclische wetmatigheid in de mensheidsevolutie."(10) Verder
moeten we ook rekening houden met de bepaalde karakteristiek van onze
cultuurperiode. "
De mensen moeten tegenwoordig op sociaal vlak -dus niet als individu,
maar op sociaal vlak- daar waar ze als groep werken, iets zeer bepaalds
willen. En dat willen ze ook instinctief. Ze willen tegenwoordig, wat in
de vierde na-atlantische cultuurperiode, wat tot in de vijftiende eeuw
nog niet gewild kon worden, een menswaardig bestaan, een vervulling in
de sociale orde van wat in dit tijdvak als mensheidsideaal voor de geest
staat. De mensen willen vandaag instinctief dat zich in de sociale
structuur weerspiegelt wat de mens is."(11) Rudolf
Steiner legt dan enkele verschillen uit tussen de verschillende
cultuurperiodes. Rudolf
Steiner op15 januari 1917: "Van
de andere kant moet ook gezegd worden dat, vergeleken met voorgaande
periodes, ons vijfde na-atlantische tijdvak in een bepaald opzicht de
grootste tijd is, de tijd die de mensheid het meeste brengt, de tijd met
onmetelijke ontwikkelings- en bestaansmogelijkheden voor de mens. En
juist door wat de mens in dit tijdperk in het bijzonder als schaduwzijde
van het spirituele bestaan ontwikkelt, kiest hij zijn weg en kan hij,
als hij zich juist gedraagt, de weg vinden naar de spirituele wereld.
Hij kan namelijk de weg vinden naar zijn ware, hoogste mensendoel. De
ontwikkelingsmogelijkheden zijn in onze tijd zo groot als ze in de
afgelopen fasen van de na-atlantische ontwikkeling in een bepaald
opzicht niet waren."(13) Dat
kan meteen een verklaring zijn van waarom de wereldbevolking de laatste
eeuwen zo geweldig toegenomen is: alle bestaande zielen willen nu op
Aarde leven ! Maar dat is iets voor een volgende Brug ...
Bronnen: Terug
naar de inhoudstafel.
|